Televisie is weer koning in medialand, maar hij is een marionettenvorst in handen van het Internet. Dat is de conclusie na de overname van mediaconcern Time Warner door Internetprovider America Online. AOL beseft dat het voor zijn toekomst afhankelijk is van bewegende beelden en muziek, en kan die kopen door zijn krankzinnig hoge beurswaarde.
Achttien maanden geleden overwogen mediabedrijven nog om Internetbedrijven als America Online (AOL) en Yahoo! over te nemen, maar inmiddels hebben de jonkies hen overvleugeld. Slechts vijftien jaar oud is America Online, maar het bedrijf is twee keer zoveel waard als Time Warner. Internetzoekmachine Yahoo! is nog geen tien jaar oud, maar twee keer zo veel waard als Disney.
Dat lijkt onbegrijpelijk gezien de ijzersterke titels die de mediabedrijven in handen hebben. CNN van Time Warner is een begrip in de wereld, om maar niet te spreken van Sneeuwwitje, The Lion King en Pocahontas van Disney. En wat hebben die Internetbedrijven nu helemaal, vraagt menigeen zich af. America Online’s sterkste punt zijn de twintig miljoen abonnees die maandelijks 45 gulden neerleggen voor Internettoegang. Het lijkt nauwelijks een vergelijk.
‘Veel mensen hebben moeite deze overname te accepteren’, reageerde Gerard Levin, de baas van Time Warner, op gevoelens van onbegrip en onvrede. Hij voegde er echter aan toe dat hij vrede heeft met het machtsoverwicht van Internetbedrijf America Online. ‘Vandaag de dag lijken wij sterker en halen wij 80 procent van de omzet en kasstroom binnen terwijl AOL slechts 20 procent genereert, maar de toekomstige kasstroom van AOL is zo groot dat het de veel hogere aandelenkoers rechtvaardigt.’
Time Warner heeft overwogen om zelfstandig een Internetpoot op te zetten, maar zette die plannen opzij toen samenwerking met AOL mogelijk werd. ‘Dit is onvergelijkbaar veel beter’, aldus Levin.
Niettemin lijkt AOL de grote winnaar, omdat het in een klap een formidabele hoeveelheid populaire films, televisieseries, zenders en tijdschriften binnenhaalt. Daarnaast beschikt Time Warner over een kabeltelevisienetwerk met 13 miljoen abonnees.
Het zijn precies de ingrediënten waarnaar AOL op zoek was. ‘Als het nog niet duidelijk was, dan zou nu toch helder moeten zijn dat het Internet een zaak is van audio en video, en niet slechts van tekst en plaatjes’, aldus analist Phil Leigh van Raymond James tegen Internetmagazine CNET.
Dat AOL bezig was zijn positie in televisie uit te bouwen, bleek de afgelopen maanden al door overeenkomsten met kabelbedrijven en satellietzenders. Niet alleen wil AOL op die manier supersnel Internet verkopen via de kabel, het bedrijf mikt tevens op een geheel andere rol voor het Internet. Met AOL TV, een dienst die vorige week werd getoond op de elektronicabeurs in Las Vegas, voegt het bedrijf Internet toe aan bestaande televisieprogramma’s.
Dit betekent in de praktijk dat een spelletjesshow wordt aangevuld met een mogelijkheid om thuis mee te spelen, of dat de kijkers van een populaire serie in hun tv-scherm tegelijkertijd kunnen chatten met hun vrienden die ook naar de serie kijken. Ook kunnen producten uit televisieprogramma’s ter plaatse te koop worden aangeboden.
Op deze manier is Internet een aanvulling op televisie, en analisten verwachten dat dit soort aanvullend Internet steeds vaker zal worden gebruikt. ‘Amusement zal centraal komen te staan, en Internet krijg je erbij als een extraatje’, voorspelde onderzoeker Van Baker van Gartner Group vorige week in Las Vegas.
Ook de manier waarop de informatie in de huiskamer terechtkomt, zal veel lijken op de huidige televisie, verwacht hij. De capaciteit van het Internet is immers onvoldoende om iedere burger op ieder gewenst moment de speelfilm van zijn keuze voor te schotelen. Programma’s zullen daarom op vaste tijden worden uitgezonden, inclusief interactieve informatie, en slimme videorecorders als TiVo, ReplayTV en WebTV bewaren alleen die programma’s die de kijker graag wil zien.
Televisie is dus weer helemaal terug van weggeweest, en AOL is precies op tijd om een van de belangrijkste amusementsproducenten weg te kapen. (Volkskrant)
