Connie Breukhoven ‘geschrokken’ na aanval

Connie Breukhoven is geschrokken door de aanval van Josine Van Dalsum. De actrice deed op tv haar beklag over Connie en het middel tegen kanker dat zij promoot.

Connie Breukhoven is erg geschrokken van de aanval die actrice Josine van Dalsum vorige week op haar opende. Dat vertelt ze woensdag aan de website Sterrenstek. Van Dalsum deed in de talkshow Pauw & Witteman haar beklag over Breukhoven en Haelan 951, het middel tegen kanker dat Connie in Nederland heeft geïntroduceerd.

Josine van Dalsum, zelf kankerpatiënte, zou enkele jaren geleden ongevraagd enkele dozen met het middel opgestuurd hebben gekregen van Breukhoven. Ze vertelde in de talkshow dat ze hier niet van gediend was, omdat ze niet in alternatieve geneeswijzen voor kanker gelooft. De actrice beschuldigde Connie ervan dat ze misbruik maakt van de wanhoop van kankerpatiënten.

Aan weekblad Story vertelt Van Dalsum te geloven dat ze wordt misbruikt in Connies strijd om publiciteit voor het middel. “Ik weet dat ze wilde proberen via mij publiciteit te generen voor haar ‘medicijn’. Ik ben er namelijk achter gekomen dat ze heeft verteld dat ik het middel gebruikte.”

Breukhoven vertelt aan Sterrenstek niet te weten wat ze aanmoet met het verhaal van Van Dalsum.”Ik ga toch niet de strijd aan met een vrouw die zwaar ziek is,”, zegt ze. “Ik was echt helemaal uit het veld geslagen toen ik haar verhaal hoorde en dat gebeurt me maar zelden.” Ze zegt geen idee te hebben waarom de actrice opeens haar beklag deed bij Pauw & Witteman. “Is ze misschien door haar ziekte boos op de hele wereld? Ik weet het niet. Wel weet ik dat ik haar nooit als boegbeeld heb willen gebruiken.”

Connie vertelt er zelfs even over te hebben getwijfeld of ze Van Dalsum het middel wel zou sturen. “Ik moest daar een paar dagen over nadenken. Het was voor mij een behoorlijk dilemma, zeker omdat het een bekende Nederlander betreft”, zegt ze. “Van het begin af aan heb ik haar ook verteld dat het absoluut niet de bedoeling was dat zij ermee naar buiten zou treden. Het was van mij alleen maar aardig bedoeld.”

[Novum]