Vandaag is het 101 jaar geleden dat Guglielmo Marconi (1874-1937) zijn eerste radiogolven van Europa naar Amerika zond. Na het succes van zijn experimenten thuis, werd hij geobsedeerd door het verzenden van berichten over de Atlantische Oceaan. Hij bouwde een zender die 100 keer sterker was dan de vorige. Mede dank zij de hulp van o.a. Edison werd het mogelijk om menselijke stemmen uit te zenden. Door zijn werk kunnen we nu bijvoorbeeld naar de radio luisteren en gsm-berichtjes ontvangen en versturen.
Reeds in 1890 slaagde Marconi er in om telegrafische signalen over te brengen. Vijf jaar later kon hij berichten verzenden over een afstand van meer dan twee kilometer. Dit was mogelijk door zijn belangrijkste uitvinding: de antenne. In 1896 kreeg hij een patent op “draadloze telegrafie”. In tegenstelling tot vroeger was er geen “draad” meer nodig tussen zender en ontvanger. Dit was niet alleen kostenbesparend, maar tevens het begin van mobiele ontvangst.
Belangrijke onderzoeken deed Marconi in Groot-Brittannië, waar hij op uitnodiging van de Engelse PTT zijn vindingen verbeterde en tevens nieuwe vondsten deed. In Engeland werd ook de maatschappij (Marconi’s Wireless, Telegraph Company) opgericht, die zijn uitvindingen te gelde maakte. In 1898 vond de eerste draadloze verbinding over het kanaal plaats.
Andere belangrijke ontdekkingen van Guglielmo Marconi waren het bestaan van de ionosfeer, die er voor zorgt dat radiosignalen worden weerkaatst en verbindingen over grotere afstanden mogelijk maakt, en de magnetisch detector. Hij experimenteerde zowel met korte als met lange golven. Marconi bleef tot op hoge leeftijd actief en deed nog verschillende andere ontdekkingen. In 1909 werd Guglielmo Marconi onderscheiden met de Nobelprijs voor natuurkunde. [Radio.nl]