Pay-per-view met één omroeplicentie

“Pay-per-viewdiensten kunnen volstaan met één omroeplicentie”. Dat zei mediacommissaris Lennart van der Meulen deze week in Amsterdam tijdens het symposium ‘Omroepen 2001… en dan?’. Van der Meulen sprak die woorden in het kader van een zaak rondom pay-per-viewdiensten die de kabelondernemingen Mediakabel (Mr Zap) en Casema aanbieden onder de naam Filmtime, waarbij via circa 25 (technische) kanalen pay-per-viewfilms worden aangeboden.

Ook UPC Digital biedt op soortgelijke wijze pay-per-view aan onder de naam UPC Select. Casema toonde zich bij monde van Jan Davids ontevreden met de verplichting van een omroeplicentie, omdat daar wettelijke programmaquota (percentages Europees en Nederlands product) aan verbonden zijn. Volgens de ‘strikte letter van de wet’ is voor elk technisch kanaal een licentie vereist, maar de mediacommissaris hield het gezien het soort dienstverlening op één licentieverplichting. Van der Meulen hoopte wel op aanpassing van de regelgeving voor diensten als pay-per-view.

Van der Meulen zei ook dat het minimumaantal leden van publieke omroepverenigingen wel naar 50.000 kan. Volgens hem zijn ze terechtgekomen in een spagaat, waarbij ‘kunst en cultuur’ naar de randen van de nacht verdwijnen en Nederland 2 is verworden tot sportzender. De publieke omroep laat zich verleiden en dwingen haar taken op te rekken en leden te binden, naast het profileren van de tv-netten. De mediacommissaris vindt daarom dat het ledenbestand van omroepen verlaagd kan worden. (Broadcastpress)

Gerelateerde berichten