NLCR: Kabinet discrimineert regionale commerciële radiostations

Regionale commerciële radiostations tegen het veilen van radiofrequenties, zo reageert de NLCR deze week in een uitgebreid bericht richting de media.

De regionale commerciële radiostations, waarvan het merendeel is verenigd in de NLCR (de belangenvereniging voor de niet-landelijke commerciële radiostations), vinden het besluit van het kabinet om haar veilingplannen door te zetten hooghartig en onverantwoord. Daarbij plaatsen zij grote vraagtekens bij de onafhankelijkheid van de door het kabinet ingewonnen expertise. De regionale stations onderschrijven de conclusie van de commissie Andriessen en pleiten voor de toepassing van een vergelijkende toets voor de verdeling van radiofrequenties.

Een veiling van radiofrequenties zal voor de nog prille regionale commerciële radiobranche een pure slachting betekenen. In Zweden, waar in 1994 als enige land van Europa een veiling van regionale frequenties heeft plaatsgevonden, heeft deze veiling geleid tot vele faillissementen, ketenvorming, internationalisering, een middelmatige programmering en een verliesgevende bedrijfstak. In Zweden heeft men de lessen geleerd en er zal in 2002 niet meer geveild worden.

De huidige regionale radiostations, zoals Rebecca in Noord en Oost Nederland, HOT Radio in Oost Nederland, 8FM in Brabant, Keizerstad FM in Arnhem/Nijmegen, City FM in Amsterdam, Happy Radio in Haarlem, het jongerenstation Airpeace Power in Almere, het Hindoestaanse Radio Amor in Rotterdam, zenden pas vanaf eind 1998, begin 1999 via de ether uit en zijn alle in opbouw. Geen van deze stations heeft tot nu toe winst gemaakt. Wel hebben zij allen met grote aanloopverliezen te maken.

De regionale radiomarkt is mede hierdoor de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. De regionale commerciële radiostations bereiken gezamenlijk reeds meer dan 4 miljoen luisteraars, waarvan 1,2 miljoen tenminste een keer per week op een van deze radiostations afstemt.

Ingeval van een veiling zullen zij niet mee kunnen bieden of, zoals in Zweden is gebeurd, onverantwoorde biedingen moeten doen om de internationale, veelal beursgenoteerde mediabedrijven (NRJ Frankrijk, Capital FM Engeland en Clear Channel USA), die in hun thuislanden niet of nauwelijks behoeven te betalen voor radiofrequenties, te overtreffen.

Het kabinet discrimineert door voor een veiling te kiezen de bestaande regionale partijen op twee manieren.

Ten eerste hebben de regionale commerciële radiostations de afgelopen drie jaar grote investeringen gedaan in het ontwikkelen van de regionale radiomarkt bij luisteraars en adverteerders. Deze investeringen zadelen de bestaande partijen op met grote schulden. Hierdoor heeft een nieuwkomer een betere financiële uitgangspositie dan een bestaande partij om van de inmiddels ontwikkelde regionale radiomarkt haar voordeel te halen.

Ten tweede hebben buitenlandse partijen die niet betalen in hun thuismarkt voor frequenties een veel betere financiële uitgangspositie dan partijen die hun thuismarkt in Nederland hebben.

Door het toepassen van een veiling voor de verdeling van lokale en regionale FM-frequenties bereikt de regering dus precies het omgekeerde van wat zij beoogt en telkens heeft betoogd, namelijk: een florerende pluriforme en betrokken regionale radio branche in Nederland.

Via een vergelijkende toets wordt veel meer recht gedaan aan de belangen van de luisteraars, de bestaande regionale radiostations en (regionale) nieuwkomers, alsmede aan het beleid van het kabinet.

De NLCR, alsmede haar leden zullen zich dan ook met alle middelen verzetten tegen de uitvoering van de zeer schadelijke kabinetsplannen. (NLCR / 4 September 2001)