Commerciële radiofrequenties

Staatssecretaris Wijn van Economische Zaken heeft, mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, op verzoek van de Tweede Kamer een brief gestuurd om te reageren op het besluit van de Kamer om de verdeling van commerciële radiofrequenties controversieel te verklaren. Hieronder leest u de brief.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal

Mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen antwoord ik op het verzoek van de Tweede Kamer, naar aanleiding van het ordedebat op 31 oktober 2002, om te reageren op het besluit van de Kamer om de verdeling van commerciële radiofrequenties controversieel te verklaren.

Naar aanleiding daarvan merk ik op dat de keuzen met betrekking tot de verdeling zijn gemaakt en zijn vastgesteld in het frequentiebesluit. Deze keuzen liggen in het verlengde van het strategische akkoord dat door een meerderheid van de fracties in uw Kamer werd aanvaard.

Thans rest nog slechts de uitvoering van het frequentiebesluit hetgeen geen nadere besluitvorming van uw Kamer vergt. Zoals u bekend, heeft de rechter voor de verdeling van commerciële radiofrequenties een tijdpad opgelegd waarin is bepaald dat uiterlijk 1 januari 2003 een bekendmaking dient plaats te vinden en dat de vergunningen uiterlijk 1 juni 2003 dienen in te gaan.

Tevens heeft hij aangegeven dat indien op enig moment blijkt dat dit tijdpad niet wordt gehaald, aan een tijdelijke tussentijdse verdeling niet valt te ontkomen. In zijn eerdere uitspraak stelde de rechter reeds vast dat nader overleg van de Kamer of het ontbreken daarvan geen rechtvaardiging van vertraging van het proces van verdeling oplevert.

Een en ander overziend is het kabinet tot de conclusie gekomen dat aan het kabinetsbesluit, gebaseerd op de rechterlijke uitspraak onverkort uitvoering dient te worden gegeven.

In formele zin is daarvoor geen instemming van de Tweede Kamer noodzakelijk. Dit impliceert dat het kabinet voortgaat met de voorbereiding van de vergelijkende toets zoals besloten en zodanig dat de vergunningen voor 1 juni 2003 zijn verleend.

mr. drs. J.G. Wijn
De staatssecretaris van Economische Zaken