Kensington moest offers brengen

De bandleden van Kensington hebben naar eigen zeggen de nodige offers moeten brengen om te komen waar ze nu zijn. “We hebben allemaal veel opgegeven.”

De bandleden van Kensington hebben naar eigen zeggen de nodige offers moeten brengen om te komen waar ze nu zijn. “We hebben allemaal veel opgegeven”, zegt zanger Casper Starreveld vrijdag in het AD. “Jan is gestopt met zijn studie. Ik ben niet eens begonnen.”

“Dat we ons financieel in de nesten hebben gewerkt en letterlijk ons hele hebben en houden op het spel hebben gezet leverde stress op, maar ook een enorme drive”, gaat de zanger, die vrijdag met Kensington zijn derde album uitbrengt, verder. De bandleden beseffen dat ze risico’s hebben genomen. “Je zou best kunnen zeggen dat we alle vier een enorm bord voor ons kop hebben”, stelt bassist Jan Haker. “We hebben alles laten vallen zonder te weten waar het ons zou brengen.”

Volgens Starreveld kwam er na jarenlang hard werken begin vorig jaar een keerpunt. “Ineens voelden we: nu gaat het hard. We drijven het hoekje van de kolkende rivier om en storten richting de waterval. Toen hebben we ook onze bijbaantjes opgezegd.” Haker voegt daaraan toe dat het opzeggen van de bijbaantjes vooral gebeurde omdat er geen tijd meer was voor andere dingen naast Kensington. “Ik heb in die tijd nog wel geld moeten lenen om boodschappen te kunnen doen.”

Hun optreden in de Heineken Music Hall, in februari, ziet Kensington als voorlopig hoogtepunt. “Misschien komt er wel een punt waarop we ons erbij moeten neerleggen dat we niet groter kunnen in Nederland”, aldus Starreveld. “We willen graag naar het buitenland, daar ligt nu het grote vraagteken.”

[NOVUM]