Blijven Qmusic Limburg en Radio 10 Brabant toch mogelijk via regionale FM-frequenties?

Het lijkt toch mogelijk dat Qmusic Limburg en Radio 10 Brabant na 1 september legaal kunnen uitzenden via regionale FM-frequenties. Eerder was aangekondigd dat deze constructie verboden zou worden, maar dit blijkt niet expliciet te zijn doorgevoerd.

Foto: RadioWereld.NL

Bij de start van de aanvraagprocedure van de veiling van de niet-landelijke commerciële radiofrequenties werd aangekondigd dat er een striktere scheiding tussen niet-landelijke en landelijke commerciële radiostations werd doorgevoerd. Dit werd onder meer gedaan door in de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 (AGF) in artikel 7 vast te leggen dat een radioprogramma dat via niet-landelijke FM-frequenties wordt uitgezonden, door niet meer dan 30 procent van het aantal inwoners in Nederland kan worden ontvangen.

Er van uitgaande dat een landelijk uitgezonden radioprogramma als vanzelf boven de 30 procent publieksbereik komt, zal deze zijn naam en format dan niet ook in licentie aan een niet-landelijke vergunninghouder kunnen geven voor gebruik op een B-kavel”, zo lichte toenmalig Minister van Economische Zaken Beljaarts de nieuwe regels toe.

Handhaving door het Commissariaat
Alleen is niet het Ministerie van Economische Zaken, maar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verantwoordelijk voor de regeling AGF. Hierdoor wordt handhaving niet uitgevoerd door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, die wel de frequenties uitgeeft, maar door het Commissariaat voor de Media (CvdM). Deze publiceerde vlak voor aanvang van de veiling een toelichting op hoe zij de regels in de AGF beoordeelt.

En daaruit blijkt dat de soep niet zo heet wordt gegeten als deze wordt opgediend. Want in de toelichting stelt het CvdM: “Enkel het gebruik van (deels) dezelfde naam lijkt niet voldoende om te kunnen spreken van hetzelfde radioprogramma.” Een keihard verbod op het gebruik van dezelfde naam als een landelijk radiostation op FM is er dus niet.

Totaalprogramma gedurende 24 uur
Volgens het CvdM moet breder gekeken worden bij de beoordeling en wordt gekeken naar het totaalprogramma. “Alle passages van de toelichting van de wijzigingsregeling van de Regeling AGF moeten in samenhang worden bezien. Waar het om gaat, is dat het radioprogramma gedurende het etmaal niet voor een groot deel hetzelfde is, en/of het station (deels) dezelfde naam heeft en/of de zender dezelfde ‘look en feel’ heeft.

Bij een radiostation wordt dan ook naast de naam gekeken naar een combinatie van de programmanaam, programmaonderdelen, muziekmix of muziekvolgorde en/of presentatoren. Wel voegt het CvdM eraan toe. “Aan de andere kant zal het hanteren van (deels) dezelfde naam wel zwaar wegen in de optelsom van verschillende elementen.

Discussie
De uitleg van het CvdM laat veel ruimte voor discussie over waar nu precies de grens ligt. Neem nu Qmusic Limburg. De jingles klinken hetzelfde als op het landelijke Qmusic, maar de volgorde van de muziek is anders. Ook is Qmusic Limburg op een ochtendshow na geheel non-stop. Heeft het station hierdoor ook een andere ‘look & feel’?

De muziekmix is lastig om bij het oordeel te vellen aangezien deze samenhangt met een format. Deze is niet exclusief aan één radiostation vast te hangen.

Tekst gaat verder onder de foto

Foto: RadioWereld.NL

Maar als Qmusic in de huidige opzet niet zou mogen, wat dan met Radio 10 Brabant? De jingles klinken hetzelfde, maar de muziekmix- en ook volgorde is wezenlijk anders dan op de landelijke versie van Radio 10. Radio 10 Brabant draait namelijk uitsluitend muziek uit de jaren ’60, ’70 en ’80, terwijl de jaren ’60 en ’70 maar sporadisch voorbij komen op de landelijke versie, waar vooral muziek uit de 80’s, 90’s, 00’s en 10’s gedraaid wordt. Komt nog bij dat Radio 10 Brabant geheel non-stop is. Is dit de ogen van het CvdM dan nog steeds dezelfde ‘look & feel’?

Feiten en omstandigheden
Zoals ook in de toelichting wordt aangegeven zullen de feiten en omstandigheden van het concrete geval doorslaggevend zijn en het is aan de toezichthouder om hier een oordeel over te geven,” zo schrijft het CvdM. Kortom er is genoeg ruimte speculatie en discussie nu de controlerende instantie geen keiharde afbakening geeft. Mogelijk leidt het zelfs tot rechtszaken, want deze regels gelden ook niet-landelijke commerciële radiostations die geen banden hebben met landelijke stations en in een zo groot mogelijk deel van Nederland willen uitzenden.

Overigens is nog onduidelijk of TiDa en Radio Limburg plannen hebben of het überhaupt aandurven om door te gaan met Radio 10 Brabant en Qmusic Limburg. Beide partijen moeten nog bekendmaken welke stations zij per 1 september gaan uitzenden op hun FM-frequenties. [RadioWereld.NL]

Zie ook: Dossier Verdeling Radiofrequenties