Frédérique Spigt roept op tot dialoog

Frédérique Spigt denkt dat ze een oplossing heeft voor de problematiek in de grootstedelijke buitenwijken. “Spreek”, zingt ze op haar nieuwe plaat ‘Vreemd’.

Frédérique Spigt denkt dat ze een oplossing heeft voor de problematiek in de grootstedelijke buitenwijken. “Spreek”, roept ze met haar karakteristieke rauwe stem op het gelijknamige openingsnummer van haar nieuwe plaat ‘Vreemd’. “We praten allemaal over elkaar, maar niet met elkaar”, licht de zangeres strijdbaar toe. “Ik vind het zo verschrikkelijk wat er allemaal gebeurt, die angsthazerij en dat naar elkaar wijzen”.

Zelf spreekt de 51-jarige Rotterdamse vaak en veel. “Ik heb een hond en dat betekent dat ik veel op straat loop. Ik ga dan altijd praten met allerlei soorten mensen. Ook hangjongeren, die van hot naar her worden gestuurd”, legt ze uit. “Ik ken ook mensen die eromheen lopen, die voelen zich bedreigd. Dat snap ik wel, maar dat helpt niet, je moet erop af.”

Vreemde culturen doorspekken haar nieuwe liedjes, zoals de albumtitel al suggereert. Zo draagt de Iraakse poëet Baban op het nummer ‘Ziba’ een gedicht voor. Met ‘Je reste ici’ schreef Spigt een Franstalig chanson. “Maar je hoort soms ook dat Amerikaanse, de prairie, bijvoorbeeld op het nummer ‘Regen’.”

Hoewel de plaat op het eerste gehoor warm en luchtig klinkt, gaat Spigt tekstueel regelmatig de diepte in. Zo omschrijft ze in ‘Ik droomde dat ik wakker was’ in detail haar dood en haar begrafenis. “Het is de tweede keer dat ik verongelukt ben”, lacht ze, verwijzend naar het nummer ‘Ambulance’ van haar album ‘Droom’ uit 2000. “Nu kan het nog, denk ik dan. Het is toch fantastisch om te zingen dat je dood bent als je nog leeft.”

De dood, die een belangrijke rol speelt in haar oeuvre, ziet Spigt dan ook niet als een beangstigend, maar als een inspirerend gegeven. “Als je je niet bewust bent van je sterfelijkheid, dan heb je niets aan je leven”, weet ze. “Het is het enige dat echt een band schept, het feit dat we sterfelijk zijn. Je moet ook niet de deur uitgaan zonder elkaar gedag te zeggen.”

Instrumentaal experimenteert de zangeres er op haar nieuwe cd lustig op los. Zo zijn op ‘Vreemd’ onder meer klompen, serviesgoed en een paellapan te horen. “We hebben geen drummer”, verklaart Spigt. “Ik tik maar met wat lepels op een paar glazen en dat volstaat.” Dat instrumentale minimalisme ziet ze als niet als een nadeel. “Ik heb maar drie jongens en dan ga je toch naar de mogelijkheden zoeken. Als je maar drie kleurpotloden hebt, moet je het daarmee doen. Die beperking is juist een uitdaging.”

Donderdag gaat in de Leidse Schouwburg Spigts nieuwe theatertoer ‘Vreemd’ in première. “Met zo weinig mogelijk een zo groot mogelijk effect maken, dat is met tournees ook heel spannend”, stelt ze. “Elke noot die je fout zit, is dan ook echt een fout als je met zo weinig bent.”

[Novum]