Nee, ik bedoel met de titel van deze column niet de hit van de Zweedse popgroep Abba uit 1979. Ik doel op de legendarische woorden van Martin Luther King. Woorden die in de loop der jaren heel wat keren zijn herhaald. Woorden die ik King zelf nooit live heb horen spreken om de eenvoudige reden dat ik nog niet geboren was ten tijde van zijn aanwezigheid op deze aardbol. Maar wel woorden waaraan ik in de loop der jaren mijn eigen betekenis heb gegeven. Volledig losgekoppeld van de oorspronkelijke lading van de tekst, maar wel met dezelfde eindconclusie. Ook ik had en heb een droom…
Ergens halverwege de jaren ’80 kwam ik via mijn toenmalige buurvrouw in aanraking met het medium radio. Zij draaide Hollandse plaatjes op verzoek bij een illegale radiozender, zo’n 10 kilometer verwijderd van mijn ouderlijk huis. En ik mocht een keertje mee. Ik mocht kijken in de studio en ik mocht zelfs een plaat aankondigen. Geweldig vond ik het. Twee jaar later zat ik voor het eerst zelf achter de draaitafels om een compleet eigen programma neer te zetten. De studio was toen inmiddels verhuisd naar de woning van mijn buurvrouw. En daar zat ik dan, als 17-jarige jongen achter de microfoon van een destijds zeer populaire piratenzender.
Bij de piraat heb ik niet veel programma’s gemaakt. De zender had niet echt een vaste programmering maar kwam alleen in de lucht als de programmamakers zin en tijd hadden. En dat idee stond me niet aan. Immers, als radiomaker ben je er voor je luisteraars en die rekenen op je aanwezigheid in de ether. Ik meldde me aan bij de lokale omroep en begon daar als redactiemedewerker. Ook toen al was dat een functie waarvoor nauwelijks vrijwilligers te vinden waren. Ik wilde wel, dus ik kon meteen beginnen. Later zou ik de vaste nieuwslezer van de zondag worden en weer later presentator van een hitshow op zaterdag.
Het virus had me gegrepen. De betreffende lokale omroep, toen uitzendend voor 5 gemeenten, hield het door geldgebrek niet lang vol. Maar ik wel. Ik maakte twee jaar later deel uit van het eerste bestuur van een nieuwe lokale zender. Want ik was ervan overtuigd dat er vraag was naar een lokale radiozender. En dat is gebleken. Overdag werkte ik in loondienst voor een groothandel en ’s avonds ging zo’n beetje elk vrije uur op aan de lokale omroep. En ook de weekends was ik meestal in de studio te vinden. Ondertussen had ik een droom. De droom om uiteindelijk betaald radio te kunnen maken. Waar dan ook.
De baan bij de groothandel heb ik niet meer. Twee jaar geleden besloot ik ontslag te nemen en een eigen bedrijf te starten. Bos Media Services heb ik het genoemd. Allerlei vormen van dienstverlening aan diverse media. Zo schrijf ik voor een aantal lokale kranten, verkoop ik advertentieruimte voor diverse lokale omroepen in de regio en ben ik actief op het gebied van internet. Ik ben eigenaar van enkele websites en verantwoordelijk voor de complete inhoud van een digitale nieuwskant. Daarnaast doe ik voor bedrijven en verenigingen presentaties of kom ik desgewenst opdraven met een complete luxe kwaliteitsgeluidsset.
Klinkt niet gek, zegt u? Hmm, valt toch tegen hoor. Allemaal activiteiten die tesamen een volledig inkomen zouden moeten opleveren. Maar in feite begonnen uit nood. Namelijk, om mijn ‘eigen’ omroep van de financiële ondergrond te redden. En omdat ik toch al geen zin meer had in continuering van mijn vorige baan. Maar één ding bleef overeind. Die droom. De droom om ergens betaald radio te kunnen maken. Of dat nu redactioneel werk is of presentatiewerk. Of, wat me ook geweldig lijkt, podiumpresentaties in het land. Met een wagen ergens gaan staan en dan een beetje dollen met het publiek. Het schijnt me goed af te gaan, zo verneem ik van een collega.
Ja, die droom is er nog steeds. En de drang is groter dan ooit geworden. Binnen enkele weken zal ik moeten kiezen. Sinds het begin van dit jaar zijn mijn maandelijkse uitgaven aanmerkelijk gestegen. Mijn winst uit de eigen onderneming blijft daarentegen ver achter. Ik zou, ondanks mijn huidige werkzaamheden, in principe per direct ergens aan de slag kunnen. Parttime of fulltime. En de keuze moet binnenkort definitief worden: iets vinden in medialand of een willekeurige andere baan. Werk is er wel te krijgen, maar het mooiste is natuurlijk je dromen te kunnen waar maken.
Ik heb me in al die jaren lokale omroep altijd op de achtergrond gehouden. Ik was weliswaar programmaleider en presenteerde zelf zo’n 20 uur radio per week, toch vond ik mezelf nooit belangrijker of beter dan anderen.
Inmiddels ben ik ervan overtuigd dat ik best wel iets in mijn mars heb en probeer nu ook anderen daarvan te overtuigen. Immers, wie de moeite zou nemen te onderzoeken wat ik zoal heb gedaan de afgelopen jaren en wat ik nu nog steeds doe, zonder daar ooit een cent voor te ontvangen, realiseert zich dat ik best wel een waardevol medewerker ben voor welke organisatie dan ook.
Nu alleen nog de moeilijkheid om juist die organisaties ervan te verwittigen dat en wat ik ben, die de baan van mijn dromen beschikbaar hebben. Want… I have a dream. En die droom moet uitkomen. En anders?
Taxichauffeur lijkt me ook wel leuk. Maar ik ben bang dat het me nooit de voldoening zal geven die ik zou vinden in de omroepwereld. Ik blijf nog even doordromen, maar de klok tikt verder en de keiharde realiteit dient zich aan. Mijn inmiddels 14-jarige omroepcarrière zou zomaar ten einde kunnen geraken op het moment dat de financiële situatie mij hiertoe min of meer verplicht. Afwachten dus…
Raimond Bos
presentator@hotmail.com