Search
Close this search box.

James Brown: inspiratiebron en rasartiest

De in de kerstnacht overleden James Brown was niet alleen een inspiratiebron voor grootheden als Michael Jackson en Prince, maar bovenal een rasartiest.

De in de kerstnacht overleden soulzanger James Brown was niet alleen een inspiratiebron voor grootheden als Michael Jackson en Prince, maar bovenal een rasartiest. Tijdens optredens wisselde hij herhaaldelijk van pak en maakte hij zulke heftige dansbewegingen dat hij ervan in extase raakte.

Een vast onderdeel van zijn shows was de routine waarbij hij na afloop steeds weer het podium betrad en een aantal regels van zijn hit ‘ Please, please, please’ zong. Daarbij gutste het zweet hem van zijn ontblote bovenlijf. Een crewlid gooide vervolgens een zwarte cape over hem heen, waarna hij van het podium verdween om enkele seconden later weer te verschijnen. De act kon wel een half uur duren en maakte zijn fans hysterisch.

Brown werd op 3 mei 1933 geboren in Barnwell, in de Amerikaanse staat South Carolina. Hij was enig kind en groeide op tijdens de crisisjaren. Om aan geld te komen, plukte hij katoen, danste hij op straat en poetste hij schoenen. Op 16-jarige leeftijd werd hij veroordeeld voor het plegen van een gewapende overval. Hij bracht drie jaar door in een opvoedingsgesticht en ontmoette daar Bobby Byrd, die een gospelkoor leidde en een vriend voor het leven werd. Voordat Brown zijn heil zocht in de muziek, wilde hij bokser of basketballer worden. Een blessure aan zijn been zette een streep door die droom.

Brown zocht Byrd op in het plaatsje Toccoa in Georgia, waar ze langs bars en clubs trokken om muziek te maken. De manager van Little Richard bood Brown zijn eerste contract aan, onder meer om als drummer te spelen in de Twospot Nightclub. Overdag werkte hij in een garage.

Brown speelde in verschillende bandjes tot hij in 1956 bij de Famous Flames terechtkwam en zich al snel opwerkte tot voorman van de groep. In datzelfde jaar scoorde hij zijn eerste toptienhit met het nummer ‘ Please, please, please’. Tot midden jaren zeventig werkte Brown zich drie slagen in de rondte en kreeg hij de bijnaam ’the hardest working man in showbusiness’. Hij scheef honderden nummers en trad voortdurend op. In 1965 kreeg hij zijn eerste Grammy voor de plaat ‘ Papa’s got a brand new bag’.

De muziekcarrière van Brown mag dan als een droom klinken, zijn privé-leven verliep minder rooskleurig. Hij werd meerder keren opgepakt op verdenking van drugsbezit, zijn agressieve gedrag tegenover de politie en het mishandelen van zijn vrouw. Illegaal wapenbezit maakte zijn imago er niet beter op. In 1988 werd hij veroordeeld voor een poging tot moord op zijn vrouw en voor het vluchten voor de politie. Hij kreeg een celstraf van zes jaar. Na twee jaar kwam hij voorwaardelijk vrij wegens goed gedrag.

In de zomer van 1991 maakte Brown een comeback door in het Wiltern Theatre in Los Angeles een spetterende show te geven met gastoptredens van Mick Jagger, Quincy Jones en MC Hammer. In november bracht voor de vierde keer het album ‘ Sex machine’ uit en in 1993 kreeg hij een Grammy voor zijn gehele oeuvre. Zijn laatste album heet ‘I’m back’ en stamt uit 1998.

De muziek van Brown is van grote invloed geweest op de soulmuziek uit de jaren zestig, de funkmuziek uit de jaren zeventig en de rapmuziek uit de jaren tachtig. Met zijn rasperige stemgeluid speelde Brown niet alleen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de zwarte muziek in de VS, zijn sound vond ook gretig aftrek bij een blank publiek. Zijn werk is terug te horen in de muziek van Fat Boys, Ice-T, Public Enemy en tal van andere rappers. Ook Michael Jackson, Prince, Mick Jagger en David Bowie hebben nooit onder stoelen of banken gestoken van hoeveel invloed de muziek en de snelle danspasjes van Brown voor hen zijn geweest.

De Nederlandse techno-act L.A. Style scoorde in 1991 een hit met het nummer ‘James Brown is dead’, dat ook de Amerikaanse hitlijsten haalde. In een reactie bracht het Rotterdamse gabbertrio Holy Noise ‘James Brown is still alive’ uit, dat ook een hit werd.

The ‘Godfather of Soul’ maakte klassiekers als ‘Sex machine’, ‘I got you (I feel good) en ‘Living in America’. Samen met Bob Dylan en Elvis Presley behoorde hij tot één van de invloedrijkste artiesten van de jaren vijftig. Meer dan 119 van zijn nummers kwamen in de hitlijsten terecht, hij maakte meer dan vijftig albums en werd in 1986 opgenomen in de Rock-‘n-Roll Hall of Fame.

In juli gaf hij nog een optreden in Ahoy’ Rotterdam. Zondag werd Brown met longontsteking opgenomen in een ziekenhuis in Atlanta, waar hij maandag overleed. Hij is 73 jaar geworden.

[Novum]