Onbegrip regeert in de Nederlandse journalistiek wat betreft de berichtgeving over en het gebruik van opiniepeilingen. Dat zegt bijzonder hoogleraar kiezersonderzoek Joop Holsteyn in een artikel op de website De Nieuwe Reporter. Volgens Holsteyn stellen journalisten te weinig kritische vragen over de totstandkoming van peilingen, terwijl daar genoeg aanleiding voor zou zijn.
Holsteyn noemt als voorbeeld de opiniepeilingen van Maurice de Hond. De Nos laat in de aanloop naar de verkiezingen van november De Hond de politieke voorkeur ‘van de Nederlandse bevolking’ onderzoeken. Vervolgens blijkt dat De Hond deze peiling baseert op onderzoek via internet. Daarmee is per definitie iedere Nederlander uitgesloten die geen internetaansluiting heeft of geen zin heeft zich aan te melden voor het internetpanel van de opiniepeiler, stelt Holsteyn. Desondanks worden deze peilingen gepresenteerd als de mening van het Nederlandse volk.
Opiniepeilingen horen een steekproef te zijn en iedere stemgerechtigde Nederlander moet evenveel kans hebben naar zijn mening te worden gevraagd. Pas dan is de peiling van waarde, zegt de hoogleraar. Journalisten zouden volgens hem veel kritischer moeten zijn over de methoden die tot het resultaat van de peiling hebben geleid. [Novum/Radio.NL]