Raad kapittelt De Journalist in Ikon-zaak

De Raad voor de Journalistiek heeft een eenduidig negatief oordeel uitgesproken over een publicatie in De Journalist met betrekking tot de Ikon. Het vakblad voor journalisten had eenzijdig bericht over de hoogte van het salaris van de Ikon-directeur Fröberg en de besteding van het journalistieke tv-budget aan programma’s van Paul Rosenmöller, zonder enige vorm van wederhoor toe te passen. Volgens de Raad heeft De Journalist onaanvaardbaar gehandeld in haar berichtgeving, zo meldde de Ikon.

De Raad schrijft dat “het imago van de Ikon en de integriteit van haar directeur in aanzienlijke mate zijn aangetast”. Volgens de Raad is hier sprake van “een zodanige diskwalificatie van klagers (= Ikon) dat verweerders (= De Journalist) deze niet zonder een deugdelijke grondslag hadden mogen publiceren. De Raad komt derhalve tot de slotsom dat verweerders door te handelen en na te laten als hiervoor bedoeld, de grenzen hebben overschreden van hetgeen – gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid – maatschappelijk aanvaardbaar is”.

De Ikon is blij dat zijn grieven ten aanzien van de totstandkoming van het gewraakte artikel gegrond zijn verklaard. Volgens de Raad had De Journalist een artikel geschreven louter op basis van één of meer anonieme bronnen, waarin feiten, beweringen en meningen door elkaar heen liepen zonder dat er een duidelijk onderscheid werd gemaakt. Daarnaast moet een journalist bij het publiceren van beschuldigingen onderzoeken of hier een deugdelijke grondslag voor bestaat en moet wederhoor worden toegepast. Dit alles is nagelaten door De Journalist, aldus de Raad: “Voor zover de klacht ertoe strekt dat de publicatie onjuistheden bevat en dat in de publicatie zonder deugdelijke grondslag beschuldigingen zijn geuit, is deze gegrond”. Het feit dat De Journalist later alsnog een ingezonden brief heeft geplaatst van de Ikon doet volgens de Raad niets af aan de laakbare handelwijze van het vaklblad. [Radiowereld.NL]

Gerelateerde berichten