WRR ontvouwt toekomstvisie media

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid presenteerde woensdagmiddag het rapport ‘focus op functies’. Volgens de omroepverenigingen biedt het een aantal aanknopingspunten voor de eigen visie die de omroepen op 15 februari zullen presenteren. Het rapport laat echter te veel ruimte voor verschillende interpretaties. Het denkt het te veel vanuit aanbod en te weinig vanuit de werkelijkheid van gebruiker en samenleving. De omroepen pleiten naast focus op functies ook voor een focus op de gebruiker en de sociale rol van de media.

Het WRR-rapport bevat een aantal welkome observaties en redeneringen, die ook terugkomen in de eigen toekomstvisie die de omroepverenigingen op 15 februari zullen presenteren. 

– Zo wijst de WRR een ‘BBC-model’ af, omdat het te weinig garanties biedt voor verankering in de samenleving. De WRR steunt de betrokkenheid van maatschappelijke organisatie als omroepverenigingen bij vormgeving van het mediaanbod;

– De Raad pleit daarbij terecht voor verbreding van de legitimatie van de omroepverenigingen met een ‘mandje’ met aanvullende criteria zoals kijktijdaandeel, bereik, waardering, deelname aan internetcommunities en missiegerelateerde activiteiten.

– De WRR constateert voorts dat in de toekomst zich een meer multimediaal landschap aftekent. Dat betekent dat de WRR terecht meer ruime vraagt voor omroepverenigingen om zich op dat gebied te kunnen ontwikkelen, zoals in cross-mediale allianties;

– Tegelijkertijd stelt de WRR ook dat mensen zich nog steeds primair op radio en televisie richten en dat in heel Europa nog steeds wordt gekozen voor een stelsel van publieke omroepen.

De grondgedachte van het WRR- rapport is dat publieke belangen moeten worden gedefinieerd in termen van functies (zoals nieuws, opinie& achtergronden, kunst&cultuur, vermaak) die over de volle breedte van het gehele media-aanbod moeten worden ingevuld. Het WRR rapport valt te lezen als een oproep om bij het debat over de toekomst van de publieke omroep scherper te kijken naar de behartiging van de verschillende functies. De omroepen onderstrepen die oproep.

In de uitwerking echter, laat de WRR veel ruimte voor interpretatie. En biedt zo, ondanks de vele nuanceringen, voor elk wat wils. De omroepverenigingen maken daarom een aantal kanttekeningen.

– Enkel focussen op functies, gecombineerd met een te groot geloof in de rol van markt en technologie leidt tot een versnipperd aanbod van functies waaruit het individu zelf zijn informatie moet samenstellen. Dit sluit niet aan op de wijze waarop de meeste burgers de media gebruiken. Een meerderheid kijkt juist samen, op zoek naar gedeelde ervaringen en binding. De media leveren zo een belangrijke bijdrage aan sociale samenhang. 

– Het rapport onderkent ook te weinig dat burgers zich niet alleen laten informeren door nieuws, achtergronden en opinie. Velen laten zich meer informeren door beeldende verhalen dan door informatieve teksten. Daar juist ligt de kracht van infotainment, soaps en drama. Ook deze programma’s zijn wel degelijk doortrokken van morele noties waaraan mensen hun maatschappelijk en persoonlijk functioneren scherpen. Daarom is ook dit aanbod gebaat bij pluriformiteit. Het is maar zeer de vraag of de markt die biedt.

Daarom stellen de omroepen dat naast een focus op functies ook mediagebruik van burgers en sociale samenhang uitgangspunt moeten zijn. Dat vraagt om herkenbare en betrouwbare mediaplatforms, waar burgers een geïntegreerd aanbod vinden. Generieke platforms combineren nieuws en amusement en vormen een ontmoetingsplaats voor diverse maatschappelijke groeperingen voor meningsvorming en het delen van ervaringen. De markt zorgt al voor opsplitsing. Laat de overheid, juist in een geïndividualiseerde samenleving, waarborgen geven voor sterke merken waarop mensen zich kunnen oriënteren.

Tenslotte: de WRR roept een verouderd beeld op van de publieke omroep. Zo spreekt het rapport ten onrechte van ‘een bevroren omroepbestel’. De toetreding van BNN, Max en DNO weerspreekt dit. Ten onrechte ook spreekt het rapport over een bestel ‘dat de kenmerken van de verzuiling draagt’. TROS, EO, NPS, BNN, Max en DNO zijn allemaal van na de verzuiling. De WRR verwart pluriformiteit met verzuiling. Die tijd ligt echter al lang achter ons.

Kees Klop, voorzitter van het overleg van A-omroepen (AVRO KRO NCRV EO TROS BNN NPS VARA VPRO) : “Het rapport laat zien hoe weerbarstig het debat over de publieke omroep is. De WRR heeft een moedige poging gedaan om een eenvoudig beleidsinstrument te ontwerpen. Misschien dat ze met dit rapport de problemen van de beleidsmaker oplossen, maar het heeft te weinig oog voor de behoefte van de burger aan oriëntatie op betrouwbare platforms binnen het medialandschap.” [Radiowereld.NL]

Gerelateerde berichten