Ericsson en NOB maken content voor zaktelefoons

Ericsson en NOB Nieuwe Media gaan samenwerken bij de ontwikkeling van contentapplicaties voor de derde generatie mobiele netwerken
De alliantie richt zich op het aanbieden van gebruiksvriendelijke, breedbandige toepassingen via mobiele telefoons en andere draagbare apparaten. Onder de afnemers bevinden zich telecombedrijven, contentaanbieders en ontwikkelaars van multimediadiensten. Ericsson en NOB Nieuwe Media zullen ‘enkele miljoenen’ in het project steken, zo werd maandag bekendgemaakt op een persconferentie.

“De combinatie van breedband internet en mobiliteit wordt door de UMTS-techniek een feit. Dit gaat voor een grote impact zorgen”, voorspelt NOB Nieuwe Media directeur Ton van Mil. Het is de bedoeling dat de twee bedrijven binnen een jaar een joint venture vormen. Een naam voor het nieuwe bedrijf is nog niet bekend.

“Nu al kan de consument breedbandige applicaties ontvangen via ADSL en kabel, maar de UMTS-technologie en de daarvoor ontwikkelde apparaten maken dat ook op een mobiele manier mogelijk”, aldus Ad Huijsman, president-directeur van het NOB. Het wordt dan mogelijk om via mobiele telefoons of laptops ‘on-demand’ tv-beelden te bekijken, te surfen en foto’s te maken en te versturen.

UMTS schaars bij de start
Universal Mobile Telephone System (UMTS) maakt het overbodig om in te bellen. Het is ‘always on’. De consument gaat naar alle waarschijnlijk betalen voor de hoeveelheid data die is binnengehaald of wordt verzonden. Hoe facturering precies gaat plaatsvinden hangt af van de telecomaanbieders. De UMTS-diensten zullen rond 2002 beschikbaar zijn.

In het gunstigste geval is de snelheid van UMTS 2Mbit/s. Deze snelheid zal lang niet altijd gehaald worden, zeker niet in het begin. “Er zal schaarste zijn, maar dat zal ook voor de diensten gelden. Als er meer kapitaal ingepompt wordt, zal de bandbreedte ook toenemen”, zegt van Mil.

UMTS heeft niet zo’n groot bereik als de bestaande GSM-masten. Om een goede kwaliteit te garanderen moet om de 5 kilometer een antennesysteem worden geplaatst. Vanwege de productie- en plaatsingskosten van deze systemen hoeft er niet op gerekend worden dat er snel dekking zal zijn in heel Nederland. De grote steden zijn als eerste aan de beurt. (WebWereld)

Gerelateerde berichten