Zoeken
Sluit dit zoekvak.

100% NL krijgt deels gelijk in rechtszaak tegen AT

De Rechtbank van Rotterdam heeft 100% NL deels in het gelijk gestald in haar zaak tegen Agentschap Telecom (AT). De etherwaakhond legde de radiozender enkele lasten onder dwangsom op wegens het draaien van te weinig Nederlandstalige muziek en te weinig nieuwe muziek.

100% NL krijgt deels gelijk in rechtszaak tegen AT De etherwaakhond controleerde het programma van 100% NL al op 25 april 2017.

Dit naar aanleiding van een handhavingsverzoek van rivaal RADIONL, die hiermee een wraakactie ondernam naar aanleiding van eerdere handhavingsverzoeken aan het adres van de volkszender.

Overtredingen
Uit het onderzoek bleek dat 100% NL iets te weinig Nederlandstalige muziek draaide op die dag. Volgens AT werd er die dag slechts 67,4% Nederlandstalige muziek behaald in plaats van de vereiste 70%. Dit te lage percentage werd deels veroorzaakt doordat AT stelde dat muziek waarover een deejay praat (intro en outro) niet mag meetellen als muziek, maar als spraak.

Daarnaast bleek volgens het AT dat 100% NL fors te weinig muziek ‘minder dan 1 jaar geleden uitgebracht’ draaide. Ook dit percentage viel lager uit doordat AT stelde dat wanneer er sprake is van dezelfde muziekcompositie en dezelfde artiest, altijd de allereerste uitvoering van dat nummer meetelt, ondanks dat het om een afwijkende versie, zoals een live optreden, gaat.

AT legde 100% NL hierop twee lasten onder dwangsom op. 60.000 Euro per maand met een maximum van 6 ton voor het draaien van te weinig Nederlandstalige muziek en 100.000 euro per maand met een maximum van 1 miljoen voor het draaien van te weinig muziek die minder dan een jaar geleden is uitgebracht.

Bezwaar
100% NL besloot echter bezwaar aan te tekenen tegen de sancties. Duidelijk werd daarbij dat AT ook niet helemaal zeker van haar zaak was. Zo gaf het Agentschap het IVIR, het Instituut Voor Informatierecht in Amsterdam, opdracht om een juridisch oordeel te vellen naar spraak over intro’s en outro’s van muziek op de radio.

Het IVIR stelde dat indien er gesproken wordt over muziek, de muziek van ondergeschikt belang is. Maar omdat 100% NL terecht stelde dat het op de radio gebruikelijk is dat een deejay over het intro of outro van een plaat een aan- of afkondiging doet, stelde het IVIR voor om 5 seconden van deze spraak toch mee te tellen als muziek.

AT stelde daarop voor om 10 seconden van gesproken woord van een deejay over een intro of outro mee te tellen als muziek. Daarnaast halveerde de etherwaakhond eind vorig jaar de opgelegde last onder dwangsom voor het draaien van te weinig Nederlandstalige muziek naar 30.000 euro per maand.

10 Seconden
De rechter heeft nu bepaald dat -in tegenstelling tot hetgeen het AT beweerde- bij intro’s en outro’s niet kan worden gesteld dat muziek of spraak boven- dan wel ondergeschikt is. Wel stelde de rechter dat die latere 10 seconden intro / outro-regel een beleidsregel is die AT in alle redelijkheid had mogen maken.

Afwijkende versie is nieuw uitgebracht
Met betrekking tot muziek minder dan een jaar geleden uitgebracht, stelde de rechter dat het hier om 365 dagen gaat en niet om het (voorgaande) kalenderjaar. Wel stelde de rechter dat “ieder duidelijk herkenbaar afwijkende versie van een nummer dat aldus is uitgebracht telt als opnieuw uitgebracht, omdat die afwijkende versie een andere muziekproductie betreft.

Dat houdt in dat als Jan Smit één van zijn nummers live komt spelen in de studio van 100% NL, deze versie vanaf dat moment meetelt als opnieuw uitgebracht.

Niet met alles eens
100% NL directeur Herbert Visser zegt zich grotendeels te kunnen vinden in de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam. “Het Agentschap Telecom heeft voor een deel gelijk gekregen van de rechtbank Rotterdam en ik feliciteer het AT daarmee van harte. We leggen ons ook voor een aanzienlijk deel bij het vonnis neer.

Al sinds anderhalf jaar hanteren we de door het AT gewenste 365-dagen regel voor het begrip ‘recente muziek’ in plaats van het eerder door ons gebruikte kalenderjaar.”

Er was ook een dispuut over jingles maar die hebben we altijd al meegeteld als ‘bruto-zendtijd’ ook al vonden we dat Nederlandstalige gezongen jingles onder het begrip ‘Nederlandstalige muziek’ zouden moeten vallen”, vervolgt Visser.

“Ook tegen dit punt gaan we niet in beroep. Maar als het gaat om presentatie over intro’s en outro’s zie ik wel voldoende aanleiding om het hoogste rechtscollege, het College van Beroep voor het bedrijfsleven, te verzoeken om hierover een eigen oordeel te vellen. Op dit ene punt zetten we dus de stap naar de hoogste rechter.” [Radiowereld.NL]