Het moet toch mooi zijn om op twee radiostations te presenteren en dan ook nog eens op belangrijke tijdstippen. Maarten Daam is elke werkdag te horen met zijn ochtendshow op Rebecca FM en daarna op City FM tijdens de lunch. In het verleden was hij regelmatig te vinden in het ziekenhuis, vanwege zijn radiowerk bij Radio Radboud.
Maarten Daam is 33 jaar en begon zoals zoveel andere jocks met twee cassetterecorders op zolder. In 1991 ging hij aan de slag voor de ziekenomroep ‘Radio Radboud’. Tot april van dit jaar presenteerde Maarten ‘Daam aan Tafel’, dat dagelijks werd uitgezonden op diverse omroepen in Gelderland. Nu maakt hij iedere werkdag de ochtendshow op Rebecca FM Classic Rock en presenteert hij op City FM Classic Rock tijdens de lunch ‘Company Classics’, in juli en augustus overigens omgedoopt tot ‘Summer Classics’.
– Je hebt een tijd gewerkt voor de ziekenomroep ‘Radio Radboud’. Hoe was dat?
Dat is de club waar ik destijds begonnen ben, als technicus van onder andere het verzoekplatenprogramma. Het Jack FM format is daar uitgevonden – echt alles wat door de patiënten werd aangevraagd werd gedraaid. Van André Rieu tot AC/DC, alles door elkaar. In ieder geval heb ik zo een hoop verschillende muziek leren kennen. Later ging ik ook programma’s presenteren en hield ik me bezig met vormgeving.
De mooiste tijd heb ik daar gehad als regisseur van Radboud Vierdaagseradio. Tijdens de Nijmeegse Vierdaagse waren er speciale uitzendingen met reportages en een waar prijzencircus. ’s Nachts rond een uur of half vijf thuiskomen van de bijbehorende Vierdaagsefeesten, om half acht ’s morgens weer aanwezig en nieuwslezen. Totaal gesloopt na een week natuurlijk, maar wel mooi.
– Wat heb je gedaan in de periode tussen het werken bij de ziekenomroep en het presenteren van ‘Daam Aan Tafel’?
Na drie maanden bij het toenmalige Omroep Nijmegen, dat in dat jaar failliet ging, ging ik programma’s maken bij WFM 107.1, de lokale omroep voor Beek-Ubbergen en (later) Millingen aan de Rijn. Ik had iedere zaterdag- en zondagavond een eigen programma en op zondagmiddag produceerde en presenteerde ik het sportprogramma. Ik herinner me een boel zaterdagnachten doorhalen, samen met een collega twee uur op, twee uur af. Geweldige tijd. En nog lekker ambachtelijk. Cartmachines, snelstartcassettes, bandrecorders en platenspelers. Opa spreekt, maar ondanks de voordelen van automatisering mis ik dat wel eens.
Na een paar jaar ben ik gestopt, toen had ik mijn ouders voldoende tot wanhoop gedreven en werd het tijd toch mijn studie maar eens af te maken. Toen dat was gelukt en ik inmiddels een vaste baan had ging ik op zondagmiddag programma maken. Intussen moest de band waar ik in speel steeds vaker aan de bak op zaterdagavond, waardoor het wel erg moeilijk vol te houden werd iedere zondagmiddag op tijd programma te gaan maken. Weer gestopt met radio, tot een paar maanden later de afkickverschijnselen te groot werden en ik bij Stadsradio Nijmegen aan de slag ging. Eerst de avond, op het laatst de middag.
– ‘Daam Aan Tafel’ werd door verschillende omroepen uitgezonden. Hoe werkte dat precies en hoe was die periode?
Volgens de ‘productiehuis constructie’, zeg maar. Drie lokale stations door het zelfde productiehuis ‘gemaakt’ – Veluwezoom FM, Stadsradio Nijmegen en Radio Lingewaard, met dezelfde dagprogrammering, met uitzondering van de nieuwsbulletins en actualiteitenprogramma’s. Tussen 17.00 en 20.00 uur maakte ik dat programma. Niet live, want ik werkte fulltime, dus met voicetracks. Meestal ging ik vrijdagmiddag na mijn werk naar de studio en was daar dan tot diep in de nacht bezig. Heerlijk.
Voicetracken is niet de meest uitdagende vorm van radiomaken natuurlijk, maar ik vond het een uitdaging alles ‘zo live mogelijk’ te laten klinken. Zat ik vrijdag om drie uur ’s nachts opgelucht te vertellen dat we nog maar één dag hoefden te werken voor het weekend. ‘Bedriegen van de luisteraars’, volgens sommige die-hard tegenstanders van voicetracken, maar zolang er niet opgeroepen wordt te sms’en of bellen en daar niets mee gebeurt, kan het voor veel omroepen die met vrijwilligers werken een redmiddel zijn. Voor mij was het in ieder geval de enige mogelijkheid om een horizontaal programma te maken.
– Je werkt voor zowel City FM Classic Rock als Rebecca FM Classic Rock. Het is natuurlijk van dezelfde organisatie, maar is het niet raar om voor twee stations te werken?
De sfeer en toon van de stations zijn hetzelfde, daardoor levert het geen problemen op. Als je bijvoorbeeld bij een classic rock station programma’s presenteert en daarnaast hitradio maakt ligt het anders. Aan de andere kant heb ik voor hetzelfde station in het verleden zowel serieuze sportprogramma’s als ‘ouwehoer’-programma’s gemaakt, dat ging ook prima. Ik heb me (nog) nooit versproken, de truc is voordat het programma begint, een paar keer de naam van het station te roepen. Klinkt suf, maar werkt uitstekend. Toen ik voor drie omroepen tegelijk programma maakte ging dat ook nooit fout, hoewel toen alleen de slogan in de presentaties gebruikt werd en de stationsnaam alleen in de jingles genoemd werd.
– Heb je wel eens geluisterd naar de voorganger van Rebecca FM Classic Rock?
Het oude Rebecca Radio heb ik nooit gehoord, dus daar kan ik niets over zeggen.
– Stefan Leur zei afgelopen week dat de jocks van het huidige Rebecca FM Classic Rock uit het westen komen en dat noorderlingen dat niet trekken. Wat vind je van die uitspraak?
Ik kom uit Nijmegen, dat ligt niet in het westen. Als luisteraars uit het noorden en oosten dat niet zouden trekken, zouden de luistercijfers van alle landelijke omroepen daar ook tegen moeten vallen. Volgens mij is dat niet het geval. Ik lees het regionale nieuws, als iemand in het Fries een plaat aanvraagt weet ik in de meeste gevallen wat hij/zij bedoelt, en ik probeer zoveel mogelijk bij te houden wat er in dit gebied gebeurt of te doen is.
– Vind je dat de commerciële regionale radiostations (en nu bedoel ik niet strikt City & Rebecca) zich genoeg onderscheiden van de landelijke zenders? Hoort dat volgens jou wel of juist niet?
Als je format wezenlijk weinig afwijkt van het landelijke aanbod zul je als commercieel regionaal station het accent wat meer op de regio moeten leggen, anders heeft je zender voor de luisteraar geen toegevoegde waarde. Vergelijk het met lokale omroepen die ‘538’-je spelen’ – kansloos.
City en Rebecca hebben door de keuze voor classic rock wèl een format dat afwijkt van heel veel andere stations. Ook is er aandacht voor het regionale aspect, bij Rebecca brengen we bijvoorbeeld regionale verkeersinformatie en flitswaarschuwingen, een op de regio toegespitst weerbericht en natuurlijk regionaal nieuws in de ochtendshow.
Door het minder grote uitzendgebied is regionale commerciële radio ook voor regionale adverteerders interessant – het heet niet voor niets ‘commerciële’ regionale radio. Daardoor houden veel stations het hoofd boven water, niet doordat ze iets heel anders bieden dan landelijke zenders. Voor publieke regionale zenders is het vanzelfsprekend een heel ander verhaal.
– Waarom moeten mensen naar jouw ochtendshow op Rebecca FM Classic Rock luisteren?
Om het plat te zeggen: veel muziek en weinig gelul – de lijn van het station dus. Ik ga er altijd maar vanuit dat mensen luisteren omdat ze het station goed vinden, niet specifiek de ochtendshow of omdat ze mij zo’n aardige jongen vinden. Niet origineel waarschijnlijk, maar alle clichés zijn waar, toch?
– Van welke muziek hou je zelf?
Ik ben een alleseter, om dat cliché ook maar eens uit de kast te rukken. Mijn cd-kast is een monument voor het Jack FM format. Alleen urban en house-spul trek ik niet. ‘Ouwe kneut’ vind ik het lekkerst, eigenlijk. En ’s morgens vroeg om zes uur gewoon fijne gitaarplaten knallen is heerlijk.
– Heb je nog andere passies naast het maken van radio?
Ik speel in een ‘foute liedjes’/smartlappenband: Willie en de Billies. Intussen een begrip in het circuit, dames en heren!
– Wat wil je nog bereiken op het gebied van radio?
Ik heb een dikke vijftien jaar ‘voor de hobby’ radio gemaakt, jarenlang ander werk gedaan terwijl ik eigenlijk het liefst met radio mijn brood zou verdienen. Het kwam er nooit van, beetje te onzeker misschien. Toch maar besloten de stap te zetten, en nu doe ik eindelijk wat ik al jaren het liefste doe. Tot u spreekt een voorlopig zeertevreden mens.