Naar aanleiding van de vorige column over producers heb ik flink wat reacties gekregen. Voornamelijk positief en van collega deejays. Producers hoor ik er niet echt over, terwijl de bedoeling toch was om een dialoog op gang te brengen mensen! 😉
Een tip wil ik je dan wel meegeven: als je solliciteert als producer of redacteur, doe dit dan niet vanaf een e-mailadres met je voornaam @ voornaamplusachternaam.nl.
Het eerste wat een jock gaat doen is kijken op je website; en je begrijpt dat je eigen domeinnaam vastleggen als producer toch een tikkie aangeeft dat je grootse plannen hebt jezelf te profileren.. 🙂
Het blijft een raar vak radio. Wij jocks staan over het algemeen te boek als luie honden die het liefst nog willen dat hun brood voor ze gesmeerd wordt en zich vooral beter voelen dan de rest. Toch kan ik je uit eerste hand vertellen dat de meeste jocks bij de landelijke radio echt keihard knokken voor hun station en er eigenlijk dag en nacht mee bezig zijn.
Iets waar je voor moet waken als jock is je studio helemaal op te vullen met mensen zodat je eigenlijk zelf meer een circusmeester wordt om iedereen te laten shinen en daarmee de kans bestaat jezelf, je talent nog erger de luisteraar uit het oog te verliezen. Je kent ze wel, die radioprogramma’s die klinken alsof ze het onderling heel erg leuk hebben, maar waar jij je als luisteraar totaal buitengesloten voelt.
Een fout die mijn vriend Rob Stenders maakte toen hij in 2003 aan de ochtendshow op 3FM begon, toen in een moeilijke positie want hij was de opvolger van Edwin Evers, die naar 538 vertrok. Rob’s filosofie was dat hij voor alles waar hij zelf niet zo goed in was iemand anders moest inhuren om erbij te komen zitten, als sidekick. Begrijpelijk, maar het resultaat was een bomvolle studio met een hele horde aan mensen die allemaal hun eigen talenten hadden, maar er simpelweg geen ruimte on-air was om dat talent volledig tot zijn recht te laten komen.
Je kunt niet iedereen bedienen en overal goed in zijn. Denk dat dat ook het grootste probleem van ons soort (de discjockey) is. We willen zó graag dat het goeie radio is, veel luisteraars bereiken en tevreden houden, dat we te veel gaan doen. Te veel van het goede, maar ook te veel van het slechte. Een wijze radiogoeroe uit Amerika zei ooit: weet waar je goed in bent en doe dat on-air. Weet waar je niet goed in bent en doe dat niet on-air! Klinkt simpel maar zo werkt het in de praktijk wel.
Ik weet bijvoorbeeld van mezelf dat ik niet zo heel sterk ben bij het interviewen van een BN’er. Hou er niet van om mensen dingen te vragen waar ik zelf een knoop van in m’n maag krijg, ook al is dat nou juist hét onderwerp waar iedere luisteraar meer van wil weten. Als je mij een BN’er laat interviewen dan is de kans toch groot dat ik hem of haar vooral zijn eigen verkooppraatje laat doen en alleen maar naar de mond zit te praten. Saaie radio. Nou als je dat weet dan doe je dat niet. Weet dat ik altijd wel gauw een klik heb met een luisteraar aan de telefoon, dus dat doe ik dan wel.
De goeie radiocoach wijst jou dan ook op de dingen die je goed doet, zodat je die meer gaat doen. Het heeft eigenlijk niet zo veel zin om tegen een deejay (of voetballer, of ander prestatiegericht beroep) te zeggen wat hij fout doet. Het maakt je alleen maar onzeker, je gaat op safe spelen en durf op den duur niks meer. Bovendien is een radioprogramma geen proefwerk waar je een 10 voor moet halen!
Een goeie producer is eigenlijk ook een radiocoach in het klein nu ik het zo bekijk. Hoe bekend de jock ook is, in ieder van ons schuilt nog steeds dat onzekere mannetje wat voor het eerst de microfoonschuif opendeed. Hoe meer vertrouwen jij als producer uitspreekt in je deejay (en andersom natuurlijk), hoe beter de on-air performance wordt. Het probleem met radio is toch dat het soms snel té gek en briljant kan zijn, maar ook heel gauw niet zo best. Het hangt van zó veel factoren af of iets overkomt zoals je het bedoeld hebt, of de sfeer klopt, de timing, het ritme van het programma, niet te veel, niet te weinig.
Over dat laatste zeggen radiocoaches vaak dat als je twijfelt je iets niet moet doen en ervaring leert dat dat wel klopt. We maken ons er allemaal schuldig aan; het ’too much’ syndroom. Toch nog even die leuke beller, dat ene item en die grappige oneliner, achterelkaar. Stapelen noemen we dat in vaktermen. Terwijl het juist het mooiste is als er een soort van natuurlijk verloop in een programma zit, dingen spontaan (lijken te) ontstaan en je als luisteraar echt het gevoel hebt dat je deel bent van iets spannends wat ‘in het moment’ ontstaat. Ook als is het tot in de nopjes voorbereid, dat spontane (onbedachte) moet er vanaf stralen.
Mensen krijgen vandaag de dag al zó veel informatie en boodschappen op hun af, van alle kanten, dat het me niet verbaast dat een station als Sky Radio, zonder deejays, het zo goed doet. Communiceren is een vak en als je niet meteen de aandacht van een luisteraar weet te trekken dan ben je hem (mentaal) kwijt. En wordt de kans de volgende keer dat je de mic opendoet weer kleiner dat iemand aan je lippen hangt. Is de deejay dan ten dode opgeschreven? Nou ik denk wel dat het vak aan het veranderen is. Waarbij je vroeger diegene was die voor het eerst die ene te gekke nieuwe plaat liet horen, hebben mensen ‘m nu al lang en breed op internet gehoord. Ook met een nieuwtje loop je al gauw achter de feiten aan, want ‘dat heb ik al op twitter gelezen’.
Wat kunnen wij deejays dan nog doen om mensen aan ons te binden? Het klinkt cliché, maar het is toch echt: jezelf zijn. Laat zien wat in je omgaat, waar je mee zit, wat je boeit, waar je van walgt, wat je meemaakt. Wees een echt mens on-air. En dat betekent echt niet dat je ellenlange verhalen moet gaan zitten houden, in een of twee zinnen kun je ook al wat van jezelf prijs geven.
Ook daar wijzen radiocoaches uit Amerika vaak op: als ik een uurtje naar jou zit te luisteren en ik leer jou in die tijd niet wat beter kennen, dan ben je voor mij niets meer dan een onbekende stem op de radio en trigger je mij niet echt om morgen weer in te schakelen.
Dat zou ik dan ook aan jou als jock willen meegeven, hou in je telefoon of notitieblok bij wat je meemaakt, opvalt en wat leuk is om aan je luisteraar te vertellen. Doen cabaretiers ook. Dat is wat mensen ieder moment van de dag doen, ervaringen delen. Dat is waarom mensen (soap) series kijken, vrienden bellen, urenlang zitten te chatten en boeken lezen. Ze willen zich in jou kunnen verplaatsen, van je leren, met je meeleven, met je lachen en met je huilen. Laat je kwetsbaarheid zien, via welk medium dan ook en je hebt er zo een aantal vrienden bij voor het leven die je tot in lengte van dagen zullen volgen, waar je ook te horen, te zien of te lezen bent.
Patrick Kicken
Lees meer columns