Martijn Muijs wordt op 8 maart 1982 geboren in Hattem. Al op de lagere school blijkt hij een talent te hebben voor eindeloos praten. Zijn eerste stappen op radiogebied zet hij met vriendjes als hij op de zolderkamer voor een niet bestaand publiek presenteert. Dat verandert als hij aan de slag gaat bij de lokale omroep van Meppel. Daar blijkt hij alles behalve een standaard radiojock te zijn, want de grenzen worden verkend en de ene na de andere freakplaat komt voorbij. Even later komt hij erachter dat je met radio ook nog geld kunt verdienen en dus gaat hij aan de slag met het commerciële regionale radiostation Rebecca Radio. Eerst als sidekick, later als presentator van onder andere de middagshow.
Na ruim drie jaar wordt Rebecca Radio verkocht en komen de DJ’s op straat te staan. Hij besluit om mee te doen met het BNN-programma ‘Hey DJ’, snel gezegd een Idols voor potentiële radiojocks. Hij belandt in de finale en wint uiteindelijk. De prijs is een eigen programma op 3FM en dus is Martijn vanaf september 2004 te horen op de popzender. Eerst in het weekend en één keer per week ’s nachts, maar sinds vorig jaar zit hij elke werkdag tussen 4 en 6 uur achter de microfoon met zijn show ‘Muijst Wanted’.
– Je bent bij 3FM terecht gekomen door ‘Hey DJ’ te winnen. Kun je eens beschrijven hoe dat precies ging?
Eigenlijk is het meedoen aan Hey DJ uit pure noodzaak geboren. Ik had niet zoveel trek in een Idols-achtige auditie met camera’s op je snufferd, maar omdat ik kort daarvoor m’n baan was kwijtgeraakt tijdens een collectief ontslag bij Rebecca Radio heb ik me daar toch maar overheen gezet. Vervolgens heb ik een cd’tje en een brief opgestuurd en ik kreeg het bericht terug dat ik welkom was op de auditiedag bij BNN. Ik kan me nog herinneren dat ik bij BNN binnenstapte, het lekker rommelige interieur zag met al die felle kleuren, het discobehang, de ouwe oma-stoelen in de bar en natuurlijk bij binnenkomst de enorme foto van Bart de Graaff en meteen dacht ‘hier zou ik wel willen werken.’ Ik voel me niet zo snel meteen ergens thuis, maar bij BNN was het wel liefde op het eerste gezicht. Alleen jammer dat er die dag nog 100 andere kandidaten waren die ook allemaal heel graag bij BNN wilden werken…
Verder kan ik me van die dag niet meer zoveel herinneren, behalve dat ik dacht ‘wie is die enge man met al die tattoos?’ Dat was Eric Corton dus, en een paar weken later maakte hij in That’s Live bekend wie er door mochten naar de volgende ronde. Waar ik dus bij zat. Om alvast te oefenen voor het echte werk mochten alle 8 kandidaten een uurtje nachtradio presenteren op 3FM. Om 5 uur was het mijn beurt. ‘Love in an elevator’ van Aerosmith was m’n eerste plaat, en dat was zo ongeveer het hoogtepunt, want voor de rest bracht ik er dat uur niet veel van terecht. Daarna kwam pas de echte uitputtingsslag: een week lang met andere radionerds opgesloten worden in een kamp. Een week lang te weinig slaap en teveel stress.
Stel je voor: je maakt een kwartiertje radio, terwijl Giel Beelen en Ruud de Wild op 2 meter afstand je recht in het gezicht aankijken terwijl er een camera meedraait. Die camera draaide trouwens 24 uur per dag mee, en dat vind een gemiddelde radionerd niet leuk. Radionerds houden trouwens ook meer van een geairconditioneerde studio dan een hok waar het 35 graden is. En om de hel compleet te maken had de rekwisietenafdeling een wespenplaag geregeld. Kortom: de verschrikkelijkste week uit m’n leven, maar ook meteen de leukste. Want bij elke ronde vielen er 2 kandidaten af, en daar zat ik steeds niet bij. Hoogtepunt van die week? De catering. Die is in tv-land altijd uitermate goed geregeld…
– Welke verwachtingen had je van tevoren van ‘Hey DJ’? Dacht je al dat je zou winnen?
Het is natuurlijk arrogant om te zeggen dat je wel verwacht te winnen, maar ik was de enige kandidaat die al enkele jaren z’n brood verdiende met radio maken, dus dat gaf een lichte voorsprong. Daarnaast lag de persoonlijke druk erg hoog: ik wilde dolgraag radio maken, maar was net een maand werkloos, had nooit een vervolgopleiding gedaan, vond studeren ook maar een slappe vrijetijdsbesteding, maar wilde ook weer niet eindigen als kazendraaier.
En toen ik bij de laatste vier zat, dacht ik: ik ben al zo ver gekomen, als ik nu niet win voel ik me de grootste loser op aarde. Iedereen die dan roept ‘maar het was toch een geweldige ervaring die ik niet had willen missen’ bedoelt eigenlijk ‘shitzooi, zoveel moeite gedaan en toch niet gewonnen.’ Winnen is belangrijker dan meedoen! Dus ik had bedacht dat ik maar moest winnen. Nou lijkt het alsof ik het op m’n sloffen heb gehaald, maar ik kan je verzekeren: ik ben nog nooit in m’n leven zo zenuwachtig geweest als voor die finaleronde. Ruud de Wild vroeg een minuut voordat ik moest beginnen aan me: ‘ben je erg zenuwachtig?’ ‘Ja,’ zei ik. ‘Da’s heel goed,’ was zijn antwoord.
– Welke dingen heb je geleerd bij ‘Hey DJ’? Welke tips gebruik je nog regelmatig?
Les 1 bij radio maken is dat het niet te leren is. Natuurlijk kun je leren hoe een mengpaneel werkt, zijn er boeken vol geschreven over interviewtechnieken en kun je op logopedieles gaan, maar dat maakt je nog geen goeie dj. Waarom zou er anders geen enkele school zijn waar je in 4 jaar diskjockey leert worden? Elke dj die langskwam op Het Kamp, of het nou Gijs Staverman, Giel of Jeroen Kijk in de Vegte was, allemaal riepen ze: ik kan je niet leren hoe je moet radio maken. De belangrijkste tip is even simpel als gecompliceerd: wees jezelf. Daarnaast zijn er nog een heleboel ongeschreven radiowetten, zoals: spreek de luisteraar met jij aan en niet met jullie, zeg nooit ‘WE hebben nog te gek gave prijzen voor je,’ maar ‘IK heb te gek gave prijzen voor je,’ en zeg vooral nooit ‘te gek gave prijzen.’
Ik hou zelf altijd in m’n achterhoofd dat de luisteraar niet kan reageren met ‘dat maak ik zelf wel uit,’ bijvoorbeeld als je zegt: je gaat nu luisteren naar een geweldige plaat. Zeg wat je er zelf van vindt, de luisteraar kan z’n eigen mening wel vormen. De mooiste uitspraak kwam trouwens van Ruud de Wild, die zei dat je 24 uur per dag radiomaker bent. Een luisteraar hoort je maar 2 of 3 uur per dag, maar wil ook weten wat je de overige 21 uur meemaakt. Maakt niet uit of dat spectaculaire of kleine gebeurtenissen zijn. Deel je leven met de luisteraar, maak het persoonlijk.
– Denk je dat je zonder ‘Hey DJ’ ook op de dezelfde plek zou zitten als nu?
Ik denk het niet. Er is maar heel weinig talent dat puur op eigen kunnen komt bovendrijven. Hilversum is een goed bewaakt fort en je hebt zwaar geschut nodig om er binnen te komen. Vaak gaat het toch om connecties, netwerken, mensen kennen. Niet eens zozeer ellenbogenwerk, Hilversum is meer ons-kent-ons. Iedereen kent mekaar. En dus is het effectiever als een collega een goed woordje voor je doet, dan dat je als buitenstaander op een grote hoop met demo’s terecht te komen. Eerlijk is eerlijk: er komt een hoop meuk binnen waar je niks mee kan. Dan vind ik het oude, traditionele beeld van koffiehaler toch mooier: dan zit je al in het hol van de leeuw, heb je de mogelijkheid je ambities duidelijk maken en leer je ondertussen het klappen van de zweep. En echt talent komt er altijd wel, daar maak ik me niet zo’n zorgen over.
– Je maakt iedere werkdag van 4 tot 6 uur een programma. Hoe zit dan een gemiddelde werkdag voor jou eruit?
Eigenlijk precies het omgekeerde van een normaal mens: ik leef dus ’s nachts en slaap overdag. Na m’n programma rij ik naar huis en ga rond half 8 slapen. Omdat overdag slapen toch een stuk minder effectief is dan ’s nachts heb ik wel 8 uur slaap per dag nodig. Ik sta rond half 4 op en ga dan door tot de volgende ochtend. Na het opstaan pak ik als eerste altijd de krant, waarin ik dan het inmiddels al oude nieuws lees. Dat nieuws heb ik ’s nachts vaak al gehoord, gelezen of besproken, dus de krant is voor mij meer een samenvatting van de vorige werkdag, maar zonder krant is de dag toch niet compleet.
Daarna probeer ik alles in te halen wat ik heb gemist. Dus mail checken, wat nieuwssites bij langs en de voicemail afluisteren. Daarna soms een rondje lopen in het daglicht, want als ik te weinig zonneschijn meepik merk ik dat meteen. Je wordt er geestelijk instabiel van, raakt eerder geïrriteerd en als je niet oppast wordt je er neerslachtig van. Mijn werkdag begint eigenlijk rond middernacht. Dan ga ik achter de pc zitten, check eerst altijd het laatste nieuws en ga daarna aan de slag voor het programma van die nacht. Dan rond half 3 in de auto en op weg naar Hilversum. Zonder files! En ja, de rest hoor je op de radio…
– In het verleden heb je onder andere gewerkt voor Rebecca Radio. Toen het format werd gewijzigd naar classic rock, was daar nogal wat kritiek op. Wat vind jij nu van de zender?
Eigenlijk heeft Rebecca geen bestaansrecht. Dat zeg ik niet omdat ik het een slechte zender vindt. Het is natuurlijk een enorme rip-off van Arrow Classic Rock, maar beter goed gejat dan slecht bedacht. Wat ik vreemd vind, is dat Rebecca FM een regionaal station is, maar dat ik daar als luisteraar helemaal niets van terug hoor. Op Rebecca Radio deden we al alsof we een landelijk station waren, maar daar hadden we tenminste nog regionieuws en probeerden we in te spelen op wat er leefde in Noord-Nederland. Dat gaat alleen een beetje lastig als je vanuit Rijswijk uitzendt, zoals nu het geval is.
Kostentechnisch snap ik het wel; prop verschillende stations onder één dak, kopieer het format en probeer zo door een aaneenschakeling van regionale stations een landelijke dekking te krijgen. Maar met regionale radio heeft het niks meer te maken natuurlijk. De presentatie is wel oké, maar ook weer zo minimaal dat er weinig op aan te merken valt. Twee zinnen en dan weer drie, vier platen, het zal wel van hogerhand zo bepaalt zijn. Wat ik jammer vind is dat het zich beperkt tot standaard aankondigingen. Vertel dan ook in die twee zinnen iets boeiends over de plaat die je draait. Hoewel ik me ook kan voorstellen dat je geen idee meer hebt wat je moet zeggen als je voor de vijfde keer die week Status Quo moet aankondigen. Het luistert best lekker weg, maar ik mis dan toch de nieuwe muziek.
– Wat zijn belangrijke verschillen tussen werken bij het commerciële Rebecca Radio en het publieke 3FM?
Het belangrijkste verschil is dat ik tegenwoordig geen kartarrangementen en dinerbonnen meer hoef weg te geven. Het voorlezen van een prijzenpakket was al een reclameblok op zich. Verder is er voor mij niet zoveel verschil: bij Rebecca kreeg ik veel vrijheid, bij 3FM heb je die vrijheid, zeker in de nacht. Als ik overdag een programma presenteerde op Rebecca moest ik natuurlijk wel heel enthousiast de nieuwste single van de Spice Girls aankondigen, maar na de formatswitch in 2002 zaten er nog maar weinig rotte appels in de muziekdatabase. Verder draaide bij Rebecca natuurlijk uiteindelijk alles om geld, dus was de verkoopafdeling een belangrijk onderdeel van het bedrijf. Vaak waren hun belangen tegenstrijdig aan die van de radiomakers, en zaten we op aparte eilandjes.
Maar naast het verkennen van grenzen en vooral niet begrepen worden door de verkoopjongens heb ik daar ook wel geleerd me in dienst te stellen van je publiek, het tijdstip van de dag en het soort programma dat je presenteert. En dan op vrijdagavond, koopavond in veel plaatsen, lekker los gaan. Ja, dan krijg je vanzelf ruzie met de verkoopafdeling. De toenmalige programmacoördinator zei vaak tegen me dat ik meer een publieke omroep jongen was en prima zou passen bij 3FM. Daar had ‘ie wel gelijk in.
– Hoe vind jij de doorstroming van nieuw talent op de Nederlandse radio?
Ik heb in de nacht in een jaar tijd toch al behoorlijk wat nieuwe gezichten gezien tussen 1 en 4, dus bij 3FM krijgt talent zeker een kans. En op Caz! hebben een behoorlijk aantal relatief nieuwe dj’s ook een kans gekregen. De doorstroming bij 3FM en zeker bij 538 is momenteel gering, maar ook wel te verklaren. 538 denkt ‘never change a winning team,’ en bij 3FM was het na de talloze verschuivingen wel ’s tijd voor rust in de programmering. Maar er hoeft er natuurlijk maar ééntje weg te gaan en de grote stoelendans kan weer beginnen. Hoewel stabiliteit alleen maar goed is, moet af en toe de boel ook een beetje opgeschud worden. Nu is dat moment nog niet, maar ik denk dat het in 2008 wel weer ouderwets onrustig gaat worden, want dan lopen een heleboel contracten af.
– Rick Romijn schreef laatst op zijn weblog dat hij jou goedkoop vindt scoren met seks. Wat vind je van zijn kritiek?
Negatieve publiciteit is ook publiciteit, denk ik altijd maar. En ik troost me met de gedachte dat Rick Romijn altijd wel een stok vindt om 3FM mee te slaan. Zo laat ‘ie iets te vaak en te graag merken dat Giel maar een middelmatige dj is, dus ik bevind me in goed gezelschap. Oké, hij heeft gelijk als hij zegt dat het niet mijn meest briljante radiomoment of all time was, maar hij vertelt het verhaal wel heel eenzijdig. In het echt was het niet hilarisch, maar zeker leuker dan hij het beschrijft! Rick valt voor mij in de categorie ‘altijd op zoek naar iets om over te zeiken.’ Zap dan door naar Sky! Dat hij beweert dat ik altijd goedkoop wil scoren met seks vind ik opmerkelijk, want hij baseert die uitspraak op niks. Ja, hij heeft ooit ’s geschreven over de veiling van de vibrator van Marisa, waar ik toevallig bij zat, maar die actie komt dus niet op mijn conto.
– Welke eigenschappen heeft een goede DJ?
In de eerste plaats liefde voor radio. Dat klinkt gek, maar ik vind het onbegrijpelijk dat je als dj ook maar een seconde overweegt om te voicetracken. Radio maken is in elk geval meer dan alleen maar aan- en afkondigen en de laatste 30 seconden van een plaat horen. Een programma moet je beleven! Zowel qua tijdstip, als wat er op dat moment leeft bij de luisteraar, maar ook qua muziek. Bedenk als dj altijd dat de muziek belangrijker is dan het gesproken woord, hoeveel of weinig je ook praat. Liefde voor muziek moet! Ook al kun je je niet altijd vinden in de plaat die je moet draaien, bedenk dan in elk geval waarom jouw luisteraars die muziek te gek vinden. Platen afzeiken is not done, want de gemiddelde luisteraar denkt nog steeds dat jij de muziek uitzoekt en vraagt zich dus af waarom je die plaat dan draait als je het niks vindt.
En verder vind ik het wel prettig als een diskjockey zich onderscheidt van de rest. Het is een misverstand dat alleen prime-time dj’s dat kunnen, omdat zij meer praten, maar als je als diskjockey jezelf bent ben je er al. Ieder mens is anders, zegt dingen anders, kijkt anders tegen dingen aan, dus elke dj zou anders moeten zijn. Ik snap ook niet dat sommige stations willen dat iedereen hetzelfde klinkt. Wat is er nou leuk aan eenheidsworst? Zet dan een robot achter de mengtafel, dan gaat het gegarandeerd foutloos.
– Wie vind jij goede DJ’s?
Het is bepaald niet origineel om te roepen, maar zoals zovelen vind ik Giel momenteel de meest creatieve programmamaker. Het komt ook wel ’s voor dat ik wegzap tijdens zijn programma, maar dat is dan uit irritatie omdat ik het té goed vind. Soms is het ook wel ’s lekker om een dj op z’n bek te horen gaan, zodat je dan denkt ‘hè, gelukkig, ik ben niet de enige die wel ’s de plank misslaat,’ maar dat gebeurt bij Giel zelden of nooit. Hij legt voor zichzelf de lat hoog, maar voor de luisteraar ook, en da’s meteen het enige nadeel. Het is geen radio voor het klootjesvolk. Die begrijpen er helemaal niets van als hij zegt dat je kan mailen naar ‘giel met een g, da’s een kringelding en dan 3fm.nl’ Volgens mij heeft hij dat inmiddels ook afgeschaft.
Vroeger luisterde ik vaak naar Arjen Grolleman op Kink FM. Vond ik helemaal te gek, omdat het elke dag onvoorspelbaar was hoe zijn programma zou klinken. Nooit een blad voor de mond. Soms was hij chagrijnig en liet dat ook merken. Dat mag natuurlijk absoluut niet volgens de radiogoeroes, maar hij creëerde z’n eigen wetten, z’n eigen universum, en als je zin had kon je daar deelgenoot van worden. Moet je wel filosofische overpeinzingen, avant-gardistisch muziek, Duitse schlagers en af en toe een chagrijnige bui voor lief nemen, maar dan heb je ook wat. Nadat er op elk willekeurig moment van de dag ineens metalmuziek voorbij kwam ben ik afgehaakt qua Kink. Arjen hoor ik tijdens het zappen nog wel ’s voorbij komen op Veronica, maar dat klinkt voor mij meer als een demonstratie geforceerd laag praten.
Verder luister ik graag naar het nachtprogramma van Rick van Velthuysen, dat heeft wel de sfeer die een nachtprogramma moet hebben. Het gaat meestal helemaal nergens over, en dat is precies de charme ervan. Lekker tegendraads en lekker ontregelend, al komt dat voornamelijk door Erik-Jan Rosendahl. Ik hou wel van ontregelende radio. Daarom vind ik het ook jammer dat Ruud de Wild niet meer bij de publieke omroep zit. Toen kon hij echt doen wat hij wilde, nu is het nog steeds wel vermakelijk, maar ook een stuk meer mainstream. Puur om de baas tevreden te houden en financieel flink te kunnen incasseren, dat ontkent hij ook niet. Ontregelende radio is het allang niet meer, want ontregelen moet je of goed doen, of niet.
– Van welke muziek hou je? En wat zijn jouw favoriete platen?
Ik kan me voor 99% vinden in de muziek die 3FM draait, dus wat dat betreft zit ik echt bij de goeie zender. Volgens Roosmarijn, van de muziekredactie van 3FM, ben ik een echt gitaarmannetje, en dat klopt ook wel. Het liefst dan van Engelse bodem. Coldplay blijf ik te gek vinden, voor de nieuwste single van Keane zet ik de radio zeker harder en andere recente plaatjes die ik te gek vind zijn onder andere Wicked Soul van Kubb en Without You van El Presidente. R&B en aanverwanten, waaronder ook de boze negermuziek, vind ik bijna nooit leuk. Ook met dance heb ik minder, zeker als het commercieel gestamp is, maar als het Underworld, Chemical Borthers of Daft Punk heet wordt ik weer wakker.
Thuis draai ik vaak ouwe meuk. Soulmuziek van Aretha Franklin bijvoorbeeld, of Curtis Mayfield, Marvin Gaye en Otis Redding. En ik hoorde onlangs het album van Candi Staton, die ook dat liedje van de Source heeft ingezongen, wow… wat een plaat. Kippenvel. Verder koop ik blindelings alles waar Daniel Lanois aan heeft meegewerkt, variërend van de Neville Brothers tot Emmylou Harris tot zijn solowerk. En U2 natuurlijk. Mijn grootste held is Bob Dylan. Bijna niemand begrijpt waarom ik hou van zo’n valse kraaienstem, maar het is én zijn stem, én zijn teksten, én het ongrijpbare van zijn persoon. ‘My love she speaks like silence, without ideals of violence,’ er zijn er maar weinigen die zulke briljante teksten schrijven. En dat dan niet éénmalig, maar keer 500.
Verder behoren tot de favorieten Jeff Buckley, 16 Horsepower en Radiohead. OK Computer is toch wel de Pet Sounds van de jaren 90. Mijn favoriete liedje is ‘A Change Is Gonna Come,’ oorspronkelijk geschreven door Sam Cooke, maar door zo ongeveer elke soulartiest gecovered. Maar het allermooiste dat ik ooit heb gehoord behoort niet tot de popmuziek. Ik ben geen klassieke muziekliefhebber, maar Cantique de Jean Racine van Fauré is onovertroffen. Een kerk, een orgel, een koor. Moet je niet opzetten aan het begin van je dag, want je komt je stoel niet meer uit. Maar zó mooi!