De strikte indeling voor lokale DAB+-netwerken, waarbij maximaal zes lokale publieke stations en zes commerciële partijen een vergunning kunnen krijgen is komen te vervallen. Sinds vrijdag (11 september) 9 uur kunnen lokale publieke en commerciële omroepen alle vergunningen aanvragen.
Het moest voorkomen dat commerciële partijen gelijk het grootste deel van een lokaal DAB+-netwerk zou innemen, waardoor er voor lokale publieke omroepen nauwelijks ruimte zou zijn en andersom.
Maar zes maanden na de start van de uitgifte van lokale DAB+-vergunningen hebben alle partijen voldoende tijd gehad om een vergunning aan te vragen. Voor veel netwerken is zelfs al een wachtlijst, met als gevolg dat er op sommige netwerken al stations worden doorgegeven die geen vergunning van Agentschap Telecom (AT) hebben.
Nu is het dus mogelijk om voor alle nog vrije capaciteit een vergunning aan te vragen bij AT, waardoor er dus meer dan zes publieke of commerciële stations per netwerk kunnen gaan uitzenden.
Mocht er onvoldoende capaciteit beschikbaar om zowel aan een lokale publieke omroep als een commerciële omroep een vergunning te verlenen, dan wordt de vergunning echter met voorrang verleend aan de lokale publieke omroep.
Voor lokale publieke omroepen blijft gelden dat zij uitsluitend voor het allotment in hun eigen verzorgingsgebied een vergunning kunnen aanvragen en dat ze ook maar één vergunning per allotment kunnen aanvragen.
Het uitzenden van themakanalen van lokale publieke omroepen naast het hoofdkanaal, zoals momenteel op een aantal netwerken al gebeurd, is en blijft dus niet toegestaan. [Radiowereld.NL]
