Ik erger mij al geruime tijd aan het meestal nogal gebrekkige kennisniveau van de verschillende mediawoordvoerders van de politieke partijen in de tweede kamer. Zo was er afgelopen donderdag weer een kamerlid van de SP die met een strak staaltje onzin kwam. Ik citeer even uit het bericht dat op deze website stond:
SP-woordvoerster F. Vergeer wil dat Van der Laan snel met voetbalbond KNVB en de NOS om de tafel gaat om ervoor te zorgen dat de uitduels op een ‘open net’ (dus niet achter de decoder) te zien zijn. ,,Er moet maar eens een goed gesprek worden gevoerd met de KNVB en de NOS, want Oranje hoort voor iedereen toegankelijk te zijn. De commercie in het voetbal heeft voor de supporters al genoeg verknald”, aldus Vergeer.
Iedereen in de mediawereld weet dat er een aantal jaren geleden op voorspraak van een aantal partijen een evenementenlijst is gemaakt. Op die evenementenlijst staan onder andere sportprogramma’s die verplicht op een open net te zien moeten zijn dus zonder het betalen van extra abonnementskosten om de uitzending te kunnen ontvangen. Afgezien van de Olympische Spelen en zaken als het EK en WK voetbal staan ook alle kwalificatiewedstrijden van het Nederlands elftal op deze lijst. De SP maakt dus weer eens ophef om niets.
Of toch wel. Want de SP wil blijkbaar dat alle wedstrijden van het Nederlandse elftal via de NOS worden uitgezonden. Zodat de commercie er geen grip op krijgt, aldus de ietwat naïeve mevrouw van de SP. En blijkbaar is de SP van mening dat de NOS volledig open netten heeft. Geen van beide feiten is correct.
Ten eerste zijn voetbaluitzendingen bij de NOS standaard omlijst met reclameblokken die zo lang zijn dat ze net onder het wettelijke maximum blijven. Dat staat op twaalf minuten per uur. Een radio- of TV-zender kan een boete tegemoet zien als er meer dan twaalf minuten aan reclame wordt uitgezonden in een uur tijd. Wat de NOS standaard doet, is tijdens de rust van een voetbalwedstrijd dat maximum net niet uitzenden aan reclame. Daarnaast omzeilen ze andere regels. Even een korte uitleg daarvan.
De eerste regel die ze omzeilen is de regel dat een sportuitzending niet mag worden onderbroken door reclame. SBS6 mag tijdens een Formule 1 race dus geen reclameblokken uitzenden dat mag pas na de race. (RTL5 deed dat wel, maar RTL5 is officieel een Luxemburgse zender en valt dus niet onder de Nederlandse mediawet). De NOS zendt wel reclame uit tijdens een sportuitzending. Dat doen ze door iedere uitzending tussen de reclameblokken een andere naam te geven. Een voetbalwedstrijd is dan drie programma’s in plaats van 1 (Eerste helft, analyse tijdens rust, tweede helft). Een andere regel is dat een programma mag worden onderbroken door reclame, maar dat er dan minimaal twintig minuten tussen de reclameblokken moet zitten. Deze regel geldt overigens alleen voor commerciële omroepen aangezien programma onderbrekende reclame op publieke omroepen niet is toegestaan. Goed, wat doet de NOS? Inderdaad, programma onderbrekende reclame dat is toegestaan door het geheel als meerdere programma’s uit te zenden. Opvallend is dan wel weer dat er in de programmagids altijd maar 1 programma wordt aangekondigd. Daarnaast weten ze, door het geheel als zijnde meerdere programma’s uit te zenden, ook de twintig-minuten-regel aan hun laars te lappen.
Tijdens de Olympische Spelen doen ze exact hetzelfde. Flink veel reclame uitzenden door het te verpakken als meerdere programmas. Het is de NOS die hiermee is begonnen. Dus commercie, mevrouw Vergeer? Juist ja, bij de publieke omroep!
De eerlijkheid gebied uiteraard te zeggen dat de commerciële omroepen dezelfde trucs hanteren. Die commerciële omroepen krijgen echter geen belastinggeld om sportrechten op te kopen en moeten het dus zelf betalen. Daarnaast lijkt men bij de SP de publieke omroepen heilig te vinden en de commerciële omroepen de duivel. Dat beeld verdient, zacht omschreven, enige nuancering.
Dan het punt van het open net. Ook daar neemt de SP een verkeerd standpunt in. Want als je de commerciële omroepen niet ziet als een open net, dan zijn de publieke omroepen dat ook niet. De grote commerciële stations zitten namelijk net zoals de publieke omroepen op de kabel (in een standaardpakket), via de satelliet via een semi-gratis pakket EN op Digitenne. En laten de publieke omroepen nu net via Digitenne gecodeerd uitzenden?
Vroegah was het zo dat iedereen met een sprietantenne gewoon de publieke omroepen uit de lucht kon plukken. De analoge TV-zenders gaan echter op relatief korte termijn uit. Dat betekent dat een ieder die dan nog naar de PO wil kijken en geen kabel kan nemen of een schotel moet kopen, of een Digitenne abo moet nemen. Gratis naar de publieke omroepen kijken via Digitenne kan niet. Digitenne is namelijk volledig betaald en zend alles gecodeerd uit. De conclusie is daarmee dat ook de publieke omroepen binnenkort geen open netten meer zijn, volgens de definitie die de SP blijkbaar impliciet hanteert.
De gangbaardere definitie is uiteraard dat een open net een station is dat gewoon, dus zonder extra bijbetaling, te ontvangen is. In het standaardpakket van de kabelboer, in het standaardpakket van Digitenne of via het semi-gratis aanbod van Canal Digitaal.
Tot zover het feitelijk corrigeren van de SP. Het is niet de eerste keer dat de SP op mediagebied uitspraken doet die inhoudelijk incorrect zijn. Er lijden veel meer politieke partijen aan dat euvel het is dus geen specifiek SP probleem. Het enige kamerlid dat zijn zaakjes echt op orde heeft is Bert Bakker van D66 ironisch genoeg een kamerlid van 1 van de kleinste fracties in de kamer. Goede tweede is Kees Vendrik (GroenLinks).
De grote vraag die ik altijd stel: hoe kan een kamer de regering effectief controleren als de helft van de kamerleden amper een benul heeft waar het over gaat? Veel kamerleden hebben een volledig ineffectieve kennis in huis om de regering waar nodig- het vuur aan de schenen te leggen. Dat dat de afgelopen jaren noodzakelijk was bewijst het frequentiedrama. Ook het feit dat het gesteggel tussen beide zenderoperators jaren door kon etteren zonder dat er fatsoenlijk werd ingegrepen is een bewijs dat een regering af en toe best onder vuur mag liggen. Om dat te kunnen doen moet een kamerlid weten waar het om gaat! Als een kamerlid, zoals SP’er Vergeer in dit geval, haar zaakjes inhoudelijk niet op orde heeft is het voor een staatssecretaris of een minister natuurlijk eenvoudig om een persoon met de feiten om de oren te slaan. Of erger nog: om de kamer simpelweg voor te liegen (zoals voormalig staatssecretaris Monique de Vries nog wel eens wilde doen). De bewindspersoon wint de discussie, zonder ook maar een moment in de problemen te zitten.
Natuurlijk, kamerleden hebben het druk. Maar kan iemand mij uitleggen hoe het dan kan dat een kamerlid van één van de kleinste fracties de rest qua feitenkennis finaal onder de tafel kan praten? Wat is er dan met de rest van de kamer aan de hand? En hoe kan een politieke partij zichzelf serieus nemen met zon situatie?
Groet,
Michiel van Diesen