Met een consistent en samenhangend aanbod van eigen producties wil Z@ppelin de tv-kijkende jeugd aan zich binden. ‘We gaan we voor een kijktijdaandeel van 18 procent.’ Aan het woord is netcoördinator Z@ppeling Cathy Spierenburg. Net als voor Nederland 1, 2 en 3 is ook voor de kinderzender van de Publieke Omroep het nieuwe tv-seizoen begonnen.
Met extra zendtijd tussen 13.00 uur en 15.00 uur op werkdagen, is Z@ppelin volgens Spierenburg uitgegroeid tot een volwaardige zender. ‘Tussen 7.00 uur en 19.00 uur zijn we nu non-stop in de lucht. Dat was hoog tijd, want mensen waren in verwarring over de vraag of Z@ppelin nou een zender, een blok of een programma was. Op deze manier kunnen we de concurrentie met Nickelodeon en Fox Kids beter aan. Die zijn heel marketinggericht in hun aanpak. Wij stellen daar eigen producties tegenover en proberen ervoor te zorgen dat alle genres voor kinderen in ons aanbod vertegenwoordigd zijn.’
Met name de oudere doelgroep tussen de zeven en twaalf jaar krijgt daarbij wat extra aandacht. Spierenburg: ‘Om erachter te komen wat ze van Z@ppelin vinden, hebben we een enquête gehouden onder 1300 kinderen. We kregen veel respons: maar liefst 50 procent. Op basis van de uitkomsten hebben we gekozen voor een aanpak die het stoere en speelse karakter van Z@ppelin moet benadrukken. Centraal in onze aanpak staat de belevingswereld van het kind. We proberen kinderen aan te spreken op alle mogelijke platforms. Dat wil zeggen: niet alleen televisie, maar ook op internet en de mobiele telefoon. Stel, een programma is afgelopen… wat kunnen kinderen dan? Wij daar moeten als Publieke Omroep een antwoord hebben.’
Soap
Dat klinkt allemaal mooi en aardig, maar hoe spreek je concreet de kinderen van tegenwoordig aan? Spierenburg: ‘We beginnen dit seizoen met een soap voor kinderen. Nickelodeon brengt er ook één maar wij hadden de planner eerder rond. Deze soap gaat Topstars heten en handelt over het wel en wee van een rockband. Verder brengen we een nieuw life middagmagazine dat BlinQ heet. Daarin moeten alle facetten van een kinderleven aan bod komen: niet alleen de wereld van de popsterren maar ook serieuze onderwerpen die dicht bij hen staan, zoals zakgeld, je eigen kamer, echtscheiding, hoofddoekjes. In de redactie zitten overigens ook kinderen.’
Voor de kleintjes begint Z@ppelin met de presentatie van Z@ppflat. ‘Dat bestaat uit korte filmpjes tussen de programma’s door die bedoeld zijn om de aandacht van de kinderen vast te houden. De setting van de studio een is ‘gewoon’ huis waar kinderen allerlei dagelijkse dingen doen’, legt Spierenburg uit. ‘Tandenpoetsen, liedje zingen etcetera. De bedoeling is om hun woordenschat en emotionele ontwikkeling te stimuleren. De filpjes lopen als een rode draad tussen de programma’s van de omroepen door.’
Belangrijke gebeurtenissen het komende seizoen zijn het vijftigjarig jubileum van kindertelevisie en het twintigjarig bestaan van Villa Achterwerk. Spierenburg: ‘We hebben dus een feestje te vieren. Ook besteden we veel aandacht aan de kinderboekenweek. Tijdens het kinderboekenbal reiken we de Z@ppelin Award uit. Dat is een prijs voor scholen en leerlingen die de Z@ppelin Musical hebben uitgevoerd; het gaat maar liefst om dertienhonderd scholen. Verder organiseren we een wedstrijd wie het langste kan lezen. En natuurlijk vindt ook het oude, vertrouwde Sinterklaasjournaal weer doorgang.’
Loyaal
Genoeg nieuw aanbod dus, maar is het voldoende om de televisiekijkende jeugd aan Z@ppelin te binden? Spierenburg: ‘Kinderen zijn niet loyaal aan zenders en laten zich gemakkelijk beïnvloeden door hun leeftijdgenoten. Een toonaangevend kind dat wel of niet naar een programma kijkt is voldoende, en de rest volgt vanzelf. Bovendien heeft kwaliteit voor kinderen een andere betekenis dan voor volwassenen. Ze kijken niet of er sprake is van een goede dialoog of van optimale belichting. Het gaat erom dat het verhaal ze raakt.’ Hoe dan kinderen te binden? ‘Je moet blijven geloven in wat je doet’, aldus Spierenburg. ‘En de actieve participatie van kinderen zoveel mogelijk stimuleren. Een mooi voorbeeld daarvan is Idols: evenementen-tv op verschillende platforms. We moeten streven naar dat soort conceptontwikkeling, maar dan passend bij de Publieke Omroep.’
Verder zijn consistentie, samenhang en volume van het aanbod van belang. Spierenburg: ‘Die bereik je alleen door als omroepen zoveel mogelijk samen te werken. Er zijn twee miljoen kinderen. Sommige daarvan zijn rauwdauwers, andere leeskinderen en weer andere speelkinderen. Om die te kunnen bereiken moet de Publieke Omroep alle middelen benutten.’
De invloed van televisie op kinderen is groter dan men denkt, is de stellige overtuiging van de netcoördinator. ‘Een serie als Pokemon, bijvoorbeeld, heeft bij frequent kijken invloed op het taalgebruik en gedrag van kinderen. Ze worden er rusteloos en ongedurig van. Het wordt kinderen tegenwoordig te gemakkelijk gemaakt. Er is zoveel keuze op tv, veel kinderen hebben een eigen tv-toestel op hun kamer. Ouders zouden hun kinderen beter moeten begeleiden bij wat ze kijken.’ Mijmerend: ‘Ik ben geen mens dat zegt: ‘Vroeger was alles beter.’ Maar er mogen best restricties zijn. Kinderen moeten ook leren dat ze iets afkijken of afluisteren. Consumptief gedrag moet je tegengaan.’ [Spreekbuis/Radio.NL]