Er was eens een slager die worst maakte. Die slager deed dat zo goed dat zijn worst steeds beroemder werd in het land. Steeds meer mensen kochten hun worst bij deze slager, die goede zaken deed. Natuurlijk ging dat niet onopgemerkt voorbij aan andere slagers die afgunstig keken naar zijn succes. De meeste van die andere slagers verkochten ook worst en zagen hun omzet langzaam dalen omdat steeds meer mensen hun worst bij die ene beroemde slager haalden. De andere slagers lieten het er uiteraard niet zomaar bij zitten en besloten eens goed te onderzoeken wat nou het geheim van die beroemde slager was.
Ze kwamen erachter dat de beroemde slager alleen maar varkensvlees van hoge kwaliteit gebruikte.
“Aha”, zeiden de andere slagers en zij besloten om voortaan ook alleen maar worsten met varkensvlees te gaan maken. Natuurlijk had de beroemde slager ook nog een geheim kruidenmengsel wat zijn worsten uniek maakte. De ingrediënten van dat kruidenmengsel kenden de andere slagers niet, maar in ieder geval wisten ze nu dat ze varkensvlees in hun worsten moesten doen.
Enthousiast geworden door wat ze van het onderzoek hadden geleerd, besloten de slagers om de worst van de beroemde slager nog verder te onderzoeken. Zo kwamen zij ook meer te weten over het vetgehalte van de worst en keken zij eens goed naar de vorm en de grootte van de worst.
“Aha”, zeiden de slagers, “dus dit is wat een worst beroemd maakt”. De slagers wisten alleen niet wat de beroemde slager in zijn beroemde kruidenmengsel deed. Maar in ieder geval konden ze hun best doen om de smaak van hun worsten zoveel mogelijk op die van de beroemde worst te laten lijken.
De beroemde slager had ondertussen lucht gekregen van de acties van de andere slagers en besloot uiteraard ook om het er niet bij te laten zitten. Hij besloot om eens een goed onderzoek onder zijn klanten te houden om de kwaliteit van zijn worst nog beter te maken. Zo kwam de beroemde slager er bijvoorbeeld achter dat de klanten vonden dat er soms harde stukjes in het varkensvlees zaten. Ook vonden veel klanten dat de worst toch een beetje aan de zoute kant was en niet iedereen was tevreden over het vetgehalte van de worst. Gewapend met deze nieuwe kennis sleutelde de beroemde slager verder aan zijn worst om de smaak nog verder te verfijnen. En niet zonder succes. Nu de slager ook wist wat de klanten juist niet willen verkocht hij nog veel meer worsten.
Natuurlijk lieten de andere slagers dit op hun beurt ook niet zomaar over hun kant gaan en ook zij deden onderzoek onder de klanten. Ook zij hoorden dat de klanten geen harde stukjes in het vlees wilden en dat de worst soms wat zout was.
De slagers besloten om meteen radicaal in te grijpen. De harde stukjes gingen uit het vlees, de hoeveelheid zout werd drastisch verminderd en ook op andere manieren werd de worst aangepast. “Mooi zo”, zeiden de slagers, “nu weten we ook wat de klanten niet willen”
Het geheime kruidenmengsel van de beroemde slager kenden ze nog steeds niet, maar ze bleven hun best doen om de smaak van de beroemde worst zoveel mogelijk te benaderen.
Ondertussen begon een groep klanten toch wel een beetje te klagen dat de worsten op elkaar begonnen te lijken en dat er niet meer zoveel keuze was. “Het is allemaal varkensvlees”, mopperden de klanten, “er is nog maar weinig variatie over”. Een aantal slagers riep: “De klanten hebben groot gelijk, wij gaan het anders doen”. Deze slagers besloten om worst te gaan maken met rundvlees, kippenvlees en paardenvlees. Een enkele slager ging zelfs worst met schapenvlees verkopen. Hij suggereerde ook dat het misschien tijd was om te onderzoeken wat de klant van deze nieuwe worsten vond. “Nee”, zeiden de andere slagers, “door dat gedoe met onderzoek lijken alle worsten nu op elkaar, wij gaan het anders doen”.
En dus maakten de slagers worst met rundvlees, paardenvlees, schapenvlees en kippenvlees zonder onderzoek te doen onder de klanten. Ook deden zij geen kruidenmengsel bij de worst. “Wij hebben geen kruidenmengsel nodig”, zeiden de slagers, “het vlees in onze worsten is al heel anders, dat moet voldoende zijn”. De worsten werden verkocht aan een weliswaar kleine, maar enthousiaste groep klanten. “Mooi zo”, zeiden de slagers, “er komen vanzelf wel meer klanten als men weet dat onze worst anders is”.
Met de slagers die nog steeds worst met varkensvlees verkochten ging het niet zo goed. De meeste klanten kochten nog steeds de worst van de beroemde slager waardoor de verkoop van hun worsten laag bleef. Met de slagers die worsten van ander vlees maakten ging het al niet veel beter. De klanten waren wel enthousiast maar het waren er te weinig. Ze moesten meer worsten verkopen. “Misschien moeten we er toch maar een klein beetje varkensvlees in doen”, zeiden de slagers, “want daar houden de mensen tenslotte van”. En dus mengden de slagers hun worsten met een beetje varkensvlees, de ene slager een beetje meer dan de andere.
De beroemde slager deed ondertussen goede zaken met zijn worst. Hij had een flinke klantenkring opgebouwd dankzij de succesformule van zijn beroemde worst. Natuurlijk bleef hij af en toe sleutelen aan de smaak, maar dat maakte zijn klanten alleen maar meer tevreden. Sterker nog, de beroemde slager kreeg steeds meer klanten waardoor de andere slagers nog minder worst verkochten.
Teleurgesteld en moe gestreden besloten de slagers het bijltje erbij neer te gooien. “Hoe kan dat nou?”, vroegen de slagers zich af. “We hebben er echt alles aan gedaan om onze worsten zoveel mogelijk op die beroemde worst te laten lijken, we hebben alles veranderd wat de klant niet goed vond, maar toch verkopen we te weinig worst”. “Misschien moeten we nog eens naar het kruidenmengsel kijken”, zei één van de slagers. “Nee”, zeiden de andere slagers, “we hebben de smaak van de beroemde worst al heel goed benaderd dus aan het kruidenmengsel ligt het niet”.
Daar waren de slagers die ander vlees gebruikten het roerend mee eens. “Wij hebben het zelfs geprobeerd met paardenvlees, rundvlees, kippenvlees en schapenvlees maar dat werkte al niet”, zeiden zij.
“Nee”, concludeerden de slagers eensgezind, “de mensen lusten alleen maar varkensvlees!”
DE MORAAL VAN DIT VERHAAL: net zoals een worst meer is dan het vlees wat erin zit, is een radiostation meer dan alleen de muziek die erop gedraaid wordt.
Uiteindelijk is het “kruidenmengsel” – dat wat een radiostation echt uniek maakt – waar het om draait.
Voor de radiostations die menen dat alleen de muziek of doen-wat-de-rest-ook-doet genoeg is, hoop ik dat dit toch een leuke verhaaltje was voor het slapengaan.
Welterusten…