North Sea Jazz voor ieder wat wils

De tweede dag van North Sea Jazz bood muziekliefhebbers een brede variëteit aan stijlen. Van gevoelige singersongwriters tot radiovriendelijke jazz.

De tweede dag van North Sea Jazz bood muziekliefhebbers een brede variëteit aan stijlen. Van gevoelige singersongwriters als Jennah Bell en Matt Simons tot radiovriendelijke jazz van Jamie Cullum en van het virtuoze toetsenwerk van Chick Corea tot de afrobeat van Bassekou Kouyate, in de Rotterdamse Ahoy was er voor ieder wat wils.

Het Metropole Orkest trapte af met gastoptredens van Gretchen Parlato, Anthony Hamilton en de snel aan populariteit winnende Gregory Porter. Vergeleken bij de zalvende stem van Gregory Porter stak het binnensmondse gebrabbel van Shuggie Otis mager af. De mysterieuze soul- en blueszanger raakte na drie albums die hij eind jaren zestig en begin jaren zeventig maakte in de vergetelheid maar startte vorig jaar weer een tournee. Liedjes als ‘Strawberry 23’ en ‘Inspiration Information’ staan nog steeds als een huis, maar een overtuigend performer is Otis helaas niet.

Jazz van eigen bodem was er ook in overvloed, zoals van het Michiel Stekelenburg Quartet en het Joris Roelofs Trio. Het vooroordeel dat jazz alleen voor oude mannen is werd gelogenstraft door het Nationaal Jeugd Jazz Orkest, onder leiding van Eric Vloeimans. Een sterke band en een dertienkoppige kopersectie zorgden voor een onderhoudend concert op het zonovergoten buitenpodium.

Betoverend mooi was het optreden van Ibrahim Maalouf. Hij bleek niet alleen een begenadigd trompettist, maar ook een onderhoudende gastheer, met zijn geestige anekdotes tussen de nummers in.

Cody Chestnutt was een van de vroege hoogtepunten van het festival. Zijn dampende funk kreeg de bijna uit zijn voegen barstende tent massaal aan het dansen. De zichtbaar genietende Chestnutt kreeg bekendheid door ‘The Seed II’ samen met The Roots. Het was dan ook licht teleurstellend dat hij later op de avond deze hit niet samen met de vermaarde hiphopformatie ten gehore bracht. The Roots wisten er zonder Chestnutt overigens ook een feest van te maken in de grote Nilezaal.

John Legend is daar de afsluiter van de avond. Al jaren behoort hij tot de top van het soulgilde, en al ontbreekt het hem de laatste jaren aan grote hits, zijn reputatie is nog altijd genoeg om grote zalen te vullen, en zijn talent ruimschoots voldoende om die vervolgens moeiteloos om zijn vinger te winden.

[NOVUM]