De lokale radio

Met vlagen hoor ik geruchten dat de lokale omroepband opnieuw ingedeeld gaat worden. In de regel zitten er minstens drie generaties tussen plannen van het ministerie en de werkelijke uitvoering hiervan. Tegen de tijd dat de lokale radio een nieuwe, betere frequentie krijgt toegewezen zijn de meeste toch wel failliet.

Want geen geld en publieke radio op regionaal niveau is een samenhangend begrip. Net als een rivier en water onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Starsky en Hutch. Jamai en bril.

Lokale radio kenmerkt zich verder door: Binding met de regio, presentatoren of presentatrices met een tongval (lees: onverstaanbaar accent) en lange stiltes. Die lange stiltes worden meestal veroorzaakt door computers die het non-stopprogramma niet meer kunnen dragen. Meestal kan dit eenvoudig verholpen worden door de boel te resetten.

Sommige stations doen zich groter voor dan dat ze zijn en draaien met dj’s, programmaleider en een heuse hitparade. Jammer alleen dat de plaatselijke talenten een dorp verderop al niet meer te horen zijn want lokale radio kenmerkt zich verder door een zeer beroerde ontvangst. De zeis van Het Commissariaat van de Media maait ieder station genadeloos neer die buiten hun stokkenmasten gaan.

Wie zijn de mensen die ondanks deze handicaps toch hun zender met enthousiasme in de lucht proberen te houden? Veelal draait het op vrijwilligers waarbij inzet en betrokkenheid de sleutelwoorden zijn; talent en professionaliteit is punt twee. Daarnaast zijn er de mensen van het bestuur of degenen die een commercieel belang hebben bij het reilen en zeilen van de radioclub. Deze personen vind ik vaak wat eng. Dit zijn vaak gefrustreerde figuren die door het bedrijfsleven zijn uitgebraakt of gepensioneerden die hun ouwe dag nog een beetje invulling willen geven. Beide categorieën hebben geen enkele binding met het radiomaken ‘án sich’, maar bemoeien zich toch met de invulling van de programmering. Er is geen enkel regionaal radiostation die geen interne oorlog kent tussen de programmamakers en de afdeling die bestuurt.

Uit eigen ervaring ken ik een station waar iedere schakel overhoop lag met de andere. Echt, zo’n inefficiënte, treurige bende onderbuikfiguren kom je zelden tegen. Ieder initiatief om het station wat te innoveren en kleur te geven werd vroeg in de kiem gesmoord. Het bestuur zou maar eens grip verliezen op het enige dat voor hun nog een reden is om de deur voor uit te komen. En die houding maakte ze niet favoriet bij diverse betrokkenen…
Het station in kwestie had best kansen een plekkie te behouden in de vijver met aanhoorbare radiostations maar gaat waarschijnlijk met bestuur en al ten onder. De vraag is alleen: Wie gaat eerder? Ik gok op de laatste, gezien de leeftijd…

Het leukst zijn de radiocluppies die met weinig middelen groots radio kunnen maken. Ingrediënten zijn een aantal gelijkgestemden, de juiste spirit, korte lijntjes en een vleugje talent. Het is de truc om eerst een koers uit te zetten en die niet uit het oog te verliezen. Dan heeft minister Brinkhorst vast wel een leuke frequentie over…

Bart Meijer