De leden van Stereophonics hebben zich als levensgenieters de cliches in de rock-‘n-rollwereld laten smaken. “Ik denk dat iedere band zo ongeveer hetzelfde is.”
De leden van Stereophonics hebben zich als echte levensgenieters alle cliches in de rock-‘n-rollwereld laten smaken. “Ik denk dat iedere band zo ongeveer hetzelfde is”, vertelt zanger/gitarist Kelly Jones tegen Novum Nieuws. “Wij kennen ook die clichemomenten. We deelden met veel vrouwen het bed, snoven van alles en dronken veel alcohol.”
Toch pakt de band uit Wales zo nu en dan ook rust. “Het zijn meer fases en je moet soms even bijkomen. Het is net als bietjes en champignons, daar heb je ook niet elke dag trek in”, beweert de voorman. “We doen in ieder geval niet meer aan zuippartijen.” “Maar we drinken wel heel veel”, grapt bassist Richard Jones over de vermeende onthouding.
Eerder dit festivalseizoen was de band, van wie het zesde album ‘Pull the pin’ vorig jaar uitkwam, al te zien op onder meer Pinkpop en Rock am Ring. Later deze zomer staan ze nog op bijvoorbeeld het Britse festival T in the Park en Pukkelpop in Vlaanderen. Backstage vervelen de mannen zich geen moment. “Een beetje vogels spotten. Gratis kleren uitzoeken, om er vervolgens achter te komen dat ze niet passen. En die dan weer weggeven aan familie”, vertelt Jones. “En dan ook nog wat drinken en onze eigen muziek luisteren. Meestal nemen we ook onze gettoblaster mee.”
De mooiste herinnering aan een festival was aan de andere kant van de wereld. “In 1997 stonden we op een Chinees festival, waar artiesten als Bjork, Elvis Costello, Beck en Iggy Pop stonden. En dat was te gek, zoveel verschillende personen op een podium”, vertelt de zanger. “In Engeland is het altijd hetzelfde clubje artiesten en die ervaring in China is altijd blijven hangen.”
[Novum]
