Wolfmother speelt graag rauw en puur

Wolfmother speelt live het liefst rauw en puur. De Australische rockgroep vindt de keyboards en geluidseffecten van het debuutalbum live verspilde moeite.

Wolfmother speelt live het liefst rauw en puur. Waar de Australische rockgroep op het in juni verschenen titelloze debuutalbum veel gebruikmaakt van keyboards en geluidseffecten, daar houdt het trio het op het podium alleen bij gitaar, bas en drums. “Die extra geluiden zijn live verspilde moeite”, verklaart bassist Chris Ross. “Het is te veel werk en het leidt eigenlijk alleen maar af.” De band speelt vrijdagmiddag op het Lowlands-festival in Biddinghuizen.

De release van’Wolfmother’ leverde de band dit jaar behoorlijk wat goede kritieken op. ‘Een van de tien artiesten die je dit jaar gezien moet hebben’, stelde het Amerikaanse muziekblad Rolling Stone. ‘De band die zo hard rockt dat je tanden ervan gaan schudden’, vond het Engelse NME.

De faam van Wolfmother was de groep zodoende al vooruitgesneld. De band repeteerde voor het debuutalbum in de Cherokee-studio in Hollywood, waar Pink Floyd in de jaren zeventig aan ‘The wall’ werkte. Het album zelf is opgenomen in de Sound City-studio in Los Angeles, beroemd omdat Fleedwood Mac er het album ‘Rumours’ en Nirvana er ‘Nevermind’ opnam.

Ross is blij met alle complimenten en voordelen die zijn groep ten deel zijn gevallen, maar blijft verder nuchter. “Onze producer Dave Sardy heeft de oefenruimte en de studio geregeld. Wij hadden alleen gevraagd om een goede werkomgeving. Bij ons reflecteert dat in de songs die we schrijven en de muziek die we maken. ‘White unicorn’ is bijvoorbeeld in een grote ruimte met veel licht geschreven, ‘Colossaul’ weer in een donkere kamer zonder ramen. Als we ‘Wolfmother’ in zo’n moderne, kille studio hadden opgenomen zou het een kille plaat zijn geworden. Cherokee en Sound City waren perfect voor ons.”

De bassist begon zes jaar geleden met zanger/gitarist Andrew Stockdale en drummer Myles Heskett een bandje, puur voor de lol. De drie muzikanten hadden op dat moment allemaal een goede baan en zochten in de muziek een onbevangen vrijetijdsbesteding. “We schreven aanvankelijk niet eens songs, maar waren gewoon met elkaar aan het jammen”, vertelt Ross. “Pas na vier jaar traden we voor het eerst op. Hierdoor zijn we juist zo’n strakke rockgroep geworden. De meeste bandjes treden direct op en groeien door de concerten naar elkaar toe. Wij hadden dat traject al helemaal doorlopen bij ons eerste optreden.”

Op 29 augustus is Wolfmother te zien in het voorprogramma van Pearl Jam in het Gelredome in Arnhem.

[Novum]