Vrijdagmiddag, telefoon. “Bos! Backer hier! Ik heb een interview geregeld met Corry Konings en John de Bever. Alleen, zelf kan ik niet. Kun jij dat regelen?” Dit soort telefoontjes ben ik inmiddels gewend, dus ik probeer me snel te herinneren hoe mijn planning er voor zondag uitziet. Intussen vraag ik me af wie in vredesnaam John de Bever is. “Hoe laat moet dat interview gedaan worden?” “Eh, dat hoor je zo wel, ik ga weer even bellen”.
Even later, weer telefoon. “Ja, het is geregeld, Corry en John zitten om 15:00 uur op je te wachten bij Johanna’s Hof in Castricum”. De locatie is mij bekend, maar roept de nodige vraagtekens op. “Eh, Castricum? Waarom dat? Ze treden toch op in Heemskerk, op het strand?”, vraag ik voor alle zekerheid. “Ja, dat is wel zo, maar dit was gemakkelijk te vinden”. Ik leg de telefoon weer neer en bereid me voor op een interview met de twee artiesten, twee dagen later.
Zondagmiddag. Mijn planning is als volgt: om 15:00 uur ontmoet ik Corry Konings en John de Bever in Castricum, rond 15:30 rijd ik terug naar Beverwijk en breng de opnameapparatuur naar de studio. Vervolgens voeg ik me rond 16:00 uur bij de bezoekers van een omroepcollega die zijn verjaardag viert. Hij weet dat ik later in de middag pas zal verschijnen, want hij belde zaterdag nog even om te horen of ik zou komen. Ik lig vrij aardig op schema als ik om 15:01 uur het terrein van Johanna’s Hof in Castricum oprijdt. Wat een drukte! Ik moet eerst drie rondjes over het parkeerterrein maken voordat ik mijn auto uiteindelijk weet te stallen op een halve parkeerplaats, daarbij een deel van de weg eromheen gebruikend. Maar goed, het ding staat en ik moet snel naar binnen. Die mensen moeten straks optreden en kunnen niet wachten…
“Goedemiddag, mag ik u iets vragen?” De bedrijfsleider van het restaurant kijkt me vragend en onderzoekend aan. “Ik heb hier om 15:00 uur een afspraak met Corry Konings voor een interview, weet u misschien of zij al is gearriveerd?” De naam John de Bever laat ik maar achterwege, want die zal de goede man vast niet kennen, zo veronderstel ik. “Corry Konings? Hier? Nee, niet gezien. Binnen is ze in elk geval niet. Misschien op het terras”. Langzaam glijden zijn en mijn ogen over de mensenmassa links en rechts voor de hoofdingang van het restaurant. Geen spoor van Corry en John. Ze zal het toch niet zijn vergeten? Nee, vast niet. Ze is immers een professioneel artiest die haar zaakjes goed voor elkaar heeft. Er zal wel ergens een file staat, zo houd ik mezelf voor. Ik ga er vooralsnog vanuit dat ze elk moment voor mij kan staan en we aan de slag kunnen.
“Backer? Ja… He, luister. Ik sta hier nu twintig minuten, maar geen spoor van Corry en John. Had jij op een bepaalde plaats afgesproken?” “Eh, nee… Niet echt… Ze zou bij dat restaurant op je wachten, zei ze.” Ik besluit nog enige tijd te wachten. De bedrijfsleider komt weer eens voorbij. “Is ze er nog steeds niet?” “Nee.” Uiteindelijk wordt het 15:45 uur. Aangezien Corry straks op het strand moet optreden, zal ze vast niet meer komen. Ze rijdt waarschijnlijk meteen door naar het podium, omdat daar anders het programma vertraging oploopt. Ik besluit mijn koffer met opnameapparatuur weer in de auto te zetten en onverrichterzake huiswaarts te keren. En net als ik mijn auto door de drukte naar de uitgang stuur, zie ik een landrover staan met diverse posters van het evenement waar de optredens plaatsvinden op de zijkant. Ik ga er naartoe.
“Even de posters lezen, hoor”, roep ik naar de bestuurder, die gemoedelijk achterover leunend in zijn auto geniet van de zon. “Ja, OK”, roept hij terug. “Het is al begonnen hoor, het duurt nog tot 17:30 uur.” Ja, dat wist ik zelf inmiddels ook. “Hoor jij bij de organisatie?”, vraag ik hem. “Nou, een beetje. Ik ben een vriend van de eigenaar en ik sta hier te wachten op Corry Konings. Die zou hier om 15:00 uur zijn, maar ze is er nog steeds niet!” “Ja, dat weet ik”, leg ik hem uit. “Ik zou Corry ook om 15:00 uur hier ontmoeten.” Samen besluiten we te bellen met de organisator van vloedpop. Ook hij heeft nog niets van de artiesten vernomen. We wachten nog een kwartier en… ja hoor. Een mercedesbusje draait het parkeerterrein op. Corry en John zijn alsnog gearriveerd. Samen met manager en sjouwer verontschuldigen zij zich voor de vertraging. Ze hebben drie keer in de file gestaan en dat begon al bij Den Bosch…
Tegen de bestuurder van de landrover zegt Corry vrijwel direct: “Er moet hier ook iemand zijn van Radio Beverwijk, daar heb ik een afspraak mee. Weet je daar iets van?” Corry is dus inderdaad iemand die haar zaken goed regelt. Ik stap op haar af en stel me voor als de verslaggever die ze zoekt. In overleg met de organisator had ik inmiddels besloten dat ik mee zou rijden naar het strand, zodat er geen tijd verloren zou gaan. Kort voor of na het optreden zou ik de beide artiesten dan interviewen. Prima. Het loopt nu toch allemaal al uit de hand qua tijdsplanning. Voor het vervoer naar de locatie op het strand staan twee wagens voor ons gereed. De reeds genoemde landrover, waarin wat geluidsapparatuur wordt overgeladen, en een pick-up truck. Corry mag op de passagiersplaats zitten. Daar zijn drie redenen voor aan te dragen: ze is de ster van de middag, ze is de enige vrouw in het gezelschap en ze is net weer aan het bijkomen van een verkoudheid. De anderen, ik dus ook, zullen achterin de laadbak mee moeten.
Heeft u ooit met 70 kilometer per uur over het strand gereden zonder dak boven uw hoofd en met een flinke wind? Zegt de term “zandstralen” u wellicht iets? Affijn, na een helse rit over het Castricumse en Heemskerkse strand, die ik grotendeels noodgedwongen met de ogen dicht heb meegemaakt, komen we aan bij het podium. Het publiek juicht al wanneer Corry de auto verlaat. De mannen naast me springen direct uit de wagen en rennen met de apparatuur naar het podium. Corry loopt rustig langs de drukte, schudt hier en daar wat handen, wandelt het paviljoen binnen en begint zich in alle rust voor te bereiden op haar optreden. Hoewel de resterende tijd tot aan “showtime” beperkt is, maakt Corry zich nergens druk om. Zij is een professional, haar maken ze niet meer gek. Het optreden zelf is een feestje. Ik maak intussen een opname met John de Bever, een nieuw talent dat door Corry in het zadel geholpen wordt. Na met hem te hebben gebabbeld over Kartner, Konings, Bernal en de Spaanse taal, begeef ik mij tussen de joelende menigte.
17:30 uur. Corry heeft haar laatste lidje gezongen en introduceert John bij het publiek. Hij brengt zijn nieuwe single ten gehore, die best lekker klinkt. Het is weliswaar een oud nummer, maar oke. Best een lekker deuntje en helemaal aangepast aan deze tijd. Als hij het tweede nummer inzet, begeef ik me weer richting strandpaviljoen. Daar is Corry handtekeningen aan het uitdelen. En de collega’s van Radio Heemskerk staan al met de microfoon paraat. Zij zijn live aanwezig op de locatie en zenden het hele spektakel uit. Corry beantwoord de vragen van presentator Frank Belien, met wie ik eerder deze week nog aan een vergadertafel zat. Ik wacht netjes tot zijn interview is voltooid. Intussen hoor ik de manager mompelen: “Half acht in Breda, dat redden we nooit!” Ik besef dat ik snel moet handelen voor mijn gesprekje met Corry. Ze is zich bewust van de tijdsdruk, maar laat dit niet merken. Ze geeft me het gevoel dat ze alle tijd voor me heeft en loopt rustig met me mee naar een stille plek.
Direct na het interview gaat het allemaal snel. De spullen zijn alweer ingeladen en de mannen springen in de laadbak. Daar gaan we weer! Gelukkig wind mee, dus geen zand in de ogen. Dacht ik. Tot we het strand afgaan en de weg terug naar het restaurant afrijden. John, die even daarvoor nog met mij sprak over zijn nieuwe single, is inmiddels overgegaan op ’typische mannenpraat’ en blijkt een feestbeest te zijn. Hoewel we een aardige vaart hebben en er geen voorzieningen zijn om te aan vast te houden, gaat de malloot staan in de laadbak en gedraagt zich als een soort windsurfer op volle zee. Corry kijkt lachend om vanuit de cabine. Bij het restaurant scheiden zich onze wegen. John moet optreden in Alkmaar, Corry in Breda. Ik ga terug naar de studio om de opnames gereed te maken voor uitzending. Ik weet nu een klein beetje hoe het voelt om als artiest ‘geleefd te worden’. Vandaag werd ik ook een beetje geleefd. Maar ik vond het best leuk. Weer een ervaring rijker. Zo is dus het leven van de razende reporter.
Raimond Bos
presentator@hotmail.com