Gerard Joling vindt eigen programma vreselijk

Gerard Joling vindt het programma ‘Joling & Gordon over de vloer’ vreselijk om te doen. “Het ligt helemaal aan mezelf. Ik vind het een drama om op te nemen.”

Gerard Joling vindt het programma ‘Joling & Gordon over de vloer’ vreselijk om te maken. Dat zegt de zanger zaterdag in TV Weekeinde. “De mensen die ons ontvangen zijn schatten, de cameraploeg is top, de productie is geweldig, het ligt helemaal aan mezelf”, vertelt hij. “Ik vind het programma een drama om op te nemen.”

Gerard en Gordon moeten voor de realityshow iedere week een paar dagen meedraaien in een gezin, bedrijf of vereniging. Ze gingen in de eerste twee seizoenen onder meer langs bij een varkensboer, werkten op een cruiseschip en in een seksclub. De derde reeks van de Talpa-serie wordt momenteel opgenomen. Tijdens de opnamen onstond onenigheid tussen de polderdiva’s omdat Joling niet op kwam dagen bij een draaidag. Inmiddels zijn de opnamen hervat.

Joling vertelt het programma nooit leuk te hebben gevonden. “Ik heb lang gezegd dat ik het leuk vind. Ik moet ook best veel lachen en ik vind het sublieme televisie, maar voor mij is het een crime”, legt hij uit. “Ik heb geen zin meer om me drie dagen lang te verplaatsen in andere mensen. Ik haat het om ergens anders te slapen. Lig je opeens ergens in een soort twijfelaar, en dan ook nog met Gordon.”

De reden dat Joling ondanks zijn tegenzin toch doorgaat met het programma is Talpa-eigenaar John de Mol. “Ik zei laatst nog tegen hem: ‘Ik heb geen affiniteit met Talpa en ik doe het ook niet voor Gordon. Ik vind Over de Vloer een verschrikking, maar ik doe het voor jou.” Hij voelt zich tegenover de omroepbaas verplicht om de draaidagen af te maken. “John is altijd meer dan vriendelijk, genereus en loyaal naar ons toe geweest.”

En ondanks alles heeft Geer ook wel eens lol op de set. “Ik heb van de week gedraaid met Gordon. Hij is snel, heeft zoveel humor, ik heb echt pijn in mijn buik gehad van het lachen. Hij maakt grappen en doet dingen. Ik had ze niet kunnen bedenken. Dat moet ik toegeven.”

[Novum]