Een Wereldomroep in Europa

We schrijven de jaren zeventig. Ik ging nog met mijn ouders op vakantie. In het seizoen voor het merendeel op de camping in Nederland, maar gedurende een week of drie naar het buitenland. Hoera! Want dat betekende aardig wat uurtjes radio in de auto op weg naar Zuid-Zwitserland of Noord-Italië.

Het feest begon al in Nederland. Rond 04.00 uur werd er vertrokken. Mijn radiootje aan op de FM-band en luisteren naar Hilversum 3. Bij nadering van de Duitse grens werd er overgeschakeld op de zenders WDR, SWF, SR en SDR. In Noord-Zwitserland was de ontvangst meestal matig, maar het werd weer leuk in het zuiden van dat land. Vrijwel uitsluitend Italiaans-gesproken zenders met meestal lekkere muziek.

Eenmaal belandt op de camping ging de kortegolf aan. Om te luisteren naar Radio Nederland Wereldomroep werd afhankelijk van tijdstip en ontvangst van de zender afgestemd in de 49, 31, 25 of 19 meterband. Na het bekende klokkenspel begon op het halve uur de nieuwsuitzending van de wereldomroep en duurde 50 minuten. Zo werd je op de hoogte gehouden van het nieuws in Nederland en de rest van de wereld, maar ook van het vakantieweer en de oproepen van de ANWB-alarmcentrale. Hoe slecht was het in Nederland en hoe goed waar wij zaten. En luisteren of we “dringend werden verzocht om contact op te nemen met de ANWB-alarmcentrale in Den Haag, telefoonnummer 070-…..”.
In de avonduren kon er worden geluisterd naar Hilversum 1 op 1008 khz. Zodra de schemer inviel werd de ontvangst beter en beter. Tot het echt donker was en de ontvangst meestal schommelde tussen de 60 en 90 %.

Voor het echte (directe) contact met Nederland kon je bellen in de telefooncel. Teveel frankskes per minuut. En ‘s-ochtends natuurlijk naast de bekende (Duitse harde) broodjes een Nederlandse krant. Die goeie ouwe tijd.

Maar het is niet meer de jaren zeventig. Inmiddels zijn we verwend met de meest geavanceerde technologieën. Zo hebben we in het buitenland de mogelijkheid tot: ouderwets bellen via de telefooncel; het kopen van de diverse landelijke dagbladen; bellen via de GSM, abonnement of pré-paid (ook wel priet-priet genoemd); via de schotel (op de hotel-/apartementskamer of caravan) luisteren en kijken naar vrijwel alle Nederlandstalige radio- en televisiezenders. internet (u weet wel, wereldwijd inbellen!)

Kortom, we kunnen nu al het (wereld) nieuws volgen in de vreemde omgeving.
En met de GSM vanaf een terras, caravan, tent of appartement met een lekker drankje in de hand bellen met “thuis”. Of je partner natuurlijk. Ja, want als die een paar (kilo-) meter verderop in de super staat wil je toch graag even doorgeven dat er een voorraad borrelnoten of kaas moet worden aangeschaft. Lekker als je naar GTST, studio sport of een ander favoriet programma kijkt.

Moraal van dit verhaal.
Waar tot een paar jaar terug de wereldomroep in Europa de laatste strohalm voor je informatie en ontspanning was, is er nu keuze uit zoveel communicatiemiddelen dat de wereldomroep voor Europa eigenlijk overbodig is geworden. De tijd dat de Nederlander in dit deel van de wereld op deze wijze zou moeten worden bediend lijkt ver achter ons. Beter zou zijn als op de kortegolffrequenties die voor Europa zijn bedoeld radio 1 wordt doorgegeven. Met een kleine aanpassing, zoals een Euro weeroverzicht en file-info zijn de uitzendingen uitermate geschikt voor mensen buiten Nederland. Denk hierbij ook vrachtwagenchauffeurs. Die zijn voor radio 1 nu aangewezen op de middengolf. Maar sinds het vertrek uit Lopik naar Flevoland zijn de antennes zodanig aangepast dat het stralingsdiagram wel Nederland bestrijkt, maar niet veel meer dan dat. Naar het zuiden toe, bijvoorbeeld Luxemburg, is de ontvangst op de middengolf al dramatisch. En het wordt nog erger als radio 1 (binnenkort) van de middengolf verdwijnt. De tijd van de postkoets is voorbij……..

Reacties op deze column via de mediaroddels of e-mail: zeep_bel@hotmail.com