Op de overvolle Nederlandse telecommarkt kunnen veel nieuwe aanbieders niet waarmaken wat zij hun zakelijke klanten beloven. Het veroveren van marktaandeel via een prijzenslag en het op orde krijgen van de eigen organisatie is voor hen belangrijker dan de dienstverlening.
Dat stelt de stichting Telecomgebruikers Nederland (STN), die een onderzoek liet houden door de TU Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam. De STN behartigt de belangen van kleine- en middelgrote bedrijven jegens telecom-aanbieders.
‘Voor particulieren is het niet zo erg als ze af en toe geen verbinding krijgen’, zegt J. van der Meulen, directeur van de STN. ‘Maar voor bedrijven kan het rampzalig zijn als het telefoonverkeer korte tijd onmogelijk is. De betrouwbaarheid is lang niet altijd 100 procent.’
Sinds de liberalisering van de Nederlandse telecommarkt zijn circa vijftienhonderd aanbieders actief in telefonie. Alleen al op de markt voor carrier select-bedrijven, ofwel bellen met een viercijferige code (1600-nummers), vechten tientallen aanbieders om een plekje.
‘Veel nieuwe aanbieders hebben hun interne organisatie en dienstenpakket niet op orde’, zegt H. Bouwman van de TU Delft en co-auteur van de studie Arrogante aanbieders of onwetende vragers in een zich ontwikkelende markt. ‘Daarom concurreren ze op prijs, terwijl het lang niet zeker is dat de klant krijgt wat hij wil: bereikbaarheid.’
Veel nieuwe telecombedrijven pretenderen een hele reeks diensten in huis te hebben, terwijl die in de praktijk niet altijd geleverd kunnen worden. ‘Ze stoppen daarentegen wel miljoenen guldens in corporate identity, in de buitenkant’, zegt Bouwman. ‘Dat kan bijzonder arrogant overkomen.’ (Volkskrant)
