Zoeken
Sluit dit zoekvak.

Ruud de Wild maakt indrukwekkend kunstboek

Ruud de Wild is naast deejay op Radio 538 en televisiepresentator ook beeldend kunstenaar. Zijn schilderijen verschijnen voorzien van de nodige uitleg in het boek ‘Every poet is a thief’, dat vrijdag (10 maart) wordt gepresenteerd. Ruud durfde lang niet naar buiten te treden als kunstenaar. “Nadat ik waardering kreeg voor mijn schilderijen, is dat veranderd”, zei hij afgelopen donderdag in het Radio 1 programma Met het Oog op Morgen.

“Heel lang was ik verlegen over mijn kunst. Ik zette nooit een handtekening op een doek. Ik was bang voor de afrekening van Nederland.” (citaat uit ‘Every poet is a chief’ van Ruud de Wild)

Ruud is in zijn boek zeer openhartig. Aan de hand van zijn schilderijen bespreekt hij thema’s als liefde, dood en vriendschap. “Het is een leuk boek geworden, dat er zonder al die vervelende dingen niet was gekomen”, zei de deejay in ‘Met het Oog op Morgen’. Hij is met name vriend en voormalig BNN baas Gerard Timmer zeer dankbaar. Door de moord op Pim Fortuyn, die daarvoor in het programma van Ruud, was de deejay een tijd psychisch in de war.

Ruud de Wild: “Gerard heeft me uit een diep dal gehaald door me vanuit Amsterdam naar Hilversum  te praten. Ik heb elke afslag vanaf Amsterdam gehad om vervolgens bij een weiland te stoppen. Om te huilen en te gillen. Een halve psychose, waar vervolgens een therapeut en medicijnen aan te pas moesten komen. Elke dag probeerde Gerard dat. Daar ben ik hem zeer dankbaar voor.”

“Ik ben opgegroeid met de angst voor het einde der tijden. In 1990 verbeelde ik op het doek ‘Enjoy the silence’, naar de single van Depeche Mode die in de winkel lag. Met die angst ben ik van jongs af aan door mijn familie gevoed. Ze waren lid van een sekte die er van overtuigd was dat de wereld in het jaar 2000 zou vergaan. Ze lieten boekjes op tafel slingeren met titels ‘Hoelang hebben we nog?’” (citaat uit ‘Every poet is a chief’ van Ruud de Wild)

Ruud ervoer dat het sekteleven, waarin hij opgroeide, als veel heftiger was, dan de moord op Fortyun. “Zo zie ik dat nu”, zegt Ruud op Radio 1, “drie maanden erna was dat totaal anders. Ik ben heel ver weg geweest.” Bij Ruud thuis stond angst centraal, doordat de familie was aangesloten bij een sekte. Deze sekte was bang voor het eind der tijden. “Het was een fundamentalistisch geloof”, blikt Ruud terug op Radio 1. “Ik durfde niet naar het 8 uur Journaal te kijken. Als er over het geloof werd gepraat, stopte ik mijn vingers in mijn oren.”

“Ik heb een leven voor en na mijn moeder”. (citaat uit ‘Every poet is a chief’ van Ruud de Wild)

Op zijn zestiende verlaat Ruud zijn ouderlijk huis. Hij heeft twee dromen. “Ik wilde diskjockey en architect worden. Alleen dat laatste is niet gelukt.” Zijn vader is inmiddels uit de sekte gestapt en zijn moeder is overleden. “Ik kan goed met mijn vader praten. Over het geloof zullen we het nooit eens zijn. Het heeft me zeker beïnvloed.” Ruud gelooft dat er wel een God is. “Ik heb de religie van de sekte achter me gelaten. Ik heb hem in 1999 wel zitten knijpen. Ik ben op zoek naar dingen, door te reizen.” Dat alles heeft allemaal geresulteerd in het boek, dat vandaag wordt gepresenteerd. [RvB/Radio.NL]