In gesprek met Maarten Schakel [Dolfijn FM]

Maarten werd geboren op 10 mei 1983 in Bilthoven. Na zijn opleiding op het Christelijk Gymnasium in Utrecht zat hij 3.5 jaar op de School voor Journalistiek in Utrecht. Als dertienjarige puber begon hij, zoals zo velen, met radio maken bij de lokale omroep. Bij Omroep De Bilt was hij na twee vrijdagmiddagen niet meer weg te slaan. Het was hem duidelijk: hij wilde radiomaker worden.

Na vier jaar had hij het wel gezien in De Bilt en eind 2000 vertrok Maarten naar EFM Midden-Nederland in Amersfoort. Dat regionale commerciële radiostation ging in juni 2001 ter ziele en Maarten begon aan zijn opleiding journalistiek, waar hij ook het programma Studentenradio (onder andere samen met Rudy Mackay, nu 3FM) voor Stadsradio Utrecht ging presenteren. Een vrij journalistiek programma, en om toch nog een beetje gewoon plaatjes te kunnen draaien, vond Maarten onderdak bij Dalux FM in Wageningen voor een weekendprogramma.

In 2004 liep hij verder 3 maanden stage op de nieuwsredactie van RTV Utrecht. Ook maakte hij naast zijn studie en programma’s bij Dalux, radioprogramma’s op Roulette103 en was hij enige tijd commentaarstem bij gemeenteraadsvergaderingen op StadsTV Utrecht. Sinds begin 2005 maakt Maarten elke ochtend een radioprogramma bij Dolfijn FM op Curaçao. Bovendien doet hij elke zaterdagmiddag de Dolfijn Top 40, live vanaf het strand.

– Je hebt al een aardige radiocarrière achter de rug, maar je bent niet afgestudeerd?
Klopt. Van de ene op de andere dag heb ik in januari 2005 alles opgezegd in Nederland om op Curaçao radio te gaan maken. Ik had er drie en een half jaar studie journalistiek in Utrecht opzitten, net een radiodifferentiatie afgerond en was bezig met een trimester sportjournalistiek. Hoewel ik in Nederland hondstrouwe volger was van sport, door middel van krant, Sportweek, Langs de Lijn, en Studio Sport, kon het zelf bedrijven van sportjournalistiek me gestolen worden. Het was voor mijn gevoel niet veel meer dan uitslagen, blessures en schorsingen doornemen, en wéér een portret over ‘de mens achter de sporter’ was ik ook al gauw beu.

Dat maakte het voor mij wel makkelijker om mijn studie (tijdelijk) te onderbreken. Overigens ben ik wel van plan die studie ooit nog op te pikken. Het zou zonde zijn om dat laatste half jaar niet even af te maken, hoewel de omschakeling enorm zal zijn, van een leven als God in Frankrijk op een tropisch eiland, ineens weer in een muf lokaal met noteblock aantekeningen maken bij een verhaal van een docent.

– Vind je achteraf gezien dat je de School voor Journalistiek nodig had om in de media te gaan werken?
Zo’n opleiding komt erg goed van pas. Als je radio maakt, moeten zowel vorm als inhoud in orde zijn. Die vorm, dat alles een beetje lekker klinkt, leer je door als jong jochie bij lokale omroepen aan te klooien, en later op wat hoger niveau te gaan nadenken over radio. Voor wat betreft de inhoud, heb ik het meeste te danken aan de School voor Journalistiek.

Hoewel je daar tal van stoffige lessen bijwoont en ik nog wel eens bij colleges in slaap viel, besef je achteraf dat je er toch wel veel leert. Makkelijk in staat zijn om jezelf af te vragen “Waar gaat het om? Wat is het belangrijkste nieuws?” en “Als ik luisteraar was, wat zou ik dan graag willen horen?”, het bedenken van creatieve invalshoeken en follow-ups, en ook agenda-setting (“Wat moet ik vandaag in mijn ochtendshow doen / waar moet ik het over hebben, waarover mensen vandaag op hun werk nog zullen doorpraten?”).

– Wat maakt het maken van radio voor jou zo leuk?
De combinatie van drie dingen, in willekeurige volgorde: de muziek waarmee je mensen een plezier kan doen, het feit dat je met je radio-uitzending midden in de samenleving staat, en het feit dat radio echt een ambacht is.

– Kun je ook toelichten wat radio leuk maakt?
Ik vind het op de radio prettig om een beetje wereldwijs te zijn. Ben veel bezig met nieuws, probeer te bedenken wat mensen bezighoudt en vind het ook altijd leuk om wat te bellen te hebben. Beetje breed geïnteresseerd zijn is daarbij een pre, en volgens mij ben ik dat wel redelijk.

Wat me ook aanspreekt is het ambachtelijke. Wij radiomensen doen naar de buitenwacht soms wat laconiek dat we op de radio vaak niet meer doen dan een beetje slap lullen, maar er zit natuurlijk wel degelijk een gedachte achter.

Als je bijvoorbeeld teast dat je straks een bepaalde plaat gaat draaien, kun je zeggen dat Michael Jackson eraan komt, maar als je roept ‘Zometeen de man die het met Liz Taylor heeft gedaan!’ maak je je luisteraar al een stukje nieuwsgieriger. Ik vind het leuk om op zo’n manier met radio bezig te zijn. ’t Vergt een stukje snelheid en creatief denken.

– Ben je wel eens afgewezen na een sollicitatie bij een radiostation, en wat zou je doen als de Radioschool had bestaan in jouw jeugd?
In feite heb ik voordat ik bij Dolfijn FM begon, nooit echt ergens gesolliciteerd. De mediabaantjes die ik had, daar rolde ik via via naar binnen, en voor de rest solliciteerde ik niet, enerzijds omdat ik druk was met een studie, anderzijds omdat ik nogal zelfkritisch ben en vaak vind dat het allemaal nog beter kan.

Zo’n Veronica Radioschool met een compleet docententeam en verschillende schoolvakken is denk ik absoluut een aanwinst.. Journalistiek was destijds de meest voordehandliggende opleiding als je verder wilde met radio. Het lijkt me dat je met zo’n 4-jarige HBO-opleiding uiteindelijk meer diepgang hebt dan met de Veronica Radioschool, maar als de radioschool 5 jaar geleden had bestaan, had ik – voor zover ik kan inschatten – journalistiek misschien wel een jaartje uit willen stellen.

– Wie vind je goede deejays en waarom?
Coen Swijnenberg (3FM) vanwege zijn prettige beluisterbaarheid en Tony Castro (DolfijnFM) omdat hij zich met zijn brutale onvergelijkbare rare Antilliaanse stijl van radiomaken zo knap staande weet te houden bij een radiostation dat voornamelijk door Nederlanders gerund en beluisterd wordt.

– Wat zijn je sterke en je zwakke punten?
Als sterke punten zou ik mijn muziekliefde en –kennis willen noemen, de mogelijkheid om snel op actualiteiten in te springen en dat ik op een redelijke vlotte manier radio maak. Zwakste punt is zonder twijfel dat ik zo technisch ben als een aap. Een Optimod en een soldeerbout zijn zo’n beetje de uiterste grenzen van mijn technische universum. Niet dat ik ermee overweg kan, maar ik weet ongeveer beetje wat ‘t doet.

– Naar welke radiostations luister je graag?
Ik luister niet echt veel radio. Natuurlijk veel Dolfijn FM omdat ik er werk. Verder uit nieuwsgierigheid soms eens een streampje 3FM, 538 of Veronica. Toen ik lang geleden nog in Nederland woonde, luisterde ik voornamelijk Arrow Jazz, 3FM en (toen nog) ID&T radio.

– Je werkt nu voor Dolfijn FM, hoe ben je daar terecht gekomen en hoe ziet een gemiddelde dag van jou eruit?
Zoals ik al zei, solliciteerde ik voor de grap. Radio maken op een tropisch eiland: wie fantaseert daar niet over? Had toevallig een demootje online staan, dus het mailtje was gauw gestuurd. Toen bleek dat Dolfijn FM serieus geïnteresseerd was schrok ik wel, je gooit toch je hele leven om als je besluit om te gaan. Toch was de knoop vrij snel doorgehakt: ik zou mezelf de rest van mijn leven een enorme klootzak vinden en een schijterd bovendien als ik niet naar Curaçao zou gaan. Binnen 3 weken had ik al mijn werk, de huur en mijn studie opgezegd en van (bijna) al mijn vrienden afscheid genomen en zat ik op Curaçao.

Mijn werkdag zal niet veel verschillen van die van andere ochtendjocks. Om vijf uur gaat de wekker. Rond half zes ben ik in de studio. Van 6 tot 9 show. Daarna ben ik tot een uur of 1, half 2 ’s middags bezig met dingen achter de schermen, zoals showvoorbereiding, doorstarten van de non-stop uren, de productie van commercials en productie van de Dolfijn Top 40. Ohja, want dat doe ik ook nog, vanaf het tropische Mambo Beach. Vooral na werktijd is mijn dag anders. In Nederland ga je boodschappen doen, naar huis en voor de tv zitten. Hier ga je naar het strand of neem je een duik in het zwembad in je achtertuin. En ’s avonds vaak, veel, lekker en te duur uit eten.

– Hoe is het met de concurrentie op de Ned.-Antillen?
In totaal zitten er 23(!) zenders op Curaçao, waarvan er misschien 5 het predicaat ‘radiostation’ verdienen. Dolfijn FM onderscheid zich door zich op de doelgroep jonge, hoger opgeleide gezinnen te richten. Dat doen we met een feelgood-geluid zowel in presentatie als muziek en voor Curaçaose begrippen hebben we een goeie eigen nieuwsdienst.

In feite een heel voor de hand liggend format, toch lijken Curaçaose radiozenders maar moeilijk dat wiel te kunnen uitvinden. Qua manier van radio maken hebben we een zeer Nederlandse signatuur.

– Als iemand een uur naar Dolfijn FM luistert, welke soort platen heeft hij of zij dan gehoord?
Een mix van hits en populaire recurrents en classics. Qua invloed kijken we voornamelijk naar de Nederlandse hitlijsten en de Amerikaanse Billboard-lijsten en zo nu en dan sijpelt er wat Antilliaans, Caribisch of Zuid-Amerikaans tussendoor. Uiteraard scoren Shakira, Rihanna en Juanes hier wel een stuk beter dan in Nederland. La Camisa Negra was hier een jaar geleden al een hit. Ook artiesten als Kevin Lyttle en Sean Paul passen wat beter in deze tropische sferen.

Bovendien is Dolfijn FM best wel een feelgood-zender. Mooi weer, tropische omgeving, vrolijke deuntjes weet je, dat werkt goed! Toen ik vorige maand op vakantie was in Nederland, heb ik me enorm verbaasd over de enorme berg chagrijnige en depressieve die er af en toe uit mijn speakers kwam. Erg wennen, dan vind ik ’t hier toch wat gezelliger.

– Waarom ga je terug naar Nederland en wat zijn je verdere plannen op mediagebied?
Curaçao is een verslavend eiland. Na de afgelopen anderhalf jaar zou ik hier makkelijk nog 20 jaar kunnen blijven wonen. Toch denk ik dat ik dan op mijn veertigste terug zou kijken, met het wetenschap dat ik veel mogelijkheden in Nederland heb laten liggen. Als ik nu niet terugga, doe ik het misschien wel nooit meer – hoewel het vooruitzicht van het nieuwe studiocomplex op Mambo Beach me nog bijna van gedachten deed veranderen.

Uiteraard zijn er wat contacten in Nederland, maar over wat ik concreet ga doen, kan ik nog niks zeggen. Voorlopig blijf ik nog wel even zoet op radiogebied, maar als zich een andere (media)uitdaging voordoet waar ik voldoening uit kan halen, pak ik die misschien wel. Inmiddels is er ook een nieuwe ochtend-dj bij Dolfijn FM aangenomen. Wie dat is hoor je snel genoeg, het zal zeker geen onbekende zijn. Of ik ooit nog terug ga naar Curaçao? Who knows.. misschien word ik na drie maanden wel stapelgek in Nederland en stap ik weer op het vliegtuig!