Deel 2 in de mini-serie kort-en-krachtige columns. Onder het mom: ’t is zomer, geen komkommer! Een paar dagen geleden verveelde ik u met veel getalletjes. Nu meer van dat.
Ik vond namelijk een artikeltje over de hoeveelheid advertenties in de veldslagstaten, ofwel de staten waar het spannend is in de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Antwoord op de vraag: om welke staten gaat het volgens de campagneteams en hun vrienden?
Dat van ‘die vrienden’ moet ik even uitleggen. Sinds de nieuwe campagnefinancieringswet is aangenomen, zijn er allerlei regels aan de sponsoring van politieke kandidaten gebonden. Men hoopte dat daardoor het voordeel van de rijkste – die meer advertenties kon uitzenden – weg te nemen. Die hoop duurde niet lang. Want, als je zelf geen advertentie mag uitzenden, dan laat je het je vrienden toch doen? In een land met vrijheid van meningsuiting kan dat niet verboden worden. Het onderscheid tussen de twee soorten spotjes is grappig. In campagnespotjes moet de kandidaat tegenwoordig zeggen dat hij het spotje heeft goedgekeurd: ‘I am George W Bush, and I approve of this message’. Beetje slapstick vind ik. Zeker na alle bagger die de kandidaten over mekaar uitstorten.
De data: Iowa, Missouri, Ohio en Wisconsin krijgen belachelijk veel reclamespotjes te verwerken. Wat betekent dat? Nou, dat Bush en Kerry denken dat die vier staten hard nodig zijn om de verkiezingen te winnen.
Hoe zat het ook alweer met dat ‘staten winnen’? Nou, de presidentsverkiezingen zijn hier geen directe verkiezingen, maar getrapte verkiezingen, een beetje zoals wij de 1e kamer kiezen: via de provinciale staten. Degene die in een staat de meeste stemmen krijgt, krijgt (in de meeste staten, er is vast wel een uitzondering) alle kiesmannen van die staat voor zich in het landelijke plaatje. Het aantal kiesmannen per staat is gelijk aan het aantal afgevaardigden in het federale congres in Washington van die staat. Iedere staat heeft twee senatoren en een aantal huisleden dat min of meer afhankelijk is van het aantal inwoners van een staat. Kleine staten hebben een klein voordeel, net zoals Malta en Luxemburg eigenlijk een overmatige aantal parlementariërs hebben in het EU parlement in vergelijking met Duitsland of Polen.
In de campagne gaat natuurlijk meer aandacht van de kandidaten uit naar staten waar het een nek-aan-nek race is. De staten waar het een gelopen race is, zitten of in de binnenzak, of zijn toch al verloren, waarom nog proberen?
Voorbeeldjes: in 2000 won Gore in Washington, DC met 85% van de stemmen. Tja, om dan daar je campagne geld in te gaan steken. Kun je beter in Ohio doen. In 2000 won Bush met slechts 4% van Gore in Ohio. Het is dus aan Kerry om die 4% van Bush af te snoepen. Daar komt nog bij dat Ohio sinds 1892 altijd voor de winnende kandidaat heeft gestemd. Anders gezegd: volgende de statistieken moet je Ohio winnen, ander kun je het wel vergeten.
En dat weten we inmiddels hier in Ohio. Bush en Kerry buitelen over mekaar hier. Iedere week hoor ik wel in het lokale nieuws dat Bush, Cheney of Kerry langs is geweest. Ik vermoed dat Edwards binnenkort ook langskomt. In Ohio zijn door Kerry en zijn vrienden inmiddels 22.896 spotjes uitgezonden. Twee-entwintigduizend achthonderd zesennegentig! Bush bleef steken op 9.396.
Ter vergelijk: Ohio is twee en een halve keer zo groot als Nederland en heeft ongeveer net zoveel inwoners als Belgie. Florida (4 keer zo groot als NL, 14 miljoen inwoners, met Jeb, de broer van Sjors als gouverneur) kreeg 16.329 Kerry spotjes en 11.947 Bush spotjes te verwerken. Wisconsin (4 x NL, 2 miljoen inwoners, de kaasstaat), waar Bush in 2000 met minder dan 1% van de stemmen won: 9867 Kerry spotjes, 5445 Bush spotjes.
Nog meer vergelijkend nummermateriaal. In Maine (2 x NL, 1,2 miljoen inwoners), waar maar weinig stemmen te winnen zijn kocht Kerry ‘slechts’ 2.896 spotjes in, en Bush 1.567. Tot slot nog de getallen voor New Mexico (8 x NL, 1,7 miljoen man), waar Gore in 2000 met slechts 500 stemmen won: Kerry 3.306, Bush 1.611.
Wat me trouwens opviel in dit artikel is dat er wel geteld werd voor de spotjes van de vrienden van Kerry, zoals Moveon.org, maar dat Bush blijkbaar geen vrienden heeft, want daar werden geen getallen voor gegeven. Vreemd.
In ieder geval maakt het wel duidelijk dat de campagne nu al enorm op gang is gekomen en dat er in Nederland nog heeeeel wat meer zendtijd voor politieke partijen moet komen voordat we ‘Amerikaanse toestanden’ hebben.
Vriendelijke groet,
Jasper,
Uw Vliegende Radiowereldreporter in Ohio