Marktaandeel

Er wordt wel eens gezegd dat er geen land ter wereld is waar zoveel regels gelden en zoveel bureaucratie heers als in Nederland. Ik heb zelf onvoldoende kennis van zaken om deze stelling te kunnen aanvallen danwel verdedigen, maar ik kan me er iets bij voorstellen. En op zich is het natuurlijk best nodig om in onze ingewikkelde maatschappij paal en perk te stellen op veler gebied. Toch lijkt het mij een goede zaak wanneer de regels en wetten er vooral zijn om de mens te dienen.

Dat “dienen” is natuurlijk een term die op vele manieren is uit te leggen. Zo zou je kunnen stellen dat niemand er behoefte aan heeft een parkeerbon achter de ruitenwisser aan te treffen. Maar het doel is dan dat de openbare weg ordelijk wordt bewaakt, zodat er nog een beetje door te komen is. Dat zou immers anders worden wanneer iedere automobilist zijn voertuig kan parkeren waar het hem goed dunkt. Soms echter bekruipt mij het gevoel dat bepaalde regels en wetten er niet zijn om het volk te dienen, maar om een kleine groep mensen de hand boven het hoofd te houden.

Deze nare gedachte bekroop mij deze week bij het lezen van de aanbevelingen die het Commissariaat voor de Media heeft gedaan ten aanzien van de commerciële omroep in Nederland. Ik heb de publicatie op www.radio.nl over dit onderwerp drie keer opnieuw gelezen, maar het stond er toch echt: het marktaandeel dat de commerciële zenders mogen halen zou wettelijk moeten worden vastgesteld. Pardon? Wat is dit nu weer voor onzin? Welk doel dient deze maatregel, behalve de bescherming van de publieke omroep? Want ik vermoed dat dit laatste de belangrijkste reden is van de aanbeveling.

Laten we nu deze zaak eens logisch bekijken. Een commerciële omroep is erop uit om winst te maken. Het is niets meer of minder dan een bedrijf. Welnu, wanneer maak je als omroep de meeste winst? Wanneer je hoge kijk- of luistercijfers hebt. En hoe behaal je die? Door programma’s te brengen die door de kijkers worden bekeken en beluisterd. Nu consumeren wij in Nederland de meest walgelijke mediaproducten, dus zo moeilijk zal dat niet zijn. Maar nu dit: als Nederland massaal kiest voor de commerciëlen, is er dus kennelijk op hetzelfde moment aanmerkelijk minder belangstelling voor de publieke.

En nu zijn we waar ik wilde zijn. Wat moeten we met een 70% marktaandeel aan zenders die we eigenlijk niet willen zien of horen? Naar mijn idee reguleert de markt zichzelf op basis van de kijk- en luistercijfers. Als we iets leuk vinden, stemmen we daar massaal op af. Als dat een publieke omroep is, verdient de commerciële omroep op dat moment minder. Zijn inkomsten dalen en tegelijkertijd ook zijn marktpositie. Het gevolg is dat het marktaandeel zakt tot wellicht enkele procenten. In elk geval tot ver beneden de door het Commissariaat voor de Media voorgestelde maximale waarde.

Als we daarentegen als consument juist de andere kant opgaan, zal de publieke omroep moeten inboeten. Jammer, maar het zij zo. Kennelijk is die behoefte er dan niet. Zie het als een bakkerswinkel. Als 70 procent van de Nederlanders wit brood koopt, zal de bakker wel gek zijn als 70 procent van het brood dat hij bakt bruin is. Hij blijft dan immers met teveel bruin brood zitten terwijl hij veel klachten krijgt over het wit brood dat steeds op is. Het gevolg: mopperende ontevreden klanten. Met de media is dat hetzelfde. Laat ze lekker hun eigen broodjes bakken. Worden het misbaksels, dan komen ze daar zelf snel genoeg achter.

Raimond Bos

raimond@radiowereld.nl