De bevolking in Zuid-Holland moet daarvoor jaarlijks 5,75 gulden kijkgeld per huishouden gaan betalen. Na een urenlang debat hebben Provinciale Staten dit deze week besloten. Of de kijkers daadwerkelijk te maken krijgen met deze provinciale opslag op de omroepbijdrage is echter de vraag. De Tweede Kamer is onlangs akkoord gegaan met afschaffing van het kijk- en luistergeld. Voor de publieke omroep moet voortaan via een geringe verhoging van de inkomstenbelasting worden betaald. Provincies en gemeenten die al een heffing voor de regionale omroepen hadden worden door het Rijk gecompenseerd ‘voor gedorven inkomsten’. Vandaar dat het van belang is dat er, zij het op de valreep, een opslag komt.
Media-gedeputeerde Vissers (GroenLinks) hielp zijn eigen ‘opslagplan’ gisteren eerst nog bijna om zeep, door onverwacht coalitiepartner SGP/GPV/RPF tegen zich in het harnas te jagen. Die schermde daarna met het intrekken van min of meer beloofde steun. Pas na zware pressie in de wandelgangen stelde Vissers zich toegeeflijker op. Daarmee werd voorkomen dat het televisieplan sneuvelde, wat een politieke sensatie zou zijn geweest.
VVD en D66, gesteund door de splinterpartijen onafhankelijken Zuid-Holland en Nederland Mobiel, waren fel tegen de invoering van kijkgeld. Zij vonden dat gedeputeerde Vissers harder had moeten optreden tegenover de huidige aandeelhouders van TV West (krantenbedrijf Wegener en kabelmaatschappij Casema). Die hadden twee jaar geleden per contract beloofd het televisiestation nog tot en met het jaar 2000 te financieren. Een krappe politieke meerderheid (CDA, PvdA, GroenLinks en SGP/GPV/RPF) schaarde zich achter de gedeputeerde en de nieuwe toekomst voor TV West. ( Haagse Courant)
