KPN heeft de rechtszaak tegen de Nederlandse Staat en toezichthouder Opta verloren. De Staat en de Opta hebben het telecombedrijf volgens de rechtbank in Den Haag niet onrechtmatig behandeld. KPN eiste dat de overheid een eind maakt aan de vermeende ongelijke regulering voor de kabel- en telecomsector.
De kabelsector probeert volgens KPN de markt voor digitale televisie samen met telefonie af te schermen voor telecomaanbieders. “Hierdoor worden de inspanningen van KPN om het kabelmonopolie op televisie aan te vallen ernstig belemmerd”, stelt het bedrijf. Het aantal ‘vaste telefonieklanten’ van KPN is vorig jaar bovendien met een half miljoen gedaald.
De Opta ontkent dat KPN onrechtmatig wordt behandeld. De rechtbank stelde de toezichthouder in kort geding in het gelijk. Volgens de voorzieningenrechter is de behandeling van KPN en de kabelmaatschappijen niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
KPN heeft na de uitspraak bekendgemaakt in hoger beroep te gaan. “KPN blijft van mening dat die ongelijkheid bestaat”, stelt het telecombedrijf. “KPN zal dit in hoger beroep opnieuw proberen aan te tonen.” [Novum/Radio.NL]