Onderzoeksbureau Arbitron heeft afgelopen vrijdag voor de allereerste keer de resultaten bekend gemaakt van de elektronische luistercijfersmeting in Philadelpia, zo meldt ‘Mediaweek’. Het gaat hierbij om de gegevens van de periode 8 maart tot 4 april 2007. Zoals te verwachten was, blijken de rangen en standen tussen de verschillende radiostations er flink anders uit te zien dan de traditionele dagboekmethode tot nu toe liet zien. Ook blijkt dat Afro-Amerikanen het meest naar de radio luisteren.
PPM
Voor onderzoeksbureau Arbitron betekent de publicatie van de eerste elektronisch gemeten luistercijfers een mijlpaal in haar geschiedenis. Al jaren is Arbitron bezig met de ontwikkeling hiervan. Voor het elektronisch meten maakt Arbitron gebruik van een Portable People Meter, kortweg PPM. De PPM is een klein apparaatje, ter grote van een gemiddelde mobiele telefoon, dat de deelnemer continue bij zich moet dragen. Het registreert precies naar welk station en op welk tijdstip er geluisterd wordt.
Het bepalen van het kijk- en luistergedrag met behulp van de PPM werkt met behulp van een audiowatermerk. Alle deelnemende radio- en televisiestations zenden een audiowatermerk, dat onhoorbaar is, uit wat weer door de PPM opgevangen wordt.
Phily bijt spits af
Na een flink aantal tegenslagen, waarbij de invoering van de elektronische luistercijfersmeting zelfs werd uitgesteld, mocht Philadelhpia het spits afbijten. Op 11 januari werd, met de publicatie van de ‘fall ratings’ officieel afscheid genomen van de traditionele dagboekmethode. En kort na de invoer van de elektronische luistercijfersmeting kwam er nog meer goed nieuws voor Arbitron. Clear Channel, die tot nu toe weigerde mee te werken aan de elektronische meetmethode, besloot begin maart alsnog om mee te doen. Dit betekent overigens niet dat Clear Channel al geheel overstag is, want vooralsnog is er alleen groen licht gegeven voor Philadelphia.
Afgelopen vrijdag publiceerde Arbitron voor het eerst de resultaten van de elektronische luistercijfersmeting. En dan blijken de rangen en standen toch wel iets anders verdeeld te zijn, dan tot nu toe werd gedacht. Dit komt mede doordat de cijfers voortaan niet meet gebaseerd zijn op luisteraars van 12 jaar en ouder, maar vanaf 6 jaar en ouder. Desondanks mag de top 5 enigszins verassend genoemd worden, omdat deze voornamelijk bestaat uit stations met overwegend oudere luisteraars.
B101 blijft 1
De popzender B101 blijft de touwtjes stevig in handen houden met een marktaandeel van 9,2%. Een stijging van 1,2% ten opzichte van de oude methode. Plek 2 is voor de nieuwszender KYW met 8,4%. Ook deze zender blijkt veel beter te scoren dan voorheen werd vernomen. Hetzelfde geldt voor de rockzender 93.3 WMMR, de oldieszender 98.1 WOGL en de classicrockzender 102.9 MGK, die de top 5 compleet maken. Daarmee worden de urbanzenders 105.3 WDAS en Power 99FM (WUSL) van Clear Channel uit de top 5 verbannen. En dat mag enigszins opmerkelijk genoemd worden, aangezien blijkt dat juist Afro-Amerikanen het meest naar de radio luisteren. Gemiddeld luisteren zij 12 uur per week naar de radio, een half uur meer dan het ‘overall’ gemiddelde.
Met de publicatie van de eerste elektronisch gemeten luistercijfers neemt Arbitron in Philadelphia ook officieel afscheid van de kwartaalcijfers. Voorheen werden bij de dagboekmethode de cijfers van drie maanden gecombineerd tot kwartaalcijfers, maar vanaf nu zullen zij afzonderlijk per maand gepubliceerd worden.
Het is de bedoeling dat de vijftig grootste radiomarkten in 2010 elektronisch gemeten gaan worden. Vanaf juni zal Houston de overstap gaan maken op de PPM gevolgd door New York in december en Los Angeles en Chicago in maart 2008. [RS/Radio.NL]
