De beller uit Boston was wanhopig. Ze had dinsdag net een sms ontvangen van een vriend uit Port-au-Prince die onder het puin van een school lag en moest het bericht naar de reddingswerkers, de Haëtiaanse regering, de wereld in zien te krijgen.Ze belde de juiste mensen: de medewerkers van Signal FM, het enige radiostation in Port-au-Prince dat sinds de aardbeving zonder onderbreking heeft uitgezonden.
Het gebouw, uitzendmateriaal en antennes zijn ongeschonden uit de aardbeving gekomen en het station is een belangrijke bron van informatie sinds de ramp van vorige week dinsdag.
Dag en nacht lezen journalisten en deejays namen van vermiste personen voor, vertellen over open winkels en dode bekendheden en beantwoorden ondertussen kalm hysterische telefoontjes en e-mails uit binnen- en buitenland.
Buiten drommen mensen op het parkeerterrein van het radiostation samen met verfrommelde handgeschreven briefjes, het radio-personeel smekend om de namen van hun vermiste geliefden voor te lezen, of vragend naar plekken waar voedsel te verkrijgen is.
“Het leven van de mensen draait op dit moment om het radiostation”, zegt Roselaure Revil (56), een Haëtiaanse die een klein kerkelijk hulpprogramma heeft, maar geen eten, water of kleding meer kan bieden. “Zonder radiostation is het land dood. Zonder radiostation kunnen we niet communiceren. We hebben niets”.
Zelfs voor de aarbeving was radio het meest populaire medium van het land. Ongeveer de helft van de Haëtianen is analfabeet, kranten worden dus weinig gelezen en bij gebrek aan elektriciteit in de meeste huishoudens is ook televisie geen optie.
Radiostations als Signal FM, met een landelijk bereik, benadrukken ook hoe pijnlijk afwezig de regering is. De president heeft niet rechtstreeks tot het volk gesproken over de ramp, in plaats daarvan stuurde hij Signal FM een cassette met uitspraken die hij deed op de dag na de beving.
“Radiostations houden het land bijeen”, zegt Carla Bluntschli, een Amerikaanse die al 25 jaar in Haïti woont. “Eigenlijk vervangen ze de regering”.
In de stinkende, stoffige straten lopen veel overlevenden rond met kleine transistorradiootjes tegen hun oor gedrukt. Signal is een van de weinige stations die 24 per etmaal nieuws uitzenden. Dat is erg belangrijk voor burgers die alles hebben verloren, zegt Jacobo Quintanilla van Internews, een in Californië gevestigde organisatie die mensen in ontwikkelingslanden en rampgebieden helpt met toegang tot informatie en media. Quintanilla is in Haïti om hulporganisaties in contact te brengen met radiostations. “Dat is net zo belangrijk als voorzien in voedsel, water en onderdak”, zegt hij. “Dit vergroot het geloof dat iemand naar hun problemen luistert”.
Het is niet bekend of de vriend van de vrouw uit Boston gered is, bij Signal FM hebben ze geen tijd om elke beller te volgen. “Ik zeg tegen al mijn mensen dat ze niet moeten stoppen met werken”, zegt Mario Viau, eigenaar en directeur van Signal FM. “Als je stopt met werken, begin je na te denken.” [Novum/AP]