Column: Van grote hoogte

Bij een aantal radioluisteraars zal het op het netvlies gegrift staan: het instorten van het bovenste gedeelte van de radiotoren te Hoogersmilde op 15 juli 2011. Heel Nederland zag hoe de zendtoren in elkaar zakte. De gevolgen waren enorm. Door het instorten van de zendmast kon een groot deel van Nederland veel publieke en commerciële radiozenders nog maar moeilijk ontvangen.

In de noordelijke provincies was bovendien ontvangst van Digitenne vrijwel onmogelijk geworden. In de loop van de jaren zijn er al diverse incidenten geweest die hiertoe hadden kunnen leiden. Maar gelukkig is dit nooit gebeurd.

Sinds Broadcast Partners in september 2010 de operator bij de publieke omroep is geworden, lijkt het aantal incidenten te zijn toegenomen. Op 15 juli 2011 begon het in Lopikerkapel nog relatief onschuldig met een klein brandje, in de middag liep het volledig uit de hand met als hoogtepunt, zeg maar dieptepunt, het instorten van de metalen mast van de radiotoren in Hoogersmilde.

De zendmasten in Lopikerkapel en Hoogersmilde zijn qua bouw vrijwel identiek. Uitgerekend de 15e juli 2011 ging het bij beide zendmasten flink mis. Op zo’n moment wordt duidelijk hoe afhankelijk Nederland is van de twee radiotorens die voor ongeveer 70% zorg dragen voor de etherdekking van de landelijke publieke omroepen.

In Lopikerkapel duurde het nog tot 11 april 2012 eer de zendmast weer volledig operationeel was en de zenders op vol vermogen konden uitzenden. In Hoogersmilde duurde het door het instorten nog tot eind september 2012.

Economisch gezien loopt de schade in de miljoenen. Niet alleen is er schade op het moment van het instorten en de wederopbouw. Ook daarna is er sprake van inkomstenderving bij zowel de publieke- als commerciële zendgemachtigden die van beide zendmasten gebruik maken.

De mast in Hoogersmilde is inmiddels weer opgebouwd, maar door de brand is er wel voor een groot deel een monument verloren gegaan. Nog los van het feit dat dit ook de Gerbrandytoren in Lopikerkapel zou kunnen treffen. Logisch lijkt dat er vaart wordt gemaakt met hoe dit allemaal in beide toren heeft kunnen gebeuren.

Er zijn inmiddels wat rapporten verschenen (o.a. van Novec) maar de uiteindelijke vaststelling wie hier schuldig aan is of zijn komt maar niet. De vraag rijst of feiten, data en omstandigheden onder een blusdeken worden gehouden en de daadwerkelijke toedracht bewust achter wordt gehouden.

Waar bij vergelijkbare ‘branden’ de onderste steen allang boven is, is het hier rondom het debacle IJsselstein/Smilde ijselijk stil. Dat maakt dat men zich kan afvragen hoe het met de veiligheid is gesteld in vergelijkbare zendtorens zoals in Markelo, Goes en Roermond. Hoe professioneel is men eigenlijk bezig?

In de media wordt er weinig aandacht aan besteed, maar feit is dat regelmatig de signalen van de landelijke publieke omroep vanaf de toren in Roermond voor korte en iets langere tijd uitvallen. Zoiets gebeurt niet spontaan. Vraag is waarom en of er enig verband met de gebeurtenissen op 15 juli 2011 is. Op 18 juli 2011 kopt het artikel op de site van de publieke regionale omroep L1 “Geen zorgen om veiligheid tv-toren Roermond ”. Zou het om schijnveiligheid gaan? Deze toren staat midden in een woonwijk.

Reden te meer dat er door de overheid druk wordt uitgeoefend op het tot stand komen van een gedegen rapport waarin duidelijk wordt wat de oorzaak is geweest in zowel IJsselstein als Hoogersmilde en welke maatregelen er zijn genomen om e.e.a. in de toekomst te voorkomen. Een tweede ramp waarbij bijvoorbeeld de Gebrandytoren of die in Roermond wordt getroffen  is een slechte zaak voor het medialandschap en wel in het bijzonder voor de bewoners rondom een radiotoren.

EricvA.

Lees meer columns