Teletubbie-haters hebben er lang op gehamerd dat Tinky Winky, Dipsy, Laa Laa en Po nauwelijks leerzame kwaliteiten hadden. Maar een onderzoek van een Britse universteit wijst uit dat de dottige knuffelbeesten uitstekend in de klas kunnen worden gebruikt om taalvaardigheid te bevorderen, meldt de BBC maandag. In het peuterprogramma praten de beestjes, die het midden houden tussen een teddybeer en een marsmannetje, met elkaar in een repetitief zangerig taaltje en roepen steeds ,,uh-oh”. Ze wonen in een ondergronds huis en worden verzorgd door de stofzuiger Noo Noo. Tegenstanders doen het programma af als inhoudsloos. Hun kritiek blijkt nu ongegrond. Het simpele repetitieve taalgebruik van de Tubbies lijkt bij uitstek geschikt om kinderen te helpen met lezen- en schrijven. ,,We hebben ontdekt dat kinderen die normaal niet geïnteresseerd zouden zijn in schrijven, niet weten hoe snel ze de woorden op papier kunnen krijgen als ze schrijven over de bekende beestjes”, zegt onderzoekster Jackie Marsh van de Hallam-universiteit in Sheffield. (ANP)