Vorige week is het wetsvoorstel ‘Afschaffing omroepbijdrage’ naar de Tweede Kamer verstuurd.
Uit de Toelichting:
In verband met het vervallen van de mogelijkheid tot opslag op de heffing van de omroepbijdrage zal het Gemeentefonds met circa drie miljoen gulden worden verhoogd. – OLON, de overkoepelende organisatie van Nederlandse lokale omroepen ziet een lichtpuntje, maar is verder allesbehalve tevreden. Pieter de Wit, directeur Olon, stuurde een stand van zaken naar de leden.
Goed maar het kan beter
Het lijkt erop dat de druk om lokale omroepen niet als bakstenen te laten vallen toch iets heeft opgeleverd. De omroepen, waarvoor nu al een lokale opslag ingevoerd is, lijken daarmee minstens voor de periode waarvoor de lokale opslag is vastgesteld, verzekerd van inkomsten.
Voor de OLON is dit niet voldoende. Er moet een alternatief komen voor de opslag. Want er staat toch in de Toelichting: – Bijzonder aandachtspunt bij de uitwerking hiervan is dat de onafhankelijkheid van de publieke omroep en zijn financiering gewaarborgd moet zijn op een wijze die gelijkwaardig is aan de bestaande financiering uit de omroepbijdragen. – Dat betekent, dat er voor publieke lokale omroepen minstens een regeling moet komen, waardoor ook nieuwe gemeenten een gelijkwaardige regeling als lokale opslag moeten kunnen invoeren. Het kan toch niet zo zijn dat een regeling alleen compensatie biedt aan gemeenten, die zo slim zijn geweest die opslag voor bijvoorbeeld juni 1999 in te voeren? Bovendien: provincies krijgen wel een volledige compensatie, óók als er nieuwe regionale TV-initiatieven komen.
Druk op de ketel houden
OLON zal dan ook de Tweede Kamer in elk geval van deze twee rare discrepanties op de hoogte brengen. Daarnaast zullen zij natuurlijk ook de principiële vraag aan de orde stellen: – Is het nu wel zo verstandig de omroepbijdrage af te schaffen in het licht van de noodzakelijke afstand overheid/omroep? (RadioVisie)
