Viggo Mortensen is van leer getrokken tegen regisseur Peter Jackson. De Aragorn-acteur vindt dat de filmmaker te veel de nadruk legt op visuele effecten.
Viggo Mortensen is� flink van leer getrokken tegen� regisseur Peter Jackson. De acteur, die de noeste Aragorn speelde in de door Jackson regisseerde Lord of the Rings-films, vindt dat de filmmaker zich heeft laten meeslepen door de vele visuele effecten. Dat ging vaak ten koste van het verhaal.
“De eerste film, The Fellowship of the Ring, zat goed in elkaar, maar daarna werd alles opgeblazen en draaide het echt alleen nog maar om de computeranimaties”, zegt Mortensen tegen de Britse krant Daily Telegraph. “Peter was altijd al een liefhebber van dat soort dingen, maar toen hij eenmaal het budget kreeg en de techniek het toeliet, sloeg hij door.”
The Fellowship of the Ring draaide naast het uit de computer getoverde Rivendell en Mordor nog om het verhaal, meent Mortensen. “Daar kregen acteurs nog de mogelijkheid om met elkaar te acteren en gebruikten we echte landschappen. Het is veel rauwer. In de derde film was alles wat subtiel had kunnen zijn ondergesneeuwd.”
Mortensen vindt dat Jackson zich ook bij zijn andere films ondergeschikt maakt aan de effecten. “Met The Hobbit is het allemaal tien keer zo erg. En zelfs bij een dramafilm als The Lovely Bones zag je die enorme special effects. Dat had een film van vijftien miljoen dollar moeten worden, maar het was er een van negentig miljoen.”
Wat de Noors-Amerikaanse acteur betreft zou Jackson moeten terugkeren naar zijn kleinere films. “Hij heeft met Heavenly Creatures een prachtig drama afgeleverd”, zegt hij over de film met een debuterende Kate Winslet uit 1994. “Na The Lord of the Rings wilde hij een drama maken over Nieuw-Zeelanders tijdens de Eerste Wereldoorlog. Maar het werd King Kong. En volgens mij is Peter er heel gelukkig onder.”
[NOVUM]
