Zoek
Sluit dit zoekvak.

Uw Vliegende Radiowereldreporter in de wondere wereld der wetenschap (deel 33a)

Nu het debat over de kenniseconomie in alle hevigheid is opgelaaid in de media (en dus mag ik erover schrijven) moet ik me er toch ook maar even mee bemoeien. Zonder er al teveel over te willen opscheppen ben ik namelijk in het dagelijkse leven ook wetenschapper. En één van de mensen waar vaak over gesproken wordt, namelijk één die ons kleine kikkerlandje heeft verlaten voor het grote buitenland.

En ik blijf daar ook, want ik heb er een nieuwe baan gevonden. Over een paar maanden dus columns uit het heartland van de VS: Columbus, O-hi-O, daar waar de stroomstoringen (lijken te) beginnen.

Ik moet zeggen dat het erg amusant is om te zien wat voor redenen er allemaal bedacht worden waarom jonge wetenschappers Nederland verlaten. Ik hoor er maar weinig die op mij van toepassing zijn.

Ik schroom er niet voor mezelf in dit geval tot ervaringsdeskundige te bombarderen, maar dat wil dat nog niet zeggen dat u, waarde Radiowereldlezer, op mijn mening zit te wachten. Daarom verpak ik mijn mening in een handig jasje, namelijk de manier waarop de overheid via de publieke omroep het publiek kan enthousiasmeren over wetenschap en techniek.

Voor deze column heb ik met een vriend, die ik bij deze tot mede-auteur van deze column benoem, een onderzoekje gedaan waarbij we de hoeveelheid zendtijd die de publieke omroepen in Nederland, Vlaanderen, Duitsland en Engeland aan wetenschap en techniek besteden. Vanwege de versnippering van de Amerikaanse publieke tv kan ik die helaas niet meenemen. Wel binnenkort een column over de Amerikaanse PBS, want tot mijn grote schrik zag ik Andre Rieu van de week op MPT: Maryland Public Television. Wat deed hij daar? Je gelooft je ogen niet. Stay tuned!

In een tweede deel van deze column zal ik ingaan op een ander medium dat de publieke omroep sinds kort gebruikt nieuws over wetenschap en techniek: het internet.

Eerst echter even het probleem definiëren: Steeds minder studenten kiezen beta. Zegt men. Je hoort regelmatig de industrie moord en brand schreeuwen dat ze geen Nederlands personeel kunnen vinden. Maar het is helemaal niet waar dat er steeds minder studenten beta kiezen. Volgens het foldertje ‘kerncijfers 98-02’ van het ministerie van OCW is het aantal studenten dat beta kiest al jaren ongeveer gelijk. Zij vormen een steeds kleiner percentage van het totaal aantal studenten, maar dat doet niks af dat hun aantal ongeveer gelijk blijft. We praten overigens over ongeveer 30% van de studenten. Hierbij heb ik alle medische studies voor het gemak maar meegeteld bij de beta’s.

Wat er wel aan de hand is, is dat steeds minder studenten afstuderen met een bèta diploma. Er vallen er meer af. Waarom en waarheen vertellen de cijfers niet. Misschien moet daar eens naar gekeken worden.

Ook is het imago van de natuurwetenschappen en techniek slecht. Men blijkt toch nog steeds vaak te denken aan stinkende fabrieken en milieuvervuiling. Dat er steeds meer schone fabrieken zijn die helemaal niet stinken, weet blijkbaar niemand. En dat er prachtig werk verricht is om die fabrieken schoon te krijgen al helemaal niet. Gek ook dat niemand vanzelf op het idee komt dat je die fabrieken met onderzoek nog schoner kan krijgen. Of dingen kan bedenken waardoor je die fabrieken niet meer nodig hebt.

De milieulobby vindt het blijkbaar belangrijker om te hameren of de vervuiling dan op het opruimende werk. En de dierenbescherming zeurt liever over een paar dooie ratten dan over de prachtige medicijnen die ontwikkeld worden en die ons langer in leven gaan houden. Ik vraag mij overigens altijd af of al die milieu- en dierenactivisten zich ook zo streng opstellen zodra ze zelf ziek worden.

Maar goed, het imago van natuurwetenschap en techniek is dus slecht. Dat is geen goeie zaak. Dus is het aan de overheid om daar wat aan te doen. Daar hebben we de overheid toch voor: Dingen doen die in ieders belang zijn. Althans, dat denken we in Europa.

In de VS richten burgers liever zelf ‘public awareness’ organisaties op; da’s veel efficiënter dan wachten tot de overheid een compromis gesloten heeft over wat er nu precies wenselijk is’

De overheid is namelijk de baas van de publieke omroepen en kan die dus mooi gebruiken om mooie programma’s over natuur en techniek te laten uitzenden, zodat mensen enthousiast worden over natuur en techniek.

Volgens de wet is de publieke omroep nu niet verplicht om aandacht aan wetenschap te geven. Wel aan cultuur, maar niet aan wetenschap. Iets om over na te denken. “Nu besteden veel omroepen trouwens wel aandacht aan natuur en techniek hoor. Ze moeten namelijk wel ‘nieuws en achtergronden’ brengen. ” En omdat ze geen 24 uurs nieuwszender willen is er heel wat natuur en techniek op tv.

En hier komt de co-auteur van deze column om de hoek kijken. He Willem, leuk dat je er bent jongen. Hij heeft uit het oud papier een willekeurige tv gids van de afgelopen maanden gevist en is aan het tellen geslagen. Hoeveel zendtijd besteden de publieke omroepen in Nederland, Belgie, Duitsland en Engeland aan wetenschap en techniek. Hierbij hebben we het uitzenden van natuur en techniek programma’s tussen 19 en 22 uur dubbel meegeteld omdat je dan een kleine kans hebt dat er ook nog echt mensen kijken.

We hebben hierbij erg royaal geteld. Iedere natuurdocu van de EO zit erin, maar ook ‘Ter land, ter zee en in de lucht’ en ‘Robot Wars’. Dat laatste programma is namelijk speciaal ontwikkeld door de BBC om jongeren geïnteresseerd te krijgen in techniek. En dat lukt. Van ‘Ter land etc’ kun je eigelijk hetzelfde zeggen.

Ik kan me eindexamenvragen herinneren over dat programma: ‘Iemand glijdt met een beginsnelheid van 12 meter per seconde van een wrijvingsloze zeepbaan af, die een hoek maakt van 45 graden met de grond. Hoe lang moet deze ‘Vlieg ‘m erdoor’ kandidaat glijden voordat hij door de geluidsbarrière gaat?’ Of zo. Echte natuurkunde lijkt mij. En als Bridget of Nance erbij zijn moet je toch iedere nerd aan het tv toestel gekluisterd kunnen krijgen, of niet soms?

De Nederlandse publieke omroepen hebben zoals gezegd geen verplichting om aan wetenschap en techniek te doen, maar moeten wel een kwart van hun zendtijd op tv besteden aan informatie.

De vraag is dan of omroepen die opdracht serieus nemen. Sommige omroepen laten erg duidelijk merken dat ze geen zin hebben in al die overheidsregeltjes. Zo zond de TROS op uiterst irritante tijden het programma: ‘Kunst, omdat het moet’ uit. Dat was overigens geen slecht programma.

Ik meelde even met BNN – de jongerenomroep – en zij vertelden me dat zij niet specifiek aan wetenschap doen, maar wel netjes haar informatieve zendtijd vult met nuttige voorlichting, die soms over natuur en techniek gaat. Denk aan ‘Neuken doe je zo’. Dat gaat over de techniek van neuken. En dat is weer iets natuurlijks. Wetenschap dus, volgens BNN. Verder is daar Robot Wars om jongeren in techniek te interesseren en zijn sommige items in ‘Kamphuis maar vrienden’ en ‘BNN at work’ heel informatief over de natuur en techniek. Kortom: “BNN doet ‘per ongeluk’ aan wetenschap”. En dat was een letterlijke quote van de altijd vriendelijke en behulpzame persvoorlichtster van BNN.

Terug naar het telwerk. De resultaten:

In de week van  14 t/m 20 juni 2003 kwam het totaal voor Nederland 1, 2 en 3 uit op 783 minuten, ofwel ongeveer 13 uur.

Dat lijkt heel wat, maar wij vroegen ons onmiddellijk af wat die 13 uur nu betekent. Wetenschappers zijn vaak getallenfreaks, maar laat je nooit door nummers verblinden. Een los getal is waardeloos. Kijk maar:

34

34 wat? Daar heb je niks aan. Je hebt dus pas wat aan een getal als je het met een ander kunt vergelijken. En dus is Willem weer aan het tellen geslagen. Twee erbij, drie onthouden, 5 wegstrepen en zo maar door. Hij telde de natuur en techniek (en educatieve) programma’s bij de publieke omroepen in onze buurlanden: VRT1 & 2, ARD en ZDF en BBC1 & 2.

Meer resultaten:

In België heb je pech. Daar doen ze nauwelijks aan natuur en techniek op tv. Nog geen 2 uur. En dat terwijl de website van de VRT toch echt zegt dat de VRT “een kwalitatief hoogstaand aanbod in de sectoren informatie, cultuur, educatie en ontspanning” verzorgt. Nou ja, het zal wel. Enige navraag bij via de VRT website leverde op dat iemand er naar zal kijken. En dat is nog niet gebeurd ondanks dat schrijven van deze column door een irritante computerstoring een maand of twee geduurd heeft.

In Duitsland zit je al beter. Daar is de aandacht ongeveer gelijk als in Nederland. Iets minder in totaal, maar als je meeneemt dat we maar twee Duitse zenders geteld hebben, terwijl er drie Nederlandse zenders zijn, dan winnen de Duitsers weer.

Navraag leerde (binnen een paar dagen – wat zijn ze toch heerlijk punktlich die Duitsers) dat de ARD en ZDF geen aparte opdracht hebben om aan wetenschap en techniek te doen. Ze moeten slechts radio en tv voor iedereen maken. En dus ook voor wetenschappers en technologen (in spe). Dat doen ze goed. Navraag leert ons dat de ARD 4.5% van haar zendtijd aan cultuur en wetenschap besteed, en de publieke Duitse zenders samen 12.1% van hun zendtijd aan cultuur en wetenschap besteden. Een nieuwtje voor mij was overigens dat zowel ARD als ZDF deelnemen aan het Duits Franse ‘ARTE’.

De ware kampioen is de BBC. 33 uur in onze testweek. Wow! Eerlijkheid gebied wel te zeggen dat ze veel ’s nachts uitzenden in het kader van de ‘Open University’. Maar daar heb je videorecorders voor. Ook de BBC heeft niet gereageerd op mijn emailtje. Valt me een beetje tegen omdat de BBC zo’n mooie website heeft. Aan de andere kant blijkt de laatste tijd dat ze ook wel eens foute informatie verschaffen.

Goed, genoeg cijfertjes voor vandaag. De conclusie is dat Nederland het helemaal niet slecht doet met wetenschap en techniek op tv. Aan de andere kant is het het overwegen waard om de omroepen expliciet te verplichten programma’s over natuur, wetenschap en techniek te brengen. En dan zodanig dat het wat meer uurtjes zijn dan nu. Dat gebeurt immers ook voor kunst en cultuur.

Laat overigens maar lekker aan de omroepen over hoe ze dat invullen. Daar hebben we nu een mooi pluriform stelsel voor. De VPRO kan dan lekker onbegrijpelijke programma’s blijven maken, BNN meer educatie over sex (zeg nu eerlijk, kun je daar teveel van weten?), de TROS ‘lekker ter land, ter zee en in de lucht’, de EO mooie natuurdocumentaires en desnoods het programma ‘Wetenschap, omdat het moet’.

Binnenkort het vervolg op deze column, over hoe de publieke omroepen wetenschap op het net aanpakken. En over wat onze politici gestudeerd hebben….

Later,

Jasper,
Uw Vliegende Radiowereldreporter vanuit Washington, DC
&
Willem Tjerstra vanuit Enschede, Twente