In 1989 maakte ik programma’s voor een lokale radiozender in de IJmond, die inmiddels al geruime tijd niet meer bestaat. Mijn activiteiten beperkten zich tot het weekend en betroffen zowel het verzorgen van de nieuwsredactie op zondag als het maken van een eigen programma op zaterdag.
Op zekere dag stond er een 11-jarig jongetje voor de deur. Hij luisterde regelmatig naar onze zender, deed mee aan telefoonspelletjes en wilde wel eens kijken hoe wij onze programma’s maakten. Minutenlang stond hij geboeid te kijken naar mijn verrichtingen op het radiovlak. Op dat moment besefte ik nog niet dat hij het in zich zou hebben om later zelf als programmamaker aan de slag te gaan.
Dat besef kwam twee jaar later, toen het jongetje bij een ander station zijn eerste eigen programma mocht presenteren. Hij kreeg de kans om zich te ontwikkelen, hij werd opgeleid en begeleid door ervaren vrijwilligers en zie daar… Hij maakte zijn dromen waar. Dat jongetje heette Martijn Kolkman. Tegenwoordig is hij één van de jocks van Radio 538. En hij is beslist niet de enige landelijk bekende presentator die is begonnen bij een van de vele lokale radiostations die ons land rijk is. Bij dezelfde hitzender werkt immers ook Tim Klijn, die mij in 1993 een bandje toeschoof met een door hem gemaakt proefprogramma. Hij had ervaring als technicus bij een ander station, maar mocht daar niets doen vanwege zijn jeugdige leeftijd. Tim was 14. Of ‘ie een eigen programma mocht. Ik luisterde en vond het OK.
In hetzelfde jaar, 1993, maakte ik kennis met Maarten Schelvis. Een druk, nee, heel druk jochie van een jaar of 14 met dezelfde passie voor radio. Ervaring had ‘ie niet, maar alles vond ‘ie prachtig. In de eerste tijd dacht ik ‘wat moet ik met die jongen’, maar op zijn verzoek heb ik ‘m destijds vertrouwd gemaakt met de apparatuur in onze studio. Het bedienen van de mengtafel, de cd-spelers en de overige zaken die nodig zijn om een radioprogramma te kunnen maken. We werkten nog met cassettebandjes en cd-spelers die niet automatisch begonnen te spelen als je de betreffende schuif op de mengtafel open deed. Maarten kreeg van ons de kans en greep die met beide handen aan. Sindsdien is hij helemaal los. Deze week kwam zijn vierde cd-single binnen in de NL Top 20 en is hij een veelgevraagd Feest-DJ in het après-ski circuit.
Lokale omroepen zijn bij uitstek geschikt als kweekvijver voor nieuw radiotalent. Soms vraag ik me af of de ‘grote omroepen’ er een headhunter-beleid op nahouden. Het zou niet onlogisch zijn om als baas van een populair radiostation regelmatig een lokale zender te (laten) beluisteren en zo een beeld te verkrijgen van het vele talent dat in den lande rondwandelt. Bij het voetballen gebeurt al jaren hetzelfde. De grote clubs bekijken wedstrijden van de amateur-jeugd en bieden talentjes een kans op een voetbal-carrière. Als dat bij de omroepen ook zo zou gaan, heeft dat volgens mij een positief effect op de toekomstmogelijkheden van menig lokaal presentator. Want zeg nu zelf, hoe goed kun je je als omroepbaas een beeld vormen van iemands talent op basis van 15 minuten demo?
Nu weet ik ook wel dat de omroepbazen hier waarschijnlijk geen tijd voor zullen hebben. Nou, dan maken ze maar tijd? Immers, een investering in kwalitatief goed personeel is een gouden investering voor elk bedrijf. En het zou meteen het eeuwige stempel van de kruiwagen die nodig is om erbij te komen doen verdwijnen. Uiteraard zulks naast de bestaande sollicitatieprocedures. Maar ja, een baan als presentator is nu eenmaal iets anders dan een baan als secretaresse of monteur. Er komt een stuk natuurlijk talent bij kijken, waardoor een afwijkende sollicitatieprocedure wellicht gerechtvaardigd is. Mochten er omroepbazen zijn die inderdaad op deze manier werken of willen werken, weet dan dat ik ook anno 2003 nog interessant talent heb rondlopen dat op het punt staat ontdekt te worden…