Een beter Amsterdams debuut had geen band zich kunnen wensen. In een volle Melkweg, voor een joelend en fluitend publiek, dat de muzikanten op het podium uitbundig toejuichte, alsof een applausmeter de winnaar zou bepalen.
Met hele busladingen waren ze uit alle dertien provincies naar de finale gekomen van de Grote Prijs van Nederland – die ook al weken was uitverkocht. Want de talentenjacht voor jong, nieuw poptalent leeft weer onder het poppubliek.
Dat is wel eens anders geweest. Maar op dit moment is de GP nog maar een van de weinige kansen om jezelf als band in de ‘picture’ te spelen. En een wedstrijd maakt het er alleen maar spannender op. Dat bleek wel in het uur voor de prijsuitreiking – zaterdagnacht tegen enen, nadat het voltallige publiek van de Melkweg naar Paradiso was verhuisd. Daar was het ongeduldig wachten op de uitslag tijdens de concerten van de winnaars van vorig jaar, Itchy Bitchy en Redivider. Teleurstelling droop van de gezichten, toen presentator Bob Fosko de winnaar bekendmaakte: de Amsterdamse Mind Menders – een Surinaamse partyband met een repertoire van opgewekte hip hop en R&B.
Sinds de Grote Prijs is onderverdeeld in vier categorieen, spelen rockbands, dance-groepen, singer-songwriters en R&B/rap-artiesten ieder in een eigen finale. Desondanks hadden Mind Menders zich niet ingeschreven bij de laatste categorie, maar bij de bands, waar hun sound opviel tussen de metal, punk, hardcore en grunge. Een handige zet, nu scoorden ze het hoogst in de categorie ‘commerciele potentie’.
R&B haalt inderdaad vaak de hitlijsten, maar dat zo’n traditionele feestband ook tot ‘meest vernieuwende’ kon worden uitgeroepen, zei veel over wat er verder stond. Nieuw en sensationeel was dun gezaaid, al waren er wel een paar bands bij om in de gaten te houden. Zoals het Tilburgse Orange, een gitaargroep in Engelse stijl, die zich zelfverzekerd presenteerde voor een publiek dat verwoed met oranje vlaggetjes zwaaide.
Dat was nog niets vergeleken bij de opwinding tijdens het optreden van het Arnhemse hardcore-kwartet Dimension Seven. Een onafgebroken stroom stagedivers duikelde van het podium in de massa, terwijl zanger Jeroen de zaal met tetterende megafoon ophitste. De grappig energieke presentatie (stuiterende frontman; bassiste met lange, zwiepende vlechten, die steeds net niet verstrikt raakten tussen de snaren van haar instrument) werd beloond met zowel de publieksprijs als de juryprijs voor ‘beste live-act.’
Met de andere winnaars (Longplayers bij de dance en Marien Dorleijn bij de singer-songwriters) waren ze uitschieters in een deelnemersveld, dat zelden uitblonk in originaliteit. Er is genoeg talent onder de muzikanten, spelen kunnen ze heel aardig, maar aan het vinden van een eigen band-geluid zijn de meesten nog niet toegekomen.
De groep die met de eerste prijs naar huis ging, was er niet minder blij om. Terwijl de champagne werd ontkurkt, moest de rapper van Mind Menders het nog even kwijt: de ijzeren wet van de Grote Prijs (‘met de winnaar wordt het nooit wat’) zouden zij het komende jaar wel eens even breken. (Volkskrant)