KPMG publiceert analyse Vlaams radiolandschap

Adviesbureau KPMG heeft afgelopen week de behoefte- en marktanalyse van het Vlaamse radiolandschap gepubliceerd. De studie, gemaakt in opdracht van mediaminister Ingrid Lieten, heeft als doel de toekomstige beleidskeuzes te onderbouwen. In 2016 lopen de huidige (FM-)vergunningen af en dient er tevens een nieuwe overeenkomst met de VRT gesloten te worden.

Nieuw radiolandschap
In februari van dit jaar kreeg KPMG de opdracht om een behoefte- en marktanalyse bij de sector uit te voeren. KPMG legde hiervoor vragenlijsten voor aan de radiosector, de luisteraars en bij adverteerders.

De studie moet leiden naar een nieuw Vlaams radiolandschap, die in 2016 ingaat. Op 25 september 2106 lopen namelijk de vergunningen van de landelijke en lokale particuliere (commerciële) radiostations af. Tevens dient er eind dat jaar een nieuwe beheersovereenkomst met de openbare omroep VRT te zijn.

Wie wel eens door België rijdt en over de FM-band zapt zal tot een duidelijke conclusie komen: Vlaanderen kent een heel ander radiolandschap dan Nederland. Want terwijl we in Nederland de keuze hebben uit vele landelijke publieke en commerciële omroepen, diverse publieke en commerciële regionale omroepen en honderden lokale omroepen is het aanbod in Vlaanderen een stuk magerder.

Vlaanderen telt vijf radiostations van de VRT, drie landelijke commerciële radiostations (Q-music, Joe FM en Nostalgie, al is de laatste een fusie tussen vijf provinciale stations), en bijna 300 particuliere lokale stations, waarvan er een slordige 200 samenwerken. Voorbeelden hiervan zijn zogenoemde ketenradio’s als Topradio, Story FM, Radio Maria en Family Radio.

Radiorevolutie?
Na tientallen jaren aanmodderen zou er door de studie dus eindelijk een meer volwassen en beter verdeeld radiolandschap in Vlaanderen kunnen komen, maar of dit ook daadwerkelijk gebeurd is nog maar de vraag. De uitgangspunten en resultaten zullen naar verwachting namelijk na 2016 voor weinig ingrijpende wijzigingen in het radiolandschap gaan zorgen. En als de overheid niet ingrijpt zal deze de komende jaren muurvast blijven zitten.

Allereerst is het uitgangspunt dat de VRT al zijn FM-frequenties behoudt en dat er voor particuliere radiostations geen nieuwe FM-frequenties bijkomen. Van een grote Zerobase, zoals deze in Nederland in 2003 is doorgevoerd, is dus (opnieuw) geen sprake.

Nieuwe technologieën
Opvallend is dat de invloed van nieuwe radiodiensten en -technologieën op het huidige en verwachte luistergedrag naar de FM-radio nauwelijks beïnvloedt. Een grote meerderheid van de respondenten geeft aan evenveel naar de FM-radio te luisteren als drie jaar geleden. Ook voor de toekomst verwacht een grote meerderheid evenveel naar FM-radio te zullen luisteren.

Maar ook bij de radiostations en adverteerders is er nauwelijks interesse voor nieuwe radiodiensten en –technologieën. Zo staan radiostations niet echt te trappelen om uit te gaan zenden via DAB+ omdat investeringen te duur zijn en er nauwelijks bekendheid is bij de luisteraars. Dit dreigt dan ook het klassieke kip en ei verhaal te worden, want als er nauwelijks aanbod is, is er ook nauwelijks interesse.

Momenteel zendt alleen de VRT zijn radiostations in de oude DAB (MP2)-standaard uit. Naast de VRT stations die op FM te ontvangen zijn, zijn ook Sporza, MNM Hits, Nieuws+ en Klara continuo digitaal via de ether te ontvangen. Commerciële radiostations zijn niet te ontvangen via DAB(+). Een eerdere Call for Interest van zenderexploitant Norkring leverde de nodige interesse op van een aantal lokale radio-omroeporganisaties die samen radio willen gaan maken via DAB+, maar alleen als ook de grote landelijke radiostations gaan uitzenden via DAB+.

Ook het uitzenden van themastations of doelgroepenradio’s via internet heeft nauwelijks interesse van radiostations en adverteerders. Zo zijn de kosten om uit te zenden via internet nog relatief hoog, omdat nog per luisteraars wordt afgerekend. Maar ook voor luisteraars lopen de kosten flink op als zij onderweg willen luisteren naar deze stations. Net als in Nederland hanteren namelijk ook de Belgische telecomproviders een datalimiet.

Aanbevelingen
De studie van KPMG komt met een aantal aanbevelingen. Allereerst is het zinvol om te kijken hoe de huidige FM-pakketen voor particuliere stations beter verdeeld of geoptimaliseerd kunnen worden. Mogelijk kan hierdoor een extra FM-pakket voor een landelijke zender gecreëerd worden.

Daarnaast adviseert KPMG om ketenradio’s en lokale omroepen apart te erkennen. Momenteel maakt de mediawet nog geen onderscheid tussen deze stations en vallen ze allen onder particuliere lokale radio.

Tenslotte is KPMG van mening dat de overheid een leidende rol moet spelen bij de invoering van nieuwe technologieën zoals DAB+. Zoals eerder gezegd hebben de radiostations geen interesse omdat er nauwelijks luisteraars zijn, terwijl luisteraars geen interesse hebben omdat er nauwelijks aanbod is. De overheid zou hierbij de kar kunnen trekken, zoals in Nederland is gebeurd.

Hoe verder?
De studie gaat nu eerst naar de mediaraad, die een advies zal formuleren. Verder is het de bedoeling dat een onafhankelijke partij vervolgens de mogelijkheden binnen het bestaand technisch kader zal bekijken.

“Het is belangrijk dat de komende maanden resterende vragen verder verduidelijkt worden, het debat verder gevoerd wordt en onderzocht wordt wat technisch mogelijk is. Het publieke debat over hoe het radiolandschap er in de toekomst zal uitzien, zal gevoerd worden op de Staten Generaal van de Media waar tijdens een afzonderlijk debat alle betrokken partijen van gedachten zullen kunnen wisselen”, aldus minister Lieten.

Het complete rapport “Behoefte- en marktanalyse van het Vlaamse radiolandschap” door KPMG is hier te lezen. [RS/Radio.NL]

Gerelateerde berichten