‘Politie gevaar voor persvrijheid’

De politie vormt een groter gevaar voor de persvrijheid dan agressie van buurtbewoners in achterstandsbuurten. Dat geven veel journalisten volgens cultureel antropoloog en hoogleraar criminologie Frank Bovenkerk aan in een door hem uitgevoerd onderzoek. Hij presenteerde de resulatten daarvan zondag op de jaarvergadering van de Nederlandse Vereniging van Journalisten(NVJ) in Utrecht op de dag van de persvrijheid.

Bovenkerk voerde het onderzoek uit voor de NVJ. Die wilde weten of de agressie tegen journalisten toeneemt en of de persvrijheid hierdoor in gevaar komt. Onverwacht gaven veel journalisten aan dat ze vooral last hadden van de politie.

Die stuurt hen bijvoorbeeld weg bij incidenten. Ook zouden agenten vaak niet weten dat fotograferen in het openbaar is toegestaan. “We lezen over agenten die hun hand voor de lens houden en met arrestatie dreigen.” Bovenkerk noemt die reactie ‘begrijpelijk’. “De verslaggeving van rellen zal de opwinding alleen maar verhogen. Maar er zijn regels voor wat journalisten wel en niet mogen en die zijn bij de politie kennelijk niet overal bekend.”

Ook NVJ-voorzitter Huub Elzerman hekelde het optreden van agenten in zijn jaarrede. “Het eerste wat ik op Koninginnedag, na de aanslag, verstaanbaar door een politieagente hoorde roepen was: ‘Niet filmen!'”

Agressie en bedreiging door niet-agenten komt uiteraard ook voor. Van de 691 journalisten die een enquête invulden, gaven er 374 aan ooit te zijn bedreigd of aangevallen. In 108 gevallen werd de reportage hierdoor afgebroken, 36 keer liep een journalist een verwonding op, waarbij in zes gevallen een ziekenhuisopname nodig was. In 75 gevallen werd een voertuig of materiaal vernield. Van de ondervraagden zeggen er 134 dat ze bepaalde wijken liever mijden.

Toch was het volgens de oude rotten in het vak vroeger erger. Ze wijzen op het geweld van krakers, voetbalhooligans en het verzet tegen de aanleg van de metro. Ook keek men wel uit om zonder begeleiding een woonwagenkamp in te gaan. Nederland heeft volgens Bovenkerk nooit ‘no go areas’ gehad. Volgens hem moet het gevaar niet worden overdreven. “Er zijn nog geen dodelijke slachtoffers of ernstige gewonden gevallen, in de meeste gevallen gaat het fysieke geweld niet verder dan duw- en trekwerk. Nergens in Nederland bepaalt de criminele organisatie of de jeugdbende of journalisten de wijk wel of niet inkomen.”

Daarbij hebben de journalisten de agressie deels aan zichzelf te danken. Volgens Bovenkerk verzetten buurtbewoners zich tegen stigmatisering van hun wijk. In de dagen dat Gouda in het nieuws was vanwege agressie tegen chauffeurs, was de hele stad toneel van zich verdringende media die ‘rottigheid’ kwamen opzoeken. Ook wijst de professor op de rellen in 2005 in de Graafse wijk in Den Bosch. Het SBS6-programma Premtime zocht volgens hem welbewust de discussie onder omstandigheden die volgens trainers in agressiebeheersing vragen om moeilijkheden. “En Eddy Zoëy meldde zich zuigend aan de deur om te testen of u wel gastvrij bent.”

Veel regionale journalisten verwijten hun landelijk werkende collega’s dat zij zich zonder voorbereiding of nazorg bij een ‘hit and run’-actie op een onderwerp storten. “De collega’s die plaatselijk opereren en soms jarenlang geïnvesteerd hebben in het opbouwen van een goede relatie met de bewoners van lastige buurten, zien dergelijke overvalacties met lede ogen aan. Ze schrijven ons over cowboys en autisten.” [Novum/Radio.NL]

Gerelateerde berichten