Het pleidooi van minister van Mediazaken Ronald Plasterk (PvdA) om de topsalarissen bij de publieke omroep aan banden te leggen, berust op los zand. Dat betoogt de voorzitter van de Vara Vera Keur deze week in haar column in de Varagids. Keur schrijft dat Plasterk van foute aannames uitgaat en noemt hem slordig in zijn argumentatie. Plasterk zei eind juni dat het loonstrookje van presentatoren en bestuurders bij de publieke omroep aan een maximum van rond de twee ton per jaar moet worden gebonden.
De Tweede Kamer had er bij de bewindsman op aangedrongen iets te doen aan de hoogte van de salarissen in de semipublieke sector.
De argumentatie voor het maximumbedrag van rond de twee ton snijdt volgens Keur geen hout. Presentatoren bij de publieke omroep zouden vaak niet de bonussen krijgen die Plasterk aanhaalt. Zij hebben veelal geen BV, maar werken volgens een ‘overeenkomst van opdracht’, schrijft ze. “Zij moeten uit eigen zak hun ziektekostenverzekering betalen, hun pensioen opbouwen en een flinke reserve opbouwen voor het geval hun werkgever afziet van hun diensten.”
Keur beaamt dat de presentatoren een royale som geld verdienen. “Maar trek daarvan de bovengenoemde zaken af en dan blijkt de kloof met de Balkenende-norm niet meer zo heel gapend en wegens hun specifieke talent en prestaties heel verdedigbaar.”
Keur snapt ook niet waarop Plasterks aanname is gebaseerd dat er geen risico is voor een uittocht van de meest getalenteerde presentatoren. Hij zou rekening moeten houden met hun marktwaarde. “Als de minister ernaar had geïnformeerd, had ik hem dat graag verteld”, schrijft Keur, die nog geen week geleden bekendmaakte dat ze in het najaar van 2009 vertrekt bij de Vara. Plasterk zou het als irrelevant wegwuiven dat de commerciële omroepen het veelvoudige van het voorgestelde maximum overhebben voor de presentatoren. [Novum/Radio.NL]