Politie, brandweer, marechaussee en ambulancediensten zijn over vier jaar aangesloten op een landelijk, beveiligd communicatiesysteem. Via dat systeem, C2000, kunnen zij in crisissituaties direct met elkaar overleggen. Afluisteren kan dan niet meer. Met het operationeel krijgen van C2000 is een investering van ruim 1 miljard gulden gemoeid. Het nieuwe gezamenlijke digitale communicatienetwerk voor regiopolitie, Korps Landelijke Politiediensten, Koninklijke Marechaussee, brandweerkorpsen en ambulancediensten zal ertoe bijdragen dat de hulpverlening bij calamiteiten sneller, efficiënter en met meer samenhang plaatsvindt. Tussen nu en vier jaar vallen, afhankelijk van de gefaseerde invoering van C2000, de scanners in Nederland stil. Criminele organisaties die het systeem willen kraken, zullen miljoenen moeten investeren. Het netwerk zal alleen gebruikt worden ten behoeve van de openbare orde en veiligheid. Naast politie, brandweer en ambulancediensten zal niemand toegang krijgen tot het net, behalve misschien douane en Fiod. Op dit moment beschikken genoemde organisaties over gescheiden communicatiesystemen. Direct contact via de portofoon is tussen een brandweercommandant en zijn collega bij de politie nu nauwelijks mogelijk. Bij calamiteiten kunnen bevelhebbers van de verschillende onderdelen via C2000 onmiddellijk contact met elkaar hebben. Via de meldkamer worden zij dan in een aparte gespreksgroep gezet. De hulpverlening kan daardoor sneller verlopen en het werk kan beter op elkaar afgestemd worden. Ten behoeve van het nieuwe netwerk worden weer 450 zendmasten verspreid over heel Nederland geplaatst. Die werken los van het openbare telefoonnetwerk. Zo blijven politie, brandweer en ambulances bereikbaar voor het publiek en voor onderlinge communicatie. Na de regio Amsterdam wordt clustergewijs het hele land voorzien van masten, te beginnen in Noord- en Zuid-Holland. In juli 2001 is Midden-Nederland voorzien. In april 2002 moet het netwerk heel Nederland bestrijken.